brievenduifjes

Wie ben ik? En wat is liefde? Is liefde jezelf wegcijferen ten behoeve van de ander? Zorgen voor, een monogaam offer brengen? Of is liefde eigenlijk ultieme vriendschap?

Ik weet niet wat Liefde is. Ik ken ervaringen van intense tederheid, zorgzaam­heid en vreugde, die door een ander bij mij werden opgeroepen. En ik houd van mijzelf.

Ieder mens vult op eigen wijze gevoelens over Liefde in. De een stelt dat het wezenlijke kenmerk ervan Opoffering is, een ander vindt dat Kiezen-Voor-Iemand echte Liefde is. Dat is niet mijn weg noch mijn opvatting. Ik vertrouw name­lijk die zogenaamd onbaatzuchtige zelfwegcijfering niet, die zou moeten maken, dat ik aan een partner het recht op moment-tot-moment vrije keuze weggeef om haar een tijdelij­ke monogame veiligheid te bieden. Bovendien wordt er ongelijkheid door geschapen. Ik ben immers plots de nobele gever en de ander de nooddruftige ontvanger? Dat een geliefde aandoen kan in mijn ogen in elk geval geen Liefde zijn.

“Jij wilt gewoon twéé vrouwen om je heen hebben!” is een beschuldiging die frequent aan mij werd gericht. “Welke oprechte man niet?” was toen mijn wedervraag. En meer: welke oprech­te vrouw zou niet gloreren in de liefde van twee mán­nen, die elkaar niet naar het leven staan?

“Jij gaat uitsluitend van je eigen groeiproces uit en van de vervulling van jòuw idealen,” stelde een van mijn geliefde vijandinnen ooit. Zo hoort het ook, vind ik inderdaad. Daar durf ik namelijk verantwoording voor te nemen. Dat is in mijn ogen de heili­ge, noem het spirituele plicht van mijn geboorte. Dat is het geschenk wat ik mijn ouders zou willen teruggeven. Naasten­liefde kan alleen voortkomen uit Liefde voor jezelf, gekop­peld aan weten wat jezelf nodig hebt en wat je te geven hebt. Daartoe moet men vooral ook de eigen grenzen van dat weggeven onderzocht hebben en ieder motief ertoe, hoe duister ook.

“Door je obsessieve zoeken naar vrijheid onthecht jij van je eigen pijn. Zo leer je nooit wat liefde is,” hoor ik weer een partner van toen schreeuwen. Dat zou kunnen. Ik ben nog midden in dat onder­zoek. Onthechting kan inderdaad ook een fameuze ontsnappingstech­niek worden. Maar even zo waar kan zijn, dat ik mij intuïtief en juist wijs losmaak van extreme emoties (de mijne en die van anderen) die ik eerder in mijn leven als niet heilzaam voor mijn gemoeds­rust en innerlij­ke vrede heb erva­ren. Want, is het nodig om pijn en verlies keer op keer te reacti­veren omdat het lijden functioneel schijnt te zijn om daarna, als een soort spirituele beloning, een hogere extase te kunnen beleven? Ik kan me niet voorstellen dat dat de Objectieve Waarheid zal blijken te zijn na mijn dood… Elk gezocht lijden is in mijn ogen een pure masochistische wreedheid. Mijn extases zijn me, Goddank, toegevallen en elke relatie met mijn ongeluk berust, hoop ik, vurig op Godde­lijk Toeval.

Liefde betekent voor mij Gelukkig zijn dat ik leef, gelukkig met deze hele paradijselijke aarde. Ik zeg niet: Gelukkig dat jij er voor mij wilt zijn. Dat beeld ken ik ook, maar dat noem ik eerder `Dankbaarheid.’

Liefde voor mij is niet `Kiezen’ maar `Delen’. Mijn Liefde is mijn liefde voor het Geheel en jij, geliefde vijandin, kan in ieder moment de meest dichtbije vertegenwoordigster van dat Geheel zijn. Ik zeg kan, want hierin verlang ik een vrije keus te hebben. Dat noem ik Vrijheid.

Een van mijn ex-geliefden, Lisette Thooft, (www.lisettethooft.nl) schreef in haar boek Alchemie van de liefde (Het geheim van de strijd, en hoe relatieconflicten je helpen om de Steen der Wijzen te vinden), dat ze in een tijd waar 1 op de 3 huwelijken en relaties beëindigd wordt het polyamorie-verhaal (meer partners tegelijkertijd) een vlucht vindt. De liefde is in haar visie een alchemistisch proces dat symbolisch in een afgesloten kolf dient plaats te vinden, zodat er geen energie naar anderen kan lekken. De platte seksuele energie trekt dan als het Ware langs de chakra’s omhoog en wordt gesublimeerd tot onbaatzuchtige liefde. Ik zie in haar visie opnieuw het eeuwige misverstand opdoemen. Dat stelt namelijk een onhandige en heftig emotionele norm: “Als jij intiem wilt zijn met een ander, dan hou jij niet voldoende van mij.” Dan kun je maar beter uit elkaar, wordt er dan ook meteen gedacht, want dan lekt de liefde weg. Is dat zo? Ik geloof niet dat dat het probleem is. De pijn ligt in het minderwaardigheidsgevoel van degene die zich afgewezen voelt: “Wat heeft die ander dat ik niet heb?!” Er wordt vergeleken en afgewogen en vaak beslist: liever alleen dan gedeeld… En, is dat de groeizame situatie waar Lisette naar verlangt? Ze schrijft: “Liefdesrelaties zijn om een beter, wijder, dieper en toleranter mens te worden.” Daar kan iedereen het mee eens zijn. Ik ben echter ook geneigd om te zeggen: “Liefdesrelaties zijn er om de ander te leren accepteren. Als tijdelijke spiegel om uiteindelijk jezelf te accepteren zoals je bent.” En of je nu een type bent dat makkelijk met een of meerdere partners gelukkig kan zijn, ach, wat maakt dat uit? Ik neem jou zoals je bent. Ik blijf met je samen, hoe je ook mokt en schreeuwt dat je niet eens kunt accepteren dat ik een ander zoen! Ik wil je vriend zijn. Ik bied je vriendschap aan, voor altijd.

Uit het duister van de nacht stap ik de ochtendschemering in. Ik wacht. Wacht tot de zon opkomt in een absoluut vertrouwen dat het licht zal worden. En dat ik nooit meer bang hoef te zijn voor het vallen van de avond, simpelweg omdat deze ochtend me vervult en troost. In ochtendmist naast me vermoed ik plotseling een gestalte. Is zij het die daar stil zit? Zij, mijn geliefde vijandin. Welk magisch toeval? Ik hoef niet te vragen of ik naast haar zitten mag. Mijn plek is immers daar waar ik doelgericht neerhurk? Ik wacht naast naar tot de zon opkomt..

Peter den Haring