Loading...
You are here:  Home  >  New Age journalistiek  >  Spiritualiteit  >  Current Article

Voer voor spirituele reizigers

By   /   februari 15, 2015  /   Reacties uitgeschakeld voor Voer voor spirituele reizigers

Tibetaans bergtopklooster copy

De spirituele reiziger van Mick Brown uit 1998 is super leesvoer, een juweel voor zoekers naar wijsheid en inzicht. Kritisch kijken naar Sai Baba, Benjamin Creme, Elisabeth Clear Profit en Moeder Meera.

Via www.boekwinkeltjes.nl kon ik ineens weer aan een waanzinnige aanrader voor spirituele zoekers komen: Mick Brown’s boek De spirituele reiziger – Mijn verrassende zoektocht naar wijsheid en inzicht. Van zulke clichéachtige ondertitels wordt men sinds de Celestijnse Belofte al gauw depri, maar deze Engelse journalist en schrijver (1947) liet in dit boek uit 1998 gelukkig met een hartverwarmende combinatie van scepsis, onzekerheid, onschuld en vertrouwen in zijn eigen intuïtie zien dat inderdaad wijsheid voortvloeit uit elk integer onderzoek. Wie mijn eerdere post over valse goeroes op deze site gelezen heeft, zal direct de overeenkomsten opmerken.

Brown heeft met het zijn reisverslag de kritische weg terug gevolgd vanaf Madame Blavatsky, C.W. Leadbeater en de Indiase Theosofische Vereniging, via Alice Bailey en J. Krishnamurti naar de eigentijdse maar gelijkgebleven pretenties van de Schot Benjamin Creme. Dit regelmatig door Grote Geesten overschaduwde heerschap voorspelt al tweeëndertig jaar met veel hocuspocus en hiërarchieke lijsten de komst van de Maitreya. Helaas blijkt de betrokkene alsmaar langer en langer te moeten wachten op meer goede wil van de wereldbevolking. Brown deed grondig detectivewerk in het Hindoestaanse en islamitische Noord-Londen maar vond Creme’s Messias niet. Diens SHARE-beweging glibbert nog steeds als een nat zeepje in de badkamer rond: gevaarlijk voor wie er op uit glijdt…

Brown interviewde in de maalstroom van grenzeloze esoterische informatie diverse bronnen, groef in de literatuur en ging zelf in India naar de bekende plekken. Overal stelt hij met grote openheid vriendelijke en toch scherpe vragen, ondertussen veel relativerende grappen makend. Hij beschrijft alert veel historische ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld die van Aurobindo en de conflicten rond Auroville, legt de vinger op het Messianisme van De Moeder, neemt ook de onbevlekte ontvangenis van Babaji even mee en laat slechts incidenteel een slordig steekje vallen (bij getallen en feiten over Osho Rajneesh die nooit met Sheila Silverman getrouwd is). Tijdelijk neemt hij allerlei kosmische evolutiefreaks en commerciegoeroes serieus, totdat ze bij hem door de mand vallen. Hij hoort glimlachend Creme een bijnaam verklappen van Elisabeth Claire Prophet van de Summit Lighthouse-organisatie: Elisabeth ‘Clear Profit.’
Veel van dat soort mensen channelt om de eigen gestoorde glorie te ondersteunen. Brown verwoordt knap zijn onbehagelijkheid bij dat fenomeen. En wie griezelt niet als je, ook in Nederland, weer eens in gezwollen taal een trancemedium El Morya in de mond hoort nemen of Saint Germain, Koot Hoomi en de eeuwig populaire aartsengel Michael? Het is het werk van spelbedrijvende plaaggeesten, energiezuigende parasieten, drijvend op het marginale ego van droevige lieden die kennelijk zelf vanuit hun beperkte levenservaring niets te melden hebben.

