Loading...
You are here:  Home  >  Uncategorized  >  Current Article

PSYCHOSES? EN DAN? EN HOEZO?

By   /   september 17, 2022  /   Reacties uitgeschakeld voor PSYCHOSES? EN DAN? EN HOEZO?

Column gepubliceerd in tijdschrift Paravisie, september 2022

Gek doen is leuk als je heel jong bent. Een van mijn ietwat autistische cliënten, Irene, schrijft dat ze al lange tijd gek werd van haar psychotische, lawaaierige en morbide buurvrouw, maar dat het 110 kilo wegende mens met haar hulp eindelijk het huis is uitgedragen de ambulance in, op weg naar een inrichting. Plots heeft ze de twee katten van de betrokken buurvrouw in huis. De beesten hebben nog nooit daglicht gezien en reageren daar ook overgevoelig op. “Wat moet ik nu? Ik ben zelf ook zo hooggevoelig!?”

Veel gedoe tussen mensen gaat om spiegelen. Een ander laat dan in een overdreven, heftige of onverdraaglijke wijze gedrag zien wat ook in jou zelf sluimert of daar maar net onder controle is. De bedoeling is dat je via acceptatie van die opgeblazen ander het schaduwkantje van jezelf leert integreren. Eenvoudig is dat niet.
Een van mijn leukere vriendinnen is een extreem overgevoelige vrouw, een soort geestelijk en lichamelijk kruidje-roer-me-niet. Aanraken moet altijd voorzichtig en tijdig aangekondigd, eten mag niet te gekruid, geen uien, geen knoflook, ze heeft rust en meditatie nodig, veel alleen zijn. Maar ze is tegelijkertijd uiterst slim, ad rem, mooi en spiritueel hoog ontwikkeld.

Eh, ja Peet, en wat spiegelt dat nu? Ai, enig zelfonderzoek leidt tot de conclusie dat ik best een vriendelijk zorgzaam type ben, maar dat ik heel zelden onaangenaam getriggerd kan worden in verborgen gevoeligheden, waarna ik plots vreselijk uit mijn slof schiet. Evenmin gezelli voor anderen. Dus ik ben OOK op bepaalde gebieden overgevoelig, ik heb OOK een flinke gebruiksaanwijzing? O jawel! Tot zover het ‘normale’ spiegelen, waarbij je veel kunt leren van degenen die je lief zijn. Weer over naar de mensen die je gek maken.

Gemma van den Akker was ooit een bekende, gevierde therapeute totdat ze na een burn out meer vreemde klachten kreeg. Een hersentumor was de oorzaak, maar de bijbehorende diagnose, de zeldzame hormonale ziekte van Cushing, werd gemist door de behandelende artsen. Haar ernstige psychotische aanvallen gaven haar familie de indruk dat ze gek was Voordat ze uiteindelijk in een gesloten inrichting in Venlo werd platgespoten en losgemaakt van haar ziel, maakte ze afschuwelijke dingen mee met onbekwaam of harteloos medisch of zorgpersoneel mee.
“Mevrouw, u ligt nòg in bad? Ja, het is tien uur, mijn half uur zit er op, ik ga er vandoor. Wat? U kunt er niet zelf uitkomen? Ja, kom even. Ik ben weg. Vanavond om acht uur is er de avondhulp die u in bed stopt.”
Haar cliënte/patiënte lag tot die avond dus in bad. Gemma heeft in die tijd permanent diarree en draagt luiers. Terwijl ze in de tuin is, probeert ze die te verschonen, maar ze valt alsmaar. De huisarts die haar dan net bezoekt, schrijft later op dat mevrouw zich erg vreemd gedraagt en naakt in de tuin ligt. Dat zijn patiënte zich gewoon wezenloos schaamt maar zich ook niet goed kan uitdrukken, dat valt de mafkees niet op.

Alles wordt erger en erger. Als ‘gek’ verklaarde lastpost wordt haar paspoort en pinpas afgenomen, worden haar kinderen en geliefde uit haar buurt gehouden en vervuilt haar huis. Er is wel 2x per dag technische hulp maar het ontbreekt totaal aan menselijke zorg. In haar eerdere carrière was ze gespecialiseerd in stervensbegeleiding en later zal ze schrijven: “In mijn eigen zware strijd zal ik zelf ook enkele keren het leven als te zwaar willen loslaten.”
Haar hersentumor maakt dat ze zo nu en dan het zicht op de werkelijkheid kwijt is, maar meestal is ze geheel bij en maakt ze stiekem notities over haar situatie. Ziekenhuizen zijn een hel: verkeerd werkende medicatie, de ziekte verergerend voedsel, personeel dat moeizaam reageert op haar verwardheden. Men weet niet goed wat er met haar aan de hand is en zo glijdt ze uiteindelijk af naar de laatste hel: de gesloten afdeling.
Op zielsniveau ervaart ze nog steeds een zeker intact-zijn, maar in de praktische omgang met personeel worden  al haar pogingen tot uitleg afgebroken of genegeerd. Bepaalde pillen maken haar doof en slechtziend, opgewarmd inrichtingseten ontmoedigt dagelijks. Angstige momenten vol onmacht en gebrek aan houvast, ze is nooit gekend in enig behandelingsprotocol: verbannen naar de zijlijn, onbekwaam, geen troost, geen gesprekken, onderling aanraken wordt verboden door de instelling. Hier zitten afgeschreven mensen.

“De hulpverlening stelt zichzelf centraal,” schrijft ze woedend in haar boek Pleidooi voor de ziel. Mensen snijden zichzelf, schreeuwen, gooien met stoelen of eten in hun mensonterende eenzaamheid. De isolatiecel maakt ze dan weer voor een tijdje onschadelijk. De groepsgenoten klagen voorzichtig bij elkaar over het alsmaar niet gehoord worden. Men is bang dat iemand de klager toch zal verklikken. De verveling is dodelijk. De patiënten praten over elkaar als over de gevangenen, het andere kamp zijn de bewakers, die vooral bezig zijn met het digitaal bijwerken van de patiëntendossiers. Sommigen slikken hun medicijnen niet door en spugen die later uit, totdat ze betrapt worden. Persoonlijke, warme zorg is er zelden, pillen zijn de gebruikelijke koude zorg. Velen zijn van het hooggevoelige soort. Zij voelden zich in de normale wereld al nauwelijks begrepen, maar daar achter de gesloten deuren zijn de oordelen meedogenloos: gek! Dus permanent afdempende medicatie, de chemische lobectonomie (operatief verwijderen van een deel van de hersenen). Gemma overleeft maar net tussen de zombies. Dit is de ware donkere nacht van de ziel. Onbereikbaar voor anderen maar ook voor zichzelf: zielloos.

Gemma’s conditie wordt uiteindelijk door een jonge medische stagiair herkend. Na de juiste diagnose veert de medische wereld enthousiast op: mevrouw is niet gek maar ziek en dus weer behandelbaar. We gaan haar weer als mens zien. Gemma knapt op en revalideert. Als ze jaren later haar verstopte notities terugvindt, besluit ze tot publicatie om te pleiten voor de menselijke maat, voor compassie met de psychotische medemens. Tot reflectie op haar eigen noodlot, karma of de diepere oorzaken van haar lijdensweg komt ze niet. Dat is helaas niet voor iedere zieke weggelegd.

Mijn cliënte Irene schenk ik Gemma’s boek. In de hoop op enig bewustzijn van de twee kanten van elke medaille. En in de hoop dat zij het vreselijke spiegeleffect opmerkt: de uitslaande psychose van de buurvrouw en Irene’s eigen naar binnen gekeerde troosteloze onbegrepenheid. En er is geluk bij het ongeluk: na een tijdje zijn de geërfde katten van de buurvrouw dolgelukkig met elke aanraking van Irene. Houden van een dier helpt vaak bij het meer houden van jezelf.

    Print       Email

You might also like...

STAP UIT DE VOORGESCHREVEN WERKELIJKHEID

Read More →