Deprecated: Assigning the return value of new by reference is deprecated in /home2/tijdgenl/public_html/wp-content/themes/dailypress/option-tree/ot-loader.php on line 369

Deprecated: Functie add_custom_background is sinds versie 3.4.0 verouderd! Gebruik in plaats daarvan add_theme_support( 'custom-background', $args ). in /home2/tijdgenl/public_html/wp-includes/functions.php on line 5414

Notice: Functie register_sidebar werd verkeerd aangeroepen. Geen id ingesteld voor de argumenten array voor de "Primary Widgets" zijbalk. "sidebar-1" als standaard ingesteld. De id naar "sidebar-1" handmatig instellen om dit bericht te verbergen en de bestaande inhoud van de zijbalk te behouden. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 4.2.0.) in /home2/tijdgenl/public_html/wp-includes/functions.php on line 5866

Notice: Functie register_sidebar werd verkeerd aangeroepen. Geen id ingesteld voor de argumenten array voor de "Secondary Widgets" zijbalk. "sidebar-2" als standaard ingesteld. De id naar "sidebar-2" handmatig instellen om dit bericht te verbergen en de bestaande inhoud van de zijbalk te behouden. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 4.2.0.) in /home2/tijdgenl/public_html/wp-includes/functions.php on line 5866
Kinderverhalen Archives - Tijdgeest Magazine https://www.tijdgeest-magazine.nl/kinderverhalen alternatieve inzichten rond spiritualiteit, gezondheid en grenswetenschappen Tue, 17 Oct 2017 15:20:06 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.2.4 Kijken door de ogen van je kinderen https://www.tijdgeest-magazine.nl/kindervoorleesverhalen/kijken-ogen-kinderen Tue, 17 Oct 2017 15:20:06 +0000 http://www.tijdgeest-magazine.nl/?p=6680 David van tien wil niet met Pappa mee verhuizen. En dat terwijl hij nu een logeerbedje heeft in de uiterst kleine slaapkamer van zijn vader. Maar meer ruimte wil hij niet. Pappa heeft de makelaar aan de telefoon. Er wordt een groot huis aangeboden in de Columbusstraat. Ze spreken af, dat ze het laat in […]

The post Kijken door de ogen van je kinderen appeared first on Tijdgeest Magazine.

]]>

Streetfighter 1994

David van tien wil niet met Pappa mee verhuizen. En dat terwijl hij nu een logeerbedje heeft in de uiterst kleine slaapkamer van zijn vader. Maar meer ruimte wil hij niet.

Pappa heeft de makelaar aan de telefoon. Er wordt een groot huis aangeboden in de Columbusstraat. Ze spreken af, dat ze het laat in de middag gaan bezichtigen. David mag mee. Fijn! De makelaar heeft gezegd dat het mooi is en er is een tuin op het zuiden. En het is groot, zes kamers maar liefst. Pappa is en­thousiast: “Dan kan ik beneden een kantoor maken en kan ik eindelijk al die boeken in een behoorlijke boekenkast kwijt. En al die knipsels goed opber­gen. Heerlijk. En dan krijg jij ook einde­lijk een eigen kamer, David.” David knikt maar het is net alsof hij niet blij is. “Je kleine huis is toch wel heel leuk,” zegt hij. Pappa kan er niet veel goeds meer van horen. Zijn werk is drukker geworden en hij heeft allemaal belangrijke dingen gekregen die er niet in passen. “Dit huisje was alleen voor tijdelijk bedoeld en nu woon ik hier al vier jaar in. Ik heb meer ruimte nodig, echt.”

David loopt naar de computer. “Wil je Streetfighter met me doen, pap?” Hij gaat glimmend van plezier op pappa’s schoot zitten. Hij kiest de Chinese vetklomp uit en zijn vader neemt de Amerikaanse marinier. Pappa vindt het een rotspel. Hij houdt niet van slaan en schoppen al zijn het maar tegenstanders in een computerspelletje. En dat er bloed rondspat, vindt hij ook onfris. Toch spelen ze het zo nu en dan. Voor David is het leuk, want op het computerscherm kan hij zijn vader makke­lijk overwinnen. Ze laten hun vingers razendsnel heen en weer bewegen en dan springen de Kung Fu vechtersbazen huizenhoog. Ze beuken er op los. Pappa is langza­mer en onhandig, dus David wint wel vijf keer. Ook als ze andere mannetjes kiezen. Pappa grinnikt: “Ik ben beter met echte bokshandschoenen.”

Dat is waar. Pappa heeft van vroeger vier ouwe bokshandschoe­nen. Ze stinken vies van binnen, maar dat kan hen niets sche­len. Het ziet er reuze stoer uit en de klappