Even goed lachen om deze 15 moppen is net zo goed voor je als 15 minuten indoortraining wat je bloedcirculatie betreft. Het maakt endorfinen aan en verhoogt de vitaliteit van je immuunsysteem. Het maakt niet uit waarom je lacht. Denk aan mannen die hun borst en oksels ontharen. Denk aan vrouwen met een kipfiletje in hun bh. Mogelijkheden zat. Desnoods één van deze 15 moppen.
De psychiater toont zijn cliënt de eerste inktvlekafbeelding van de Rorschach-test: “Meneer, wat ziet u hierin?” De man draait het plaatje een halve slag en wijst: “Het is een man die een vrouw van achteren neemt.” Geduldig pakt de psychiater een nieuwe zwart-wit afbeelding: “En dit, meneer?” Zijn cliënt draait het papier meteen ondersteboven en zegt: “Dat is een dikke vrouw die een dunne man afzuigt.” Bij de volgende foto heeft de cliënt meer moeite, maar na even draaien zegt hij toch: “Het zijn meisjes met twee vingers in elkaars poes.” De psychiater zucht: “Het spijt me maar u lijkt geheel geobsedeerd door seks.” De man wordt rood: “Ik? U bent toch degene die mij de hele tijd die smerige plaatjes laat zien?!”
Het zuinige echtpaar doucht samen als er gebeld wordt. Ron is net ingezeept en Rhonda besluit naar beneden te gaan. Snel slaat ze een ochtendjas om. Voor de deur staat Wim, een vriend van Ron, die vraagt of Ron thuis is. Rhonda schudt haar hoofd: “Hij staat onder de douche.” Wim kijkt naar Rhonda’s decolleté en zegt dan aarzelend: “Als je me je borsten laat zien, geef ik je € 200.” Rhonda kijkt stroef maar denkt dan aan haar magere huishoudboekje. “Vooruit, dan, Wim. Even.” Wim pakt vier briefjes van € 50 uit zijn portemonnee. Zijn handen trillen. “Ik doe er nog vier bij als je me ook je poes laat zien.” Rhonda zegt: “Ik zou je eigenlijk moeten slaan, smeerlap, maar vooruit, kijken kan altijd.” Wim kijkt zijn ogen uit en Rhonda neemt tevreden zijn geld aan. Wim verdwijnt naar huis om verder te fantaseren. Boven vraagt Ron wie er aan de deur was. “Wim,” antwoordt zijn vrouw. Plotseling pissig gromt Ron: “Ah, ik krijg nog € 400 van dieklootzak!”
Juichend komt het blondje het café binnen. Ze bestelt een drankje en zit zodanig hardop in zichzelf te praten, dat de barman zich er mee bemoeit: “Ik hoor u zeggen dat u iets niet kan geloven, dame. Mag ik weten wat dat is?” Het blondje meisje kijkt hem glunderend aan en zegt: “Wow,man, ik flikte het in 30 dagen. Dat is toch niet te geloven!” De barman vraagt naar het wat en hoe en dan antwoordt het meisje: “Yo! Ik heb zo’n legpuzzel in elkaar gezet in 30 dagen, terwijl op de doos staat 3 tot 5 jaar!”
‘Leuk dat je belt. Hoe is het er mee?” (…) “Okay, je lichaam doet overal pijn, maar jij vindt slechts dat je DNA aan het muteren is, en naar de dokter hoef je niet?” (…) “Prima, je jij bent gewoon aan het loslaten. Ja.” (…) “De meeste van je vrienden zijn onzichtbaar en als jij in jezelf staat te praten dan is dat met hen. Best, dat schijnt te kunnen.” (…) “Okay, tijd heeft geen betekenis, het is altijd NU voor jou. Ja, eh ja.” (…) “Eh, wacht even. Jij feliciteert mij nu omdat je gehoord hebt dat ik ga scheiden. Dat deed je ook toen ik je verteld had dat ik ontslagen werd.” (…) “Nee, nee, dat is ook niet zo erg, maar toen mijn hond iets uitbraakte zei jij lachend: ‘Het zullen wel de nieuwe energieën zijn die nu de planeet binnenkomen’ en je meende het eigenlijk. Of niet soms?” (…) “Ho, ho, steeds als jouw geheugen tekort schiet, zeg jij als excuus dat je nogal drastisch aan het ascenderen bent.” (…) “Ja best. Jij voelt het nieuws al voordat je de krant ziet. Ja, ja, dat is ook handig, dat geef ik toe. .” (…) “O, nu vermoed jij ineens dat ik jou een beetje geschift vind? Toch? En je reactie is dat jij diep van binnen aanvoelt dat ik eigenlijk jaloers ben op jouw besef van onthechting, van vrijheid en creativiteit? Zo is het toch?” (…) “Ja. Ik bel je nog wel. Als je daarboven tenminste de telefoon nog mag opnemen.”
