Loading...
You are here:  Home  >  Andere verhalen  >  Current Article

Verleiding in het ligbad (waar gebeurd verhaal)

By   /   mei 17, 2013  /   No Comments

Boxing cats

Die Ronald was een mooie man. Wintersporthoofd en beetje harde mond, maar daar houdt Lien soms van. Zo’n mond kan verrassend zacht worden als hij eenmaal door vuur en vocht gaat gloeien. Ronald had op dat feest aandacht voor alle loslopende vrouwen, hoe zou Lien hem dat kwalijk kunnen nemen? ‘Ik kijk zelf toch ook om me heen?’ dacht ze. ‘Welke alleenstaande vrouw niet?’ Toch prikkelde zijn iets te gladde praatje haar onaangenaam, hoewel de man buitengewoon onderhoudend en erudiet was. Een kunstkenner, iemand met smaak en visie, een man die zich bovendien elegant weet te bewegen in een duide­lijk handgemaakt kostuum. Lien bleef hem in het oog houden, terwijl hij zijn wervende ronde deed. Toch maakte hij naar niemand van die gehate machobe­wegingen: een hand om je heup, even een sliertje haar quasi teder van je voorhoofd wegstrij­ken, je billen kort aanraken; nee, hij bleef overal keurig. Lien zag hoe er minstens twee vrouwen voor hem vielen: roodharige gastvrouw Henny en één van haar vriendin­nen.  Ronald leek vooral trek te hebben in die magere blondi­ne, maar hij wilde Henny misschien niet op haar eigen feest ergeren door op de sensuele avances van de blonde in te gaan.

Lien zag aan Henny’s mond dat ze de blonde pinnig ergens over terechtwees tijdens een onderonsje in haar keuken. Lien snapte ook meteen dat Ron daarna op neutraal terrein probeerde te blijven door lang met een geheel andere keus in gesprek te gaan.  Haar drie rumcola’s hadden haar wat losser gemaakt en ze vond het leuk dat ze hem een paar keer betrapte op een geobsedeerde blik naar haar decolleté.  Lien heeft prachtige borsten en ze is trots op haar grote tepels, een aantrekkelijke vrouw, maar toch niet ijdel. Het irriteerde haar niettemin licht dat Ronald haar als tweede, derde keus beschouwde. 

“Vind je niet dat donkerbruin mij erg goed staat?” vroeg hij toen hij naast haar kwam staan in de serre.  ‘Moet ik hem nu naar zijn kleermaker vragen?’ dacht ze maar ze knikte vaag. Meteen ging hij verder hengelen:”Hoe oud schat je mij?” Normaal zou Lien dan moeten braken, maar de rumcola’s  hadden haar gewoonlijk zeer kritische onder­scheidingsvermogen wat milder gemaakt. Ze bleef op de vlakte, maar toen gooide Ronald het over een andere boeg: “Goh, ben jij al 43? Ik had je véél jonger geschat, terwijl je toch zo’n wijze en bedachtza­me indruk maakt.”

Een beroepsmatige vleier, Lien wist het meteen. Zijn volgende opmerking had helemaal alles op rood moeten zetten: “Ik ben een waardeloze vent, hoor. Twee keer gescheiden, je moet niks met mij beginnen.” Alsof elke vrouw dat zou willen? En daarna kwam er een slijmerig tikkie-terug: “Wat heb jij toch een fantasti­sche uitstraling. Ik val nooit op doorsnee.”

‘Ach gut, de overbekende Ja-signalen. Meneer wil straks met u naar huis,” dacht ze op haar hoede. Om niet te hebberig te lijken verontschuldigde Ronald zich onmiddellijk knap: “Ik moet nog éven Henny iets vragen. Ik kom straks absoluut bij je terug.”

Henny wilde hem mee de garage in hebben voor een tuinslangprobleem, zo ving Lien toevallig op, “Even rustig samen!” Ja, ja. Hij hield de gastvrouw knap af, terwijl hij ondertussen meende onopvallend naar Lien’s borsten te kijken.  Ze had hem helemaal door: ‘Nog een praatje met de blonde ook, wel ja. Even zijn alternatie­ve vluchtroute controleren, nog eens een complimentje aan die aangeschoten stewardess, maar helaas, die heeft haar keus al bepaald op die dronken kandidaat-notaris. Stom mens!’ Ronald stond onmiddellijk naast Lien in de gang, toen ze haar jas ging aantrekken.

“Moet je echt al weg? Heb je een auto? Heb je geen zin in een slaap­mutsje bij mij? Kan ik je nog eens zien? Ik voel me een beetje betoverd door je. Laten we vrijdag of zaterdag afspreken. Kom bij mij, dan gaan we gezellig dineren. Dineren kan toch wel?” Lien pakte zijn kaartje aan en knikte. Zaterdag dan maar. Ze had inmid­dels een vierde rumcola gehad. ‘Waarom doe ik dat toch?’ dacht ze nog.  ‘Rijden is dan nog net geen probleem, maar denken kennelijk wel.’

De hele volgende week aarzelde ze.  Onstopbare gedachten: ‘Beloofd is beloofd’ of ‘Ik ben te serieus.’ Zijn complimentenstroom was toch ergens blijven plakken. Al een paar maanden geen seks meer, dat was toch niet wat ze wilde. Als er al intuïtieve waarschuwingen opplopten, duwde ze die afdempend weg: `Die man is rijk en gezellig, waarom niet naar een onbe­kend, trendy restaurant, dat moet toch kunnen?’ Ze belde niet af.

