Pesten maakt slechtoffers, op school, op de werkvloer, in relaties. Schrijfster Priscilla van Lierop publiceerde er een bevlogen boek over. Lees meer op http://www.stichtingvogelvrij.nl/.
Ik zat in de metro, op weg naar huis. Het was een lange dag geweest. Om me heen zaten mensen de krant te lezen, in gedachten verzonken of met hun ogen gesloten uit te rusten. Een vredig moment na een lange, drukke dag. Opeens kwam een man binnen met zijn twee kinderen. Ze renden heen en weer, aan elkaar trekkend en duwend. De vader sloeg geen acht op zijn kinderen, en ging naast mij op de bank zitten. Hij sloot zijn ogen. De kinderen schreeuwden en gilden naar elkaar, en van enige vorm van rust was geen sprake meer. Ik keek om me heen. Ik zag dat niet alleen ikzelf geïrriteerd was, maar ook de mensen om me heen keken verstoord naar de kinderen, die met niemand rekening hielden. Ze trokken zelfs een loshangend stuk krant uit de handen van een oudere man, gooiden en schopten het door het gangpad. Ik kon het niet langer aanzien, en draaide me naar de man naast me. ‘Meneer’, zei ik, ‘Uw kinderen vallen de andere reizigers lastig, kunt u ze niet wat meer in de gaten houden?’ De man opende zijn ogen, keek naar zijn kinderen en vervolgens naar mij. Toen zei hij: ‘Ja natuurlijk, u hebt gelijk, ik moet ze eigenlijk tot de orde roepen. We komen net uit het ziekenhuis waar hun moeder is overleden. Ik weet niet wat ik moet denken, en ik denk dat zij ook niet weten hoe ze ermee om moeten gaan.’
Dit is niet mijn eigen verhaal, het is een verhaal uit de Zeven Eigenschappen van Effectief Leiderschap van Stephen Covey. Dit verhaal beschrijft hoe je perceptie van een situatie verandert, wanneer je vanuit een andere invalshoek naar dezelfde situatie kijkt. Wanneer je afstand durft te nemen van je eigen model van de wereld en kijkt door de ogen van de ander gaat er een hele nieuwe wereld voor je open.
Zo is het ook met pesten. Pesten is op het moment een hot item. Stichtingen met een preventieprogramma schieten als paddenstoelen uit de grond, in kranten en tijdschriften worden volop meningen geventileerd. Het lijkt of iedereen er wat van moet vinden. ‘Je wordt er sterker van!’ ‘Het heeft mij gemaakt tot wie ik ben.’ Maar ook: ‘Het beïnvloedt nog dagelijks mijn leven.’ ‘Nu ik volwassen ben word ik op mijn werk óók weer gepest!’ En de reacties daarop variëren van: ‘Je bent er nu toch wel overheen gegroeid!’ naar ‘Joh, anders was je vast niet zo beroemd geworden!’ en: ‘Je moet je gewoon assertiever opstellen!’
Valt je iets op aan deze reacties? Wanneer je ze goed bestudeert, dan zie je dat het probleem steeds teruggelegd wordt bij degene die is gepest. Hij kan er niet goed mee omgaan (het probleem ligt bij hemzelf!). Zij heeft het niet verwerkt (waarom gaat ze niet gewoon even in therapie?). Of in het beste geval: Hij is er toch sterker van geworden? (pesten is zo erg nog niet!)
Begrijp me niet verkeerd: het is belangrijk dat er aandacht aan het onderwerp wordt besteed en het is nog belangrijker dat degene die is gepest wordt geholpen. En tegelijk is dat niet het volledige plaatje. Want wij zitten op het bankje van Stephen Covey. Die zich, onbewust van wat er in de man naast hem omgaat, een mening heeft gevormd. Wij hebben geen idee wat zich in het hoofd van degene die wordt gepest afspeelt. De gepeste is gepest. En tegelijk vellen ook wij, net als de pester, een oordeel. Het is al zolang geleden, speelt dat nu nog? Wat dóet hij dan, dat hij steeds opnieuw slachtoffer is van pesten?
En daarmee gaan we volledig voorbij aan het onderliggende systeem van pesten, waarin iedereen een betrokkene is. Als ouder, buurman of vriendin. Niemand is een buitenstaander – ook al reageren we wél als buitenstaander. Met een oordeel; hoe goed bedoeld onze reactie vaak ook is. We gaan met zevenmijlslaarzen voorbij aan het feit dat NIEMAND het verdient om gepest te worden. Of liever gezegd: geen enkele reden is goed genoeg om iemand te pesten. Geen enkele! De pester ZOEKT een reden, en gebruikt daarvoor een willekeurig kenmerk van zijn slachtoffer. Goede cijfers (of slechte). Rood haar (of blond). Gele schoenen (of blauwe).
En vergis je niet. Het trauma dat iemand oploopt ten gevolge van pesten kun je niet zomaar wegpoetsen. Een lerares in Amerika gebruikte een hele duidelijke manier om uit te leggen hoe dat werkt. Ze vroeg alle kinderen in haar klas een stuk papier te bekrassen, erover te lopen en zo goed mogelijk te verfrommelen. Daarna vroeg ze de kinderen het papier weer glad te maken. Zodat het weer net zo was als voorheen. Toen dat niemand lukte zei ze: ‘En zo ziet iemand die gepest is er de rest van zijn leven uit.’
Het besef dat welke aanpak van pesten dan ook gebaat is bij een goed onderbouwde visie op pesten – waarbij geen enkel facet van het systeem buiten beschouwing gelaten wordt – is nu belangrijker dan ooit. Zo’n visie helpt al die mooie, goedbedoelde en belangrijke initiatieven om pesten tegen te gaan ook daadwerkelijk tot een goed resultaat te leiden.
Want elk kind dat bang is om naar school te gaan omdat het dan misschien wéér wordt gepest, is er één teveel. Elk kind dat niet bij zijn ouders of vrienden durft aan te kloppen omdat hij denkt dat het pesten aan hemzelf ligt, is er één teveel. Elke zelfmoordpoging voortgekomen uit pesten is er één te veel.
31 oktober 2013
Visie op Pesten – Joan Elkerbout/Priscilla van Lierop
www.stichtingvogelvrij.nl
Laatste commentaren