Het monster kwam brullend achter de struiken vandaan waar het zich had verborgen. Het gromde met een heel enge stem: “Ik ga je opeten en verscheuren!” Fietje keek stomverbaasd: “Ha! Dat kan alleen andersom!” Het monster deinsde onzeker iets terug: “WAT!? Dat zullen we dan nog wel eens zien.” “Helemaal niet,”antwoordde Fietje. “Iedereen lacht je uit als je dat probeert.” Het monster deed een stap achteruit en deed zijn vervaarlijke muil een beetje dicht. “Wat bedoel je?” aarzelde hij. “Precies zoals ik het zeg,” zei het meisje. “Alleen als je me eerst in stukken scheurt, kun je me opeten. Maar nu hèb je je al vergist. Ga het maar bij iemand anders proberen, die door dit donkere bos loopt te wandelen, maar niet meer bij mij!”
Het monster flipte en keek bleek, sip en ziek. “Je bent enorm irritant bijdehand,” mopperde hij, maar hij draaide zich wel al half om. “En je stinkt een heel eind uit je mond als je zo schreeuwt,” voegde het meisje aan haar kritische waarnemingen toe. “Je kan beter eens een tijdje een persoonlijke coach zoeken. Zo iemand als mijn vader bijvoorbeeld. Maar een klungel als jij heeft natuurlijk niet eens een telefoon…”
Het monster greep iets onder een huidplooi vandaan: “Wèl!” Plotseling glimlachte Fietje breed. “Vooruit dan maar: 070-3646639. Succes. Als je mijn naam noemt, luistert hij wel naar je.” Zingend liep ze door. De zon begon weer te schijnen en de vogels durfden weer te fluiten. Het werd nog een prachtige nazomer.
PdH
Laatste commentaren