Column, gepubliceerd in Paravisie, november 2023

Eerst was het wennen aan de Indo’s, de Suri’s en de Antillianen. Toen aan de Marokkanen en de Turken. Daarna aan de Oekraïners. En nu erg aan Wilders.

Mijn boze cliënte Arwen heeft een appeltje met haar ouders te schillen, ook met haar oudere broer en met een van haar buren. “Iedereen wil dat IK mij aanpas,” schreeuwt ze bijna. “IK wil dat ZIJ zich aanpassen, gvd!”
Want? Haar ouders willen niet ophouden met roken en ongezond eten, haar broer verheft bij elk gesprek zijn stem en de buren draaien housemuziek vanaf elf uur ’s avonds tot laat en zelfs heel laat. De wijkagent heeft er zijn handen al aan vol gehad maar niets helpt. Haar broer woont op een woonwagenkamp omdat hij met een ooit aantrekkelijk zigeunermeisje is getrouwd. Beiden zijn nu boven de honderd kilo van het bier, zo informeert Arwen mij.

Ooit, vroeger, heel lang geleden, toen, ja toen waren ze samen een redelijk harmonieus gezin. De kinderen gingen goed op school, papa hielp met huiswerk en mama kookte en zorgde. In Arwens puberteit kwamen er steeds meer scheuren. Broer ging roken en blowen, naar het voorbeeld van zijn ouders. Hij pakte er ook Heineken bij. Arwen ging demonstreren voor GreenPeace en voor een betere wereld. Broer ging in auto’s handelen, Arwen ging studeren. Papa en mama werden ondertussen fan van Geert Wilders, die de moslims als schuldigen aanwees voor alle financiële ellende in Nederland. Arwen ging voor het eerst stemmen en maar meteen op de Socialistische Partij van Jan Marijnissen. “Dat was mijn hero,” zegt Arwen. “Maar mijn ouders vonden dat een communist, die hun levensstijl bedreigde.”

Tja, dan kan iemand op een punt komen dat je je familie links gaat laten liggen. En de kunst is om je daar niet meer schuldig over te voelen. Iedereen is zo ver, als hij is. Noem dat maar karma. Het is Arwen niet zo goed gelukt. Ze komt niet meer op verjaardagen maar ze stuurt nog wel Kerstkaarten. Ze wil vooral verhuizen. Alsof dat veel zal helpen… Veel kon ik haar niet helpen. Het blijft zuur.

Naar mijn eigen ervaringen. In 1991 woonde ik in Laak, een arme Haagse wijk, bekend om veel kinnesinne en rumoer van de bewoners. Schuin achter mij woonde een Pakistaans gezin uit Londen. In de winter was het stil maar in de zomer, met de ramen open, hoorde ik het enorme cultuurverschil: mensen die meer schreeuwen dan dat ze praten. Ook hun Pakistaanse muziek stond altijd hard. Wel mooi vond ik zelf, maar dat is een kwestie van smaak.
Eén van mijn andere buren ergerde zich er namelijk wezenloos aan, maar die meneer startte rustig in de winter ‘s morgens heel vroeg zijn auto een kwartier door. Stank en herrie, lekker gas geven om de boel warm te laten lopen. Zijn zoon reed vanaf de lente met open dak en open ramen rond met loeiharde housemuziek op de autoradio. Verderop woonden Turken, die hun vuilnis vaak in dozen en supermarkttasjes buiten zetten in plaats van in vuilniszakken.
In die tijd vroeg ik, idealist, aan de Stadsreinigingdienst om een stalen vuilnisemmer voor mijn deur, een zogeheten adoptiebak, om het zwerfvuil in de straat een beetje aan te pakken. Helaas vonden (Nederlandse) buren in mijn portiek dat een ordinair ding en ze probeerden -tevergeefs trouwens- om dat ding ’s nachts uit de grond te rukken. Waar gaat ons immigrantenprobleem dus om?