Op de nieuwe school in de nieuwe stad merkt Jantje, dat hij moeiteloos het alfabet kan schrijven met schrijfletters èn kapitalen. Hij schept er over op bij zijn vader: “Een heleboel kinderen kunnen daar nog niks van!” Vader lacht tevreden: “Dat is omdat jij uit Den Haag komt, jongen.” De volgende dag vertelt Jantje dat hij met rekenen zelfs de tafel van 12 goed kon, terwijl veel kinderen nog ploeterden met die van 8 en 9. Vader klopt hem op zijn schouder: “Dat is omdat jij uit Den Haag komt, Jantje.” Op vrijdag heeft de school gymnastiek gehad. Aan tafel vertelt Jantje dat hij bij het douchen gezien heeft, dat zijn plasser wel drie keer zo groot is als die van de andere jongens: “Komt dat omdat ik uit Den Haag kom, pap?” De vader schudt zijn hoofd: “Nee, Jantje. Dat is omdat jij zestien bent.”
De man komt laat binnen in een Mexicaans eetcafé en bestelt Hot Chili. De serveerster zegt sorry en legt uit dat de meneer aan de volgende tafel de laatste portie heeft gekregen. Teleurgesteld kijkt de klant verder op de menukaart maar hij vindt niks dat hem trekt. Dan ziet hij dat de andere klant klaar zit met zijn portemonnee en dat zijn bord nog nagenoeg vol is. “U gaat die Chili niet opeten?” vraagt hij nieuwsgierig. Zijn buurman wijst op het bord: “Gaat uw gang.” Gulzig begint de tweede klant te eten, terwijl de eerste afrekent. Plotseling stuit de vork van de etende man op iets diks: een dode muis. Walgend kotst hij het hele bord weer vol. Zijn buurman loopt langs hem naar de deur en klopt hem in het voorbijgaan grijnzend op de schouder: “Precies, tot zover was ik ook gekomen!”
Marina werpt zichzelf op de bank als ze thuis komt van haar school en begint aan de chips. Haar moeder schreeuwt dat ze haar jas moet òphangen in de gang en haar vader grist zijn biertje uit haar handen. “Niemand houdt van mij. De hele wereld haat me!” snikt ze geëmotioneerd. Dan kijkt haar broertje heel even op van zijn Playstation: “Nee hoor. Er zijn zat mensen die jou nog niet genoeg kennen!”
Rudie redt net op tijd het leven van een medepatiënt in de inrichting. Als de zuster binnenrent in de badkamer, ziet ze net hoe Rudie de mond-op-mond beademing beëindigt en dat de andere patiënt weer begint te bewegen. “Hij wou zichzelf verdrinken in de badkuip,” legt Rudie uit. De volgende dag wordt hij bij de hoofdpsychiater geroepen. “We vinden het allemaal prachtig wat u gedaan heeft, meneer Janse. Helaas, later op de avond heeft die arme donder zichzelf toch met succes opgehangen.” Rudie fronst: “Hoe zo? Ik ben later gewoon even terug gegaan met een waslijntje om hem goed te laten opdrogen!”
Doodstil bergt de inbreker zijn geroofde buit op in een grote tas, als hij ineens een krakende stem achter zich hoort: “Wees voorzichtig, God en Jezus kijken naar je.” De geschrokken inbreker ontwaart achter zich een papagaai in een kooi. Hij ademt diep uit: “Een kutvogel, wat een opluchting. Klotebeest, ik schrik me rot.” De papagaai reageert beledigd: “Ik heet geen klotebeest en geen kutvogel. Mijn naam is Nebukadnezar!” De inbreker grijnst: “Welke idioot heeft jou die achterlijke naam gegeven?” De papagaai lacht terug: “Dezelfde gek die zijn pitbull God genoemd heeft en de Rottweiler Jezus!”
“Het goede nieuws, o geliefde gemeente,” galmt de stem van de dominee, “is dat we geld genoeg hebben voor de restauratie voor ons mooie maar verwaarloosde kerkgebouw. Maar, o Heer, het slechte nieuws is, dat het nog steeds in jullie portefeuilles zit!”
Rob komt thuis en meteen bij de deur slaat Paula hem al weer naar buiten. Verdwaasd vraagt hij wat er aan de hand is. Ze toont hem een papiertje waarop staat Wilma met een telefoonnummer. Rob put zich uit in verontschuldigingen: “Dat is het nummer van de Bookmaker van de Paardenracebaan. Ik moet hem bellen om te wedden op dat waanzinnige paard Wilma.” Paula doet een pleister op Rob’s gezicht en maakt het binnen goed. De volgende dag slaat Paula hem in de huiskamer met een ijzeren bakpan op zijn hoofd. Als hij bij komt, staat ze triomfantelijk te kijken: “Je racepaard heeft net terug gebeld!”
In de intervisiesessies van de hypnotherapeutenclub gaat het heftig toe. Ze leren elkaar steeds beter kennen. Op een avond besluiten de mannen om feedback op elkaars ergste geheimen te geven. De jongste therapeut begint met te bekennen dat hij het diepe verlangen heeft om al zijn patiënten met overgewicht om te brengen. De tweede therapeut zegt dat hij dit vak alleen om het geld doet. Dat hij onnodig sessies afspreekt om maar meer inkomen uit zijn klanten te persen. De derde therapeut zegt dat hij duurbetaalde sessies met drugs doet en zelf ook leeft op geestverruimende middelen en drank. Dan zegt de vierde deelnemer: “Er is een beroepscode, ik weet het. Maar ik krijg het gewoon niet voor elkaar om een geheim te bewaren als ik het hoor.”
Een man zit te somberen aan de bar. “Problemen, meneer?” vraagt de barman. “Ach, mijn vrouw heeft me laten weten dat ze een maand niet meer met me wilde praten.” De barman denkt aan zijn eigen situatie thuis en probeert zijn klant op te beuren: “Is het ook niet een beetje prettig rustig zo, meneer?” “O jawel,” antwoordt de klant. “Maar vandaag was de laatste dag van die maand.”
De jonge vrouwtjesgorilla Jackie breekt de hele tent af als de oude mannetjesgorilla geen zin meer blijkt te hebben. De dierentuindirectie zoekt wanhopig op internet naar een potente vervanger maar dat lukt niet. De hitsige apin gaat zelfs driftig stenen naar de bezoekers gooien, maar dan heeft iemand een idee. Van een van de schoonmakers wordt gezegd dat hij erg groot geschapen is. Zou hij Jackie niet tijdelijk wat kunnen ontspannen? Wim wordt bij de directeur geroepen: “Wim, beste vriend, zou jij voor € 500 seks willen hebben met onze Jackie?” Wim krabt eens op zijn hoofd en knikt dan: “Jawel maar ik heb drie voorwaarden. Ik wil haar niet zoenen en ik ben niet verantwoordelijk voor eventueel nageslacht.” De directeur kijkt vragend: “En de derde voorwaarde?” Wim zucht: “Ik heb een week tijd nodig om die vijfhonderd euro bij elkaar te krijgen.”
Bob belt zijn baas om te zeggen dat hij griep heeft en niet kan werken. “Eikel, dat is al de tweede keer in drie weken,” schreeuwt de baas. “Wat doe je om er vanaf te komen?” Bob mompelt wat over vitamine C maar dan schreeuwt zijn baas boos: “Als IK griep hebt, neuk ik mijn vrouw twee keer, en hup, ik voel me weer het haantje!” “Okay,” piept Bob. Wonderlijk genoeg is hij een paar uur later al weer op de zaak. “Voel je je beter?” vraagt zijn baas. Bob knikt: “O ja. En u heeft ook een waanzinnig mooi huis!”
Laatste commentaren