Min of meer beschaafd althans. En let op : beschaving is een Nederlands woord, volgens een begaafde cabaretier.

 LATE KERSTMOP

Het is een paar nachten na Kerstmis. Piepend gaat de deur van de stal open en de drie wijzen uit het oosten komen binnen. Ze lopen zachtjes op hun tenen naar de kribbe toe als er eentje vol in de ezelpoep trapt en “Jezus Christus!” uitroept. Waarop Maria zich naar Josef omdraait en fluistert: “Dat vind ik eigenlijk een veel mooiere naam dan Jan-Peter.”

   HOLY HONDMOP

Een man nam zijn uiterst kostbare, nieuwe jachthond mee op jacht. Na tien minuten schoot de jager een eend, die in het meer viel. De hond liep over het water, pakte de eend voorzichtig op en bracht hem naar zijn baasje. ‘De verkoper heeft niets teveel gezegd,’ dacht de jager tevreden. Nieuwsgierig besloot de jager de volgende dag zijn buurman mee te nemen. Opnieuw liep zijn dure hond, toen ze een eend geschoten hadden, over het water en apporteerde hem. Zijn eigenaar zei niets, de buurman ook niet. Na een tweede eend-apport vroeg de man aan zijn buurman: “Is je niets opgevallen aan mijn hond?” De buurman wreef zich nadenkend over zijn kin en zei toen: “Ja, nu je het zegt, die hond kan niet zwemmen.”

 GOOISCHE VROUWENMOP

Het is een bloedhete dag. Martin’s villa in Laren biedt nauwelijks verkoeling. Hij neemt nog maar eens een douche. Zijn vrouw loopt met haar sherry langs de badkamer. “Schatje,” roept Martin vanonder de douche. “Wat zouden de buren er van denken als ik zo het gras ga maaien?” Cheryl steekt haar hoofd om de deur: “Dat ik je alleen om je geld getrouwd heb, Martin!”

 MAALTIJDMOP

De kannibaal moest gezonder eten van zijn dokter: paleolithische voeding, gebaseerd op mager vlees, vis, groenten, fruit, wortels en noten. Geen zuivel noch suiker of vet, geen zout en geen frisdrank. Bij het diner moppert de kannibaal tegen zijn vrouw: “Ik haat die huisdokter!” Waarop zij zegt: “Dan eet je toch alleen je groente?”

 De andere, bewustere mens in de film Avatar

  STRATEGIEMOP

Een half uur voor sluitingstijd staat een agent bij een café verdekt opgesteld om te zien af hij nog een zuipschuit kan bekeuren. Dan wankelt iemand de tent uit, stapt moeizaam op de fiets en rijdt slingerend weg. De agent besluit te wachten op een betere vangst. Geduldig laat hij zelfs even na sluitingstijd twee lallende lui passeren, die maar net hun auto kunnen inkomen. Uit zijn ooghoek ziet hij namelijk uit de achteringang van het cafe een lange man struikelend rond zwalken over de parkeerplaats. Vent probeert zijn sleutel op vijf verschillende auto’s en als hij dan eindelijk zijn eigen auto gevonden heeft, duurt het nog vijf minuten voordat hij de auto weet te starten. De agent springt voor de auto en dwingt de kerel een blaastest te doen. Maar zelfs na drie keer blazen geeft het apparaat 0,1 promille aan. De agent vraagt verbaasd aan de man hoe dit mogelijk is, waarop de man grijzend antwoordt: “Vanavond was ik onze afleidingsmanoeuvre.”

 CHRISTENMOP

De rabbi heeft een voorbeeldig leven geleid. Na zijn dood roept God hem bij zich en zegt: ‘Isaac, je verdient ten volle dat ik je naar de hemel stuur.’ Isaac wordt heel zenuwachtig. “Heer,” monkelt hij, “Niet alles in mijn leven is goed gegaan helaas. Ik heb een zoon die ons Joodse geloof heeft laten vallen en christen is geworden.” God knikt geruststellend: “Maak je niet druk, Isaac. Ik heb ook zo’n zoon.”

