OVER ONVERKLAARBARE, DIEPE LIEFDE
Seks. Wel of niet, consent of druk? Prestatietrips, bewijsdrang, bang voor eenzaamheid of abnormaal zijn? Porno gekeken, naar hoe hard het gaat, hoe strak het staat, hoe diep, hoe ver? Of hoe ver verwijderd van wat alles zou moeten, kunnen, mogen zijn?
Gelijkwaardigheid, dat wil de bewuste mens (hij/hem & zij/haar) toch? Eigenlijk. Geen controle, geen claim. Geen machtsspelletjes meer. Toch? Alles of niks, dat bedoel je toch? Eh, nee. Als het geen Alles kan zijn meteen, dan maar liever wat er wel is. Stephen Stills, 1970: “If you cannot be with the one you love, love the one you’re with! Desnoods met minder dit en dat, zoveel mogelijk weg bewegen van taal en denken. Natuurlijk wil ik meer van…, nou ja, van dat wat ik ten sterkste verlang, van wat mij verhoogt, verzinnelijkt? Of zoiets? Maar taal? Teveel aan goede gesprekken, dat kan ook nog, maar van vrijen komt het niet meer.
Want wat wordt er veel over de seksuele route gepraat. Discussies, veel intellectueel gewauwel. Pas als je ervaringsdeskundige bent, kun je jezelf een beetje uitdrukken. Probeer maar, liefst zonder dat je betoog vol hoeft te staan met citaten van volledig theoretiserende filosofen, die wel het feministische, antiracistische, antikoloniale traktaat uitgespit hebben, maar nooit iets beschrijven van de persoonlijke lijdensweg. Laat ons verwijzen naar het lijden in Soedan of Gaza, naar de meisjesbesnijdenis, naar doneren aan Artsen Zonder Grenzen.
Want? Droegen zij en ik bewust verantwoording voor onze daden? Voor die flirt, voor dat gebaar, voor die provocatie? Zochten wij tijdig naar het juiste correcte woord? Nee, nee. Testten we onze wederzijdse veiligheid? Ja, dat wel. Beseften wij al die ongelijke elementen, leeftijd, status, kleur, ras, rijkdom, familie, mogelijkheden? Half maar altijd onvoldoende. Dat kwam allemaal later. Want grensoverschrijding, dat besef je je pas als je het doet, gedaan hebt of ondergaan hebt. Daar beweegt je lijf, opengebroken in de tijd, ten prooi aan een karmische herhaling van zetten, gebeurtenissen uit vorige levens, getriggerd door iets in het hier en nu!
Hoe kwam ik er bij dat ik Annie in 1997 daar en toen aan het Meer van Genève zo nodig moest klaarmaken? Waarom deed ik dat dan in Godsnaam? Waarom manipuleerde ik haar steeds geraffineerder knap die richting uit? Waarom luisterde ik beter naar haar lichaam dan zijzelf? Omdat, omdat? Omdat ik haar in1733 oeverloos ingehouden en gefrustreerd naar dat klooster in Frankrijk heb laten afvoeren, klungelaar! Ondanks onze diepe en gepassioneerde band! Ik ben lang onbewust aan iets en alles schuldig gebleven, zij werd voor lang beperkt en bigot gemaakt. O, een te moeilijk woord: godsdienstwaanzinnig, een bruid van Jezus in plaats van de mijne!
Jammer dat ik toen (in die incarnatie) mijn diepe intuïtieve gewaarwordingen en ingefluisterde woorden niet serieus wou nemen. Jammer dat ik dat later ook wappiepraat vond. Jammer dat ik tijdelijk ben ondergedoken in zelfverwijt en zelfbestraffing. Bewustzijn vormt onze realiteit, maar daar komen sommigen mensen nooit achter.
Jammer dat zo’n onbewuste man, vrouw, minnaar en minnares onwetend dan hooguit kan vluchten in literatuur, in boeken, in verdoving in werk, succes, tabak, drank en drugs. En in pornoplaatjes. Waar trouwens altijd iemand een prijs voor betaalt of betaald heeft.
Nee, laat mij maar even mijn eigen moment van de waarheid beschrijven, dertig jaar later. Met een ander, weer andere, volop geactiveerde incarnaties. Verwonderd, nee verbijsterd, ook nog de tiende keer de dekens iets omhoog bewegend, mijn hoofd er onder, haar glanzende, levenslustig ademende schoonheid indrinkend met al mijn zintuigen en hardop God dankend en weer dankend voor die goddelijke manifestatie van toegevend, willig, warm lichaam, vrolijk vlees. Dankend voor haar, voor alles van haar, voor die gestolde eeuwigheid, dat is wat ik wilde. Wat ik altijd al gezocht had en gevonden, vol geraakt zodat Alles meteen en daar en toen had mogen ophouden. Niks nemend, gevend, eindeloos geven en delen. En toen we weer anders bewogen en ik achter haar zat, op mijn knieën, kijkend naar die beeldschone kont, keihard stotend en alles wilde en alles met haar voor altijd wilde doen… Toen ineens mijn erectie wegstroomde, die doodschok, dat alle bloed verdween. Ik stamelde, scheur en scheiding, in een nooit eerder ervaren verwardheid over mijn hardheid die niet meer wou, niet meer was. Maar zij bleef zacht en rustig met: “O, dat overkomt wel meer mannen, hoor. Dat is helemaal okay. Kom maar even naast mij liggen.”
Ik viel, nog net niet lomp om, naast haar. Mijzelf niet kennend. Totdat ik naar haar lieve gezicht keek, in die donkerbruine ogen onder die stralenkrans van zwarte krulletjes en ik het wist. “O, het is de liefde. O, o, ik snap het. Alle bloed wilde naar mijn hart, het is de liefde.” En zij wist het ook.
En nu zij niet meer zo bij mij is, ben ik ten diepste dankbaar voor die karmische leerervaring. Dit is waar het allemaal om ging. Dat moest ervaren worden.
In latere jaren lag ik ook weer met anderen in bed, schreeuwend, naaiend, bijtend, “spuiten, spuiten” piepend. Inderdaad, dat kan ook. Blind van lust, borsten tot orgasmes knedend, die brede clit tot bijna barsten likkend, mijn tong zelfs in dat hol, alles, alles, ja dat was daar en toen weer Alles. Maar niet dat. Niet Dat. Niet die zoetheid, niet die zachte eeuwige tederheid. Seks met liefde dus. Dat waar bijna geen woorden voor zijn. En literaire klungelaars dat voor altijd blijven proberen.

 
					 
												 
 
Laatste commentaren