(Herzien, gepubliceerd in Onkruid, juni 1997 )
Komen er Ufo’s uit Orion, Sirius of de Plejaden? Gaan ze ons kolonialiseren? Of erger, wonen er ondergronds enge reptielwezens? Wat is commerciële manipulatie van onze angsten en wat is waar?
In 1968 werd het eerste boek van Erich von Däniken in Duitsland uitgegeven: Waren de goden kosmonauten? Het is inmiddels talloze malen herdrukt. Het jaar daarop kwam het vervolg op de markt (Terug naar de sterren). Argumenten voor het onmogelijke zijn sinds die tijd ruimschoots aangedragen maar in dat onderzoeksproces komen ook de meest enge en psychopathische berichten op de lezer af. Vooral wat er zogenaamd gechanneld wordt, overgebracht door een (quasi-)helderziend medium, doet je de haren ten berge rijzen. In het beste geval blijven we ons verwonderen. Over de eventualiteit bijvoorbeeld dat er bewoonde planeten in de Pleiaden of in de buurt van Orion zijn, zoals de schrijvers Bauval en Gilbert suggereren in hun boek Het Orion Mysterie (1996). Van de Egyptische piramide van Cheops zegt dit tweetal dat hij vooral een astronomisch laboratorium is en dat het ding ons verwonderlijk accuraat informeert over de enorme astronomische bekwaamheden van de oud-Egyptische cultuur. Mysteries, mysteries. Hoe kwamen die knapen vier-, vijfduizend jaar geleden aan die kennis? De farao-koningen geloofden kennelijk dat hun ziel na hun dood een ster in het sterrenbeeld de Gordel van Orion zou worden. De drie piramiden van Gize blijken in een zelfde lijnverhouding gebouwd te zijn als de drie grote sterren van Orion. Foto’s van die hemellichamen tonen dat absoluut duidelijk aan. Via de piramideschachten kon de richting van het opstijgen van de farao-ziel vergemakkelijkt worden. Bauval en Gilbert concluderen dat de piramiden minder als graf bedoeld zijn geweest dan als gidskanaal.
Andere megalitische raadsels vormen de enorme kogels van lavasteen, die in heel Zuid-Amerika voorkomen en de kilometerslange landmarkeringen in bijvoorbeeld Peru, op de vlakte van Nazca (bakens voor vliegende schotels?). Er zijn talloze geheimzinnige artefacten in ruïnetempels te vinden en wonderlijke dingen zoals de enorme, langorige beelden op de Paaseiland. Aan de andere kant van de wereld fascineert de in 1996 onderzochte Chinese witte piramide waar de Duitser Hartwig Hausdorf verslag over heeft gedaan in zijn boek De Witte Piramide. De meeste van die bouwsels zijn onverklaarbare Titanen‑prestaties. En wat te denken van de Japanse Djogoe-beeldjes, zo’n drieduizend jaar oud die kennelijk lieden met een zuurstofmasker voorstellen? Archeologen vonden inscripties in grotten van sterrenstanden uit oertijden. Een Chinese professor vond op het binnenmeereiland Jotuo in graniet gebeitelde reliëfs, 45.000 jaar oud, waarop mensachtige gedaanten slurfachtige uitgroeisels dragen, die aan moderne ademhalingsapparatuur doen denken. Zijn dat inderdaad allemaal erfenissen van Ufonauten? Voorlopig zitten de archeologen, paleontologen en antropologen nog met de mond vol tanden.
MYTHEN EN SAGEN
In mijn boekenkast staan zo’n veertig, vijftig titels, die me meegevoerd hebben in die geheimzinnige voorouderlijke wereld van mythen, sagen en overleveringen. Je zou met weinig moeite in diverse verhalen, ook in verschillende Bijbelteksten, ‘hemelse heersers’ kunnen zien afdalen uit hun ruimteschip om te gaan regeren. Yehi, de eerste mythische koning van Tibet, zou zo uit een ‘schelp’ geboren zijn. In de stamboom van de zevenentwintig legendarische Tibetaanse koningen kwamen er zeven langs hemelladders afgedaald, mogelijk vanuit de stad Sudarsoma, die de ruimte doorkruist volgens deze overlevering. Wat weten we bedroevend weinig van ons verleden. Het Joodse Oude Testament beschrijft maar een paar duizend jaar.
Hoe heeft onze planeet er tienduizend, twintigduizend jaar geleden uit gezien? Wij hebben geen idee. Astrobiologie, tijd, bewustzijn en genetische herinnering maken een rondedans. In het Indiase Mahabharata‑epos staat een ondubbelzinnige beschrijving van een kernoorlog. Op de grens van India en Bangladesh zijn duidelijke sporen van een atomaire holocaust te vinden die men op zo’n 10.000 jaar geleden dateert. Zijn wij de zoveelste opnieuw begonnen beschavingsrest?
Von Däniken stelde dat buitenaardsen door genetische manipulatie aan rasverbetering en raszuivering deden, en hun producten verder beschermden door hun favorieten te voorzien van wat extra technische en medische kennis. Doen ze dat nog steeds? De stichter van de Indiase Jain‑sekte, Mahavira, zou in elk geval in 599 v.Chr. als buitenaards embryo begonnen zijn volgens de Jain‑legende. Ook de afkomst van het extreem behaarde Japanse Aino‑volk zou zeer wel buiten de aarde gezocht kunnen worden. Hun taal lijkt bijvoorbeeld op geen enkele andere aardse taal.
Er verschenen vijftien, twintig jaar lang (tot 2006) boeken met gedetailleerde beschrijvingen van mensen die zeggen ontvoerd te zijn in een UFO. Daarboven schijnen er kweekplaatsen voor hybride kruisingen te worden beheerd. Aardbewoners moeten daar dan zaad of eicelletjes voor leveren. Tja, tja. Ongelofelijk? Maar ja, wie had tweehonderd jaar geleden geloofd in vliegmachines en een landing op de maan?
REGERINGEN, UFONAUTEN EN REPTIELEN
De complotttheorie, die vooral in de V.S. zeer populair is, zegt dat de Amerikaanse overheid al lang en breed allerlei UFO en hun bemanningen heeft onderzocht en daarmee de eigen wetenschappelijke kennis heeft opgepept. In het diepste geheim natuurlijk. Daar speculeerden de makers van de film The Roswell Incident uiteraard op. In augustus 1996 was er ook op de Nederlandse TV een film over een buitenaards wezen op de operatietafel. De omgekomen inzittende van een verongelukt ruimtevaartuig? De meesten critici hebben het knappe nep genoemd en gezien het fortuin wat er mee verdiend kon worden, is dat waarschijnlijk ook zo. Toch blijven diverse getuigen hardnekkig dat er op 1 juli 1947 echt ‘iets’ is neergestort in de woestijn van New Mexico. Een inmiddels gepensioneerde generaal, Arthur E. Exon, die voor de Amerikaanse luchtmacht het wrak onderzocht schijnt te hebben, zei in een interview uit 1990: “Onze algemene conclusie was dat het werkelijk uit de ruimte afkomstig was.” Het grote publiek zal door zo’n film zeker het gevoel krijgen dat een UFO-waarneming niet langer iets is dat alleen gekken hebben. Men zal het buitenaardse gebeuren serieuzer nemen. En wellicht zitten daar die Ufonauten nou juist in de sterrenlucht op te wachten. Of moeten we banger zijn voor wezens van onder de grond?