 Trespassers will be shot, survivers will be shot again.

 BOERENMOP

Twee bejaarde boeren komen elkaar tegen op de veemarkt, zegt de een tegen de ander: “Ik heb een schaap dat last van schurft heeft, dat had een van jouw schapen toch ook?” “Ja,” zegt de ander, “dat klopt.” Zegt de een: “Wat heb je hem gegeven?” Zegt de ander: “Terpentine.” Een week later komen ze elkaar weer tegen. Zegt de een tegen de ander: “Ik heb gedaan wat je zei en hem terpentine gegeven, maar het heeft niet geholpen want hij is dood gegaan.” Zegt de andere boer: “Die van mij ook.”

 LABMOP

Er zitten bij TNO twee laboratoriumratten in een kooi. Zegt de ene rat tegen de andere: “Zie je die vent daar in die witte jas? Ik heb hem inmiddels zover dat, wanneer ik op die groene knop druk, hij me eten komt geven.” De andere rat knikt: “Mooi. Maar zie je daar ook die Amerikaanse vent in die zwarte toga daar? Die gaat onze regering een proces aan doen, als ik het nog langer verdom om genetisch gemanipuleerde soja te vreten.”

 VERKEERMOP

Drie Belgen komen gearmd een Rotterdams café binnen. Als ze elkaar loslaten, valt de middelste languit op de grond en blijft zo liggen. De linker man zegt tegen de barkeeper: “Doe mij een whisky.” De rechter man zegt: “Voor mij een pils.” “En wat kan ik voor de mijnheer op de grond inschenken?” vraagt de barkeeper. Zegt de linker: “Hem krijgt niets, ‘em moet ons nog trug naar Antwerp rijden.”

  BABYMOP

Een vrouw met een baby stapt de bus in en de buschauffeur schrikt: “God, dat is de lelijkste baby die ik ooit heb gezien.” Woedend loopt de vrouw naar achteren en checkt daar pas haar chipkaart in. Ze gaat trillend naast een oude man zitten die bezorgd vraagt of het wel goed met haar is. Pissig moppert ze: “Die rotchauffeur heeft me diep beledigd.” “Heeft u niks teruggezegd?” vraagt de bejaarde. “Nee,” gromt de vrouw. “Dat zou ik wel doen,” antwoordt haar buurman. “Die gasten moeten leren, dat ze afgerekend worden op hun onbeschoftheid. Kom op. Doet u het maar. Ik houd uw aapje wel even vast.”

  SOEPMOP

Opgewonden wenkt de gast de ober naderbij. “Kerel, kijk nu. Er zit Nom de Dieu een kikker in mijn soep!” “Ik ga er meteen mee terug naar de keuken, meneer,” belooft de ober. Binnen dertig seconden is hij terug met een nieuw bord. “Sorry, sorry, meneer. De kok zegt dat de vlieg met vakantie is.”

En omdat het de laatste is, hier toch nog een beetje smerige mop uit Tijdgeest Magazine van 2015:

 VOGELMOP

Hans wordt gek van zijn nieuwe papegaai, die de goorste taal blijkt uit te slaan als hij eenmaal gewend is. ’t Is allemaal smerigheid wat er uit komt. Een deken over de kooi helpt niet, de papegaai blijft vloeken en tieren. “Ik wil GEEN kut, GEEN klote en GEEN tyfus meer horen,” schreeuwt de nieuwe eigenaar, terwijl hij de vogel in de vuilnisbak kwakt. Helaas, het beest scheldt gewoon door in het donker. Razend propt de man de papegaai in de vriezer en o wonder, na vier minuten wordt het stil. Verbaasd opent de man het vriezerdeurtje. Bibberend kruipt de papegaai over zijn hand en arm naar zijn schouder. “Ga je nu je gore bek houden?” vraagt de man. De papegaai schudt zijn kop, zegt “Ja, meneer” en vraagt dan timide: “Eh, meneer, die kippen in uw vriezer? Wat schreeuwden die zoal?”