Onze ergernis wordt niet door de instroom zelf veroorzaakt maar door het feit dat er steeds meer achterlijke, fundamentalistische boeren tussen de min of meer beschaafde (stads)­mensen komen wonen. Dat gebeurt echter al honderden jaren. Vroeger, ruim honderd jaar geleden, de arme Drentse dagloners, de platzakke plattelanders uit Twente en ex-Gereformeerde Staphorsters die naar Amsterdam en Rotterdam verhuisden. Na de oorlog moesten we ook leren wennen aan de Indo’s en Molukkers, toen aan de Suri’s en de Antillianen. Nu zijn het de gelukzoekers, vluchtelingen, religieuze gekken èn lokaal gajes uit een ver Avondland. Onze cultuur is ondertussen ook verrijkt met exotisch eten, prachtige muziek en lieve, beschaafde, zelfs hoogopgeleide moslims voor wie Allah in de allereerste plaats De Barmhartige is. En er komen ook verblinde moslims langs, helaas vaak vet opgefokt door de genocide in de Gazastrook.

Totdat mijn adres definitief in de ban werd gedaan door de leiding van de Jehova-beweging in Den Haag, kreeg ik elke week mensen aan de deur die bekeerlingen tot het Ware geloof zochten. Heerlijk, die lange intense discussies op het portiek! Ik meldde dan graag dat hun Bijbel een ratjetoe was van door manipulatieve kerkvorsten gescreende verhalen. Die moesten beter passen in het beeld dat de bazen de burgers en werknemers wilden laten zien. Daarna kwam ik graag met verwarring scheppende anekdotes, want ietsje belezen ben ik wel. Wat dachten de dames voor de deur van Mattheus, de spindoctor van het agressieve christendom, die in 15:21-24 beschrijft hoe Jezus’ hulp wordt gevraagd door een niet-joodse vrouw?
‘Haar dochter is bezeten. De Heer antwoordt afhoudend: “Ik ben slechts gestuurd tot de verloren schapen van het huis Israël.”
De vrouw blijft aandringen maar dan zegt Jezus weer afhoudend: “Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen en het de honden voor te werpen.” Dan vernedert de niet-joodse vrouw zich en geeft toe dat ze een hond is. Pas daarna bevrijdt Jezus de dochter van haar bezetenheid.’
Ai! Dat soort intolerantie was de Jehova-dames nooit opgevallen. Selectief genezen dus, dat is ook een akelig polariserend plaatje, precies lijkend op wat sommige scherpslijpende moslimdominees, hun imans, aan ons presenteren…

Kortgeleden zat ik met vriend Mo, van Mohammed, op een terras. Zijn boze vrienden wilden de Haagse ambassade van Denemarken in brand gaan steken vanwege de demonstratieve Koran-verbrandingen in Kopenhagen. De meneer naast ons was direct verontwaardigd: “Die achterlijke Pakistanen staken eerst zelf onze ambassades in brand!” Opgestookte verdwaasden regeren de wereld, zou je zeggen. De terrasbevolking raakte geheel verloren in de discussie. Over de Somaliërs, die na 25 jaar in Nederland nog nooit gewerkt hebben. Over de Syriërs die gratis hun rijbewijs mochten halen, over de Oekraïense beroepsdaklozen, die in een Nederlands hotel mochten gaan wonen.

Nederland heeft nooit een standaardbevolking gehad. Maar domme, simpele mensen haten altijd verandering. Helaas is die onafwendbaar. Er is een spontane evolutie in bewustzijnsverruiming bezig, maar velen kunnen dat nog niet zien. Van een helder alternatief in de politiek is het niet gekomen. Ik hoop niet meer op een soort Verenigd Spiritueel Alternatief. Maar wie weet wat nieuwe verkiezingen ons gaan brengen. De immigranten gaan echter nooit meer weg. We zullen er aan moeten wennen. Verhuizen kan niet meer.

Moslima’s ooit en nu: ook slachtoffer.