De Amerikaanse schrijfster Barbara Marciniak beweerde in trance informatie te krijgen uit het Pleiaden-sterrenbeeld. Haar verhaal (Brengers van de dageraad) was goed voor diverse kouwe rillingen, maar daar rinkelt vooral de kassa des boekhandelaren wel bij. Die mevrouw waarschuwde ons dat onze mooie aarde door reptielachtige Kwade wezens, regerend vanuit een ondergrondse vesting in het Midden-Oosten, in bezit is genomen tegen de wil in van andere ‘Scheppende Goden’. Deze Hagedissen voeden zich met de vibraties van emoties, angst, geweld en chaos. De Pleiaden willen daar liefde en licht tegenover stellen, alsmede de kracht van het getal 12. De lezer van haar boek werd verteld dat hij of zij automatisch lid werd van de Familie van het Licht en dat de betrokkene snel die als mens vermonde reptielachtige, gevoelloze wezens zou gaan leren herkennen. Tjonge, wat een heerlijk idee! Wat heb ik daar lang met smart op zitten wachten, maar niet heus. En wat nog akeliger is, deze ruimtewezens schijnen het collectieve DNA van de menselijke beschaving gemanipuleerd en beschadigd te hebben om ons onder controle te kunnen houden. Wanneer een tegen de Hagedissen rebellerende mens toegang tot zijn diepste geheugen leert vinden en naar zijn Hogere Ziel gaat leven (monogaam, zonder diploma’s, zonder belasting te betalen en zonder TV, radio en kranten), kan hij een voertuig voor de Goede Onstoffelijken worden en zelf een interdimensioneel superwezen zijn dat zijn eigen toekomst creëert. Oef, oef, oef. Mag ik even gaan liggen? Het ergste van zo’n boek -en die Barbara heeft diverse bestsellers op de Nederlandse markt gehad- is dat bepaalde gedeelten zo prachtig en waar klinken. Het Jomanda-effect noem ik dat niettemin. Het kan natuurlijk goedbedoeld zijn en er zullen ook best mensen enorm van opknappen en zelfs genezen. Ik knap er nog steeds van af.
Ene mevrouw Phyllis Virtue Schlemmer, nog zo’n zwaar paranormaal begaafd Amerikaans dametje, loopt eveneens succesvol over die Uitverkiezing te brallen. In haar boek De uitverkoren planeet channelde zij ineens de buitenaardse Raad van Negen, die zichzelf als de ‘Spelbedrijvers’ etiketteren. Deze hiërarchie (de `Elohim’ uit de Bijbel volgens haar eigen zeggen) bestuurt haar mediamieke lichaam. Helaas ging haar publiek doorgaans heel vermoeid naar huis. Dat was voor mij toen de zoveelste aanwijzing dat er zich hier een dubieuze astrale plaaggeest manifesteert, die knap parasiteert op de energie en de aandacht van de toegewijde slachtoffers van mevrouw Schlemmer. Dat channelen wordt wel erg eng! En zo’n medium smijt ook onmiddellijk met de meest exotische namen van allerlei beschavingen in het heelal. Hoova, Altea, Asjan en Aragon. Zeneel, Zeemed en Zenthorp… Niet te verifiëren kletskoek en er wordt nog in geloofd ook. Het grappige is nou juist weer wel dat mevrouw Schlemmer channelt dat we enorm moeten uitkijken voor de Plejaden-bewoners.
VALSE PROFETEN
Is dit niet een mooi voorbeeld van de communicatie met valse profeten zoals dat ook al in de Bijbel voorzegd werd? Al het haar op mijn lijf gaat spontaan overeind staan als ik lees hoe zulke teksten doortrokken zijn met vleierij, quasi-beloften en indirecte bedreigingen. De meest duidelijke aanwijzing voor nep is als de lezer ook nog gepaaid wordt met het vooruitzicht dat hij of zij tot enig Uitverkoren Volk zal gaan behoren. Als je tenminste maar precies doet, wat goeroe, auteur of gids je voorschrijft. Jakkiebah…
De eigen bron en daarmee het eigen dogmatische gelijk wordt door die Phyllis natuurlijk exclusief gehouden: “Ik ben de enige spreekbuis van de Negen. Wij komen uitsluitend door via Phyllis Schlemmer.” En dan volgt volop het doemdenken: kwaadaardige buitenaardse beschavingen willen de aarde kolonialiseren. Ze beschouwen de mens als exploitabel vee. Ach. Zo ken ik nog een stuks of tien schrijvers. Ashtar-commando’s. Stargate-begeleiders. Ze hebben unieke, prikkelende namen, Ze beweren dat er invasies gaan komen, evacuaties, opstralingen en transformaties.
Sommige lui worden gered en andere niet. Ik vast niet. Ik vind het schitterend hier op aarde. Ik blijf. Desnoods tegen beter weten in. Ik heb nogal wat vertrouwen geput uit de graancirkels. Elke zomer worden er overal in de wereld zulke fenomenen aangetroffen. In het boek Boodschappen uit de kosmos van de Duitse onderzoeker Hesemann tref je er prachtige kleurenfoto’s van aan. Omgezwiept gewas of graan met een verhoogde radio-activiteit of zinderend door een bepaald elektro-magnetisch veld. Al in 1966 onderzocht de Australische luchtmacht een claim van een geschrokken boer. Alleen het resultaat van een zware meteorologische turbulentie, veroorzaakt door een lokaal wervelstormpje? Ondertussen zijn er veel grappenmakers ’s nachts in de weer geweest met touwtjes en houtjes, soms zelfs hangend aan de helicopter met een grote, blazende stofzuiger. Hahaha. Maar kunnen we wel zo ontspannen blijven lachen? Want die mysterieuze cirkels zijn ondertussen ook in de Afghaanse en Turkse sneeuw aangetroffen en op drijvend ijs in de Poolzeeën. In Engeland zijn er tussen 1982 en 1997 minstens 2000 geregistreerd. Er is een actieve club van nachtelijke ‘cropcircle’-vorsers. Sinds 1990 zijn er ook op Nederlandse boerenbedrijven in tarwe, aardappelplanten of andere gewassen exotische figuren, pictogrammen, ‘afgedrukt’. Boodschappen in code van buitenaardse beschavingen? Contact met andere dimensies die de onze incidenteel zichtbaar kruisen? Werk van aardse magiërs?
In 1996 vond een Belgische boer in zijn tarweveld bij Boekhoute over een afstand van 80 meter twee grote cirkels, waarbinnen zich weer andere meetkundige figuren bevonden. Alle aren lagen in dezelfde richting zonder kneuzingen. Er zou een precieze baan van de planeten Mars en Venus in te lezen zijn geweest. Knap. In 1994 lag er een grote schorpioen afgedrukt in een gerstveld bij het Engelse Avebury en een tijdje later een magistraal spinnenweb, ook in die buurt. Alleen maar curieuze informatie? Gaan we gewoon en vrolijk genieten van de prachtige kleurenfoto’s die er van gemaakt zijn? Ontspannen in blijde afwachting achterover leunen, zetten we klapstoelen in de tuin om als eersten de ruimtevloot in de hemel gedag te kunnen zwaaien? Of sluiten we ons in onze kelders op, bang en hysterisch gemaakt?
Ik vind het dom en onwetenschappelijk arrogant om te doen alsof wij ook maar iets van ons leven op aarde begrijpen, laat staan van buitenaards leven. Laten we kritisch blijven maar ons definitieve oordeel opschorten. Ik spreek u dan weer over duizend jaar. Want u en ik gaan natuurlijk enthousiast door met reïncarneren!
PdH
Literatuur:
TERUG NAAR DE STERREN -mogelijkheden van het onwaarschijnlijke-
(Erich von Däniken 1968)
HET ORION MYSTERIE
(Robert Bauval & Adrian Gilbert 1994)
BOODSCHAPPEN UIT DE KOSMOS
(Michael Hesemann & Herman Hegge 1995)
DE WITTE PIRAMIDE
(Hartwig Hausdorf 1997)
BRENGERS VAN DE DAGERAAD -Lessen van de Pleiaden-
(Barbara Marciniak 1996)
DE UITVERKOREN PLANEET
(Phyllis Schlemmer 1995)
Laatste commentaren