Zijn appartement was schitterend. Marmer, moderne kunst. Telefoonbe­antwoor­der aan, twee draadloze telefoons. `Die wil niets missen, ook paraat in het week­end,’ dacht Lien. Geen planten of poezen. Dat kan een slecht teken zijn. Een uithuizige man, die er een hekel aan heeft om voor iets of iemand te zorgen. Buiten was het heel koud geweest, dus aanvankelijk viel het haar niet op hoe laag zijn cv-thermostaat stond.

“Heb je zin in een warm soepje?” vroeg hij meteen toen ze haar jas uitdeed. Wat nu? “We zouden toch uit gaan eten, dat hadden we toch afgesproken?” zei ze licht ongerust. “Nee, ik sta er op om te koken,”antwoordde hij gedecideerd. Het irriteerde Lien. ‘Getverdemme,’ dacht ze, ‘maar zo karaktervast om nu direct weg te gaan ben ik gewoon niet. Vooruit dan maar.”Het soepje was inderdaad uitstekend en warm. Toen merkte ze opnieuw haar koude handen op.

“Ach ik was net binnen,” verontschuldigde Ronald zijn minimale kamertem­pe­ra­tuur. In plaats van naar de muurthermostaat te lopen ging hij echter frontaal voor de hoofdprijs: “Waarom gaan we niet lekker samen in bad? Dat is meer dan warm. Dat is heet!” Ze stribbelde tegen: “Nou nee. Nee. Nee, echt niet Ron.” De man hield strak aan: “Schat, ik heb er vooral zelf zo’n behoefte aan. Pittige dag op kantoor gehad, eind van de dag. Dan is dat luxueuze badschuim heerlijk, heer­lijk!” Lien’s ergernis liep op: “Nee Ronald.” Ze wist het al: ‘Ik ken die toer toch? Waarom sla ik zo’n man dan niet?’ Een man in zijn eigen huis, die kan natuurlijk gewoon zijn dingetje doen. Hij  deed zijn stropdas af: “Schat, lees even de NRC. Ik ben zo terug!”Vijf minuten later riep hij  vanuit de badkamer. “Kom er toch gezellig bij zitten en neem even een Campari voor me mee.”

Druk uitoefenen en je om een dienst vragen in één zin. Knap hoor. Achteraf is het makkelijk praten. Had ze gewoon moeten blijven doorlezen in dat interessante kunstboek? Natuurlijk wel. Haar welopgevoede deelpersoonlijkheid meende echter tenminste de Campari te moeten brengen. De badkamer was een droom van wit en goud, het badschuim rook inderdaad exotisch. Er kwam een mooie, licht behaarde arm uit tevoorschijn die dwingend naar een krukje wees: “Wat fijn dat je er bent. Werkelijk, jij ziet er enorm goed uit. Ik heb me zo op deze avond met jou verheugd. En ik heb een superluxueus ontbijt ingeslagen voor het geval je blijft slapen.”

“Hooggespannen verwachtingen worden meestal beschaamd, Ronald,” wees Lien hem rustig terecht, terwijl er echter geheel andere emoties in haar opwelden: ‘Bal, ik zou je plaatste moeten verdrinken.’

“Denk je?” vroeg hij met dat zelfingenomen, egocentrische toontje, dat Lien voortaan spoorslags zal doen omkeren. “Ik heb een ontzèttend mooie pyjama. Dan doe jij de broek aan en ik het jasje.”

“O nee,” zei ze nog. “Hooguit omgekeerd.”

“Je bent een koningin van de humor,” lachte hij. “Laat me je hand kussen om onze vrede te bezegelen.”

Was ze gek?! Geloofde ze werkelijk in een edele wapenstilstand? Gedachteloos strekte ze haar hand uit. Ronald greep haar pols en trok haar in één ruk het ligbad in. Daarna probeerde hij haar te zoenen. Haar rechterschoen was nat, haar linker nog niet. Toen ze weer naast het bad stond, kon ze niet eens huilen. Ontzet en verbijsterd veegde ze de badschuimvlokken van haar doorweekte mantelpakje.

“Nou moe,” zei Ronald. “Jij bent wel erg standvastig hoor. Heb je soms het gevoel dat je iemand bedriegt als je seks met mij wilt? Dat herken ik wel hoor. Dat heb ik namelijk ook een beetje. Mijn vriendin zou vrij pittig reageren als ze het wist.”

Lien vloekte. “Godver! Wanneer had je mij dàt nou verteld, lul? Aan je luxueuze ontbijt soms?”

“Schatje, schatje…” begon hij, maar ze sloeg de badkamerdeur met een knal dicht. In de keuken wrong ze haar kleren uit boven de gootsteen. Ze moest wat drinken om de zeepsmaak uit haar mond weg te spoelen. Er stond veel drank in de ijskast, maar er was niets van enig luxueus ontbijt­beleg te ontdekken.

De volgende dag belde hij kwaad op om te klagen over het feit dat Lien drie van zijn keukenhanddoeken had meegenomen om op haar autostoel te leggen. Dat vond hij geen stijl, mopperde hij. “Ik breng ze naar Henny. Haal ze daar maar op,” grauwde ze. Dat idee stond hem helemaal niet aan: “Is dat je wraak soms? Om me in mijn vrienden­kring voor schut te zetten?”

“O nee,” antwoordde ze met een ijzige koude in haar stem. “O nee. Ik weet wel iets beters. Ik schrijf dit verhaal op. En ik bied het op internet aan. Er zijn zat dames die je stijl meteen zullen herkennen!”

“Dat doe je niet,” reageerde hij ontzet. ‘Ik ben soms karaktervaster dan ik zelf denk,’ dacht Lien en ze werd heel blij.

PdH

    Print       Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You might also like...

NIET BLIJ MET DAT BROERTJE!

Read More →