Op zijn bezoeken aan Sai Baba, aan Moeder Meera, aan Tibetaanse kloosters en bij de Dalai Lama raakt Brown ontroerd door de aanwezige sereniteit, door pure waarheid en door zijn eigen verlangens, maar evengoed wordt hij aan het twijfelen gebracht over diverse verlichtingspretenties. Ook Brown wist niet goed weg met de moorden die vier gefrustreerde discipelen pleegden op Sai Baba’s kok en chauffeur op 6 juni 1991 in diens met een alarminstallatie beveiligde privévertrekken. Natuurlijk, die materialisaties van vibhuti-as, foto’s of ringen, het gedachtenlezen, die verklaarde genezingen, het was indrukwekkend. Brown haalt dan toch Yogananda aan, die in zijn Autobiografie uitlegt hoe bepaalde yogi’s de trillingsstructuur van intelligent geladen fijner-dan-nucleaire energieën kunnen hervormen. Yogananda besloot zich ondanks de knappe staaltjes van zulk gegoochel van ene swami Gandha Baba niet bij diens volgelingen te voegen: “Een goeroe die te letterlijk wonderdadig is, beviel me niet. Spectaculair maar spiritueel waardeloos.”
Sai Baba hield overduidelijk niet van vrouwen. Slechts tien procent van zijn darshans betrof vrouwelijke smekelingen. Dat geldt voor veel goeroes. Deugdzaam leven, dat moeten we, nietwaar? Gelukkig zijn in het hier en nu! Dat advies geven ze ook allemaal. “Wat wij nodig hebben is ethiek, nederigheid, onthechting en medelijden, zodat de begeerte naar luxe en geldsmijterij vernietigd wordt” (Sai Baba). Dat blijft waar klinken uit wiens mond het ook komt…

Bonte gezelschappen kiest Brown uit. Vooral zijn gesprekken met allerlei spirituele toeristen zijn fraaie spiegels (“Iemand vertelde me in de trein over Sai Baba dus het was kennelijk de bedoeling dat ik daar naar toe zou gaan…”). Hij citeert de geniale geleerde Andrew Harvey, die brak met zijn aanbeden Moeder Meera: “Ik was als kind zo gehavend en later zo teleurgesteld in de liefde, dat ik dacht dat de enige hoopvolle relatie het soort exotische, intense subtiel sado-masochistische relatie was die ik met Meera had.”
De ideale mammie of pappie, daar gaat het vaak om. Ook de belofte van voordeel, wensvervulling en de kick van tezijnertijd zelf Heel Speciaal te worden en dan natuurlijk zelf goeroe trekt tallozen naar de diverse meesters en hun al dan niet utopische leefgemeenschappen, oosters of westers fundamentalisme.
“Het getij van de verwachting van het duizendjarige rijk spoelde over mijn voeten,” schrijft hij als hij een bijdehandte Amerikaanse dominee ontmoet, die ondubbelzinnig een slaatje slaat uit een plaatselijk wonder.
“Degene die uitgebuit wordt, creëert de uitbuiter en degene die vereert, creëert het object van zijn verering,” zei J. Krishnamurti al. Deze aanbeden wereldleraar duwde permanent en principieel die adoratie af maar hield kort voor zijn dood in 1986 zich toch vast aan zijn spirituele uitzoderlijkheid en aan het feit dat hij wèl heel lang overschaduwd was geweest: “Je zult in vele honderden jaren nooit een ander lichaam vinden dan dit en evenmin die verheven superenergie die er in werkte.”

Brown vergelijkt het circus rond sommige Indiase meesters met de Amerikaanse deïficatie van beroemdheden uit de showwereld: de vergoddelijkte Elvis Presley en Marilyn Monroe. Hij luistert naar zijn vriend Van Morrison in Londen en even aandachtig naar de 10 jarige Spaanse incarnatie van een hoge Lama, op school in de intrigerende kloosteruniversiteit van het Tibetaans boeddhisme in Sera. Veel jonge kinderen, al dan niet als tulka’s (herkenbare incarnaties) erkend, zijn al monnik. Er wordt tijdens die kloosteropvoeding flink en hard gesla¬gen, merkt Brown op. Iedereen vindt daar dat het doel de middelen heiligt. Om verlichting te bereiken heb je veel incarnaties nodig en veel hulp van beschermgeesten tegen allerlei astrale narigheid en wie niet keihard werkt aan zijn spirituele groei, tja … Toch schrijft Brown het meest bevlogen over de kwaliteiten van het boeddhisme, waar steeds het gezonde verstand blijft tellen en de verdediging van eigen ervaring boven doctrine. Onderweg doet hij ondertussen zijn onvolprezen eerlijk beschreven Vipassana meditaties. Hij reist ook in Amerika en Mexico wat actuele wonderen achterna: lichtende kruisen, opgeladen water en geheimzinnige verschijningen. Ook hemzelf overkomen vreemde dingen. Ineens ruikt hij sandelhoutparfum in zijn hele huis. Toch houdt hij het gezond: bij zichzelf. Ik zei het al: een aanrader.

Peter den Haring

    Print       Email

You might also like...

EEUWIG VERVOLGDE JODEN

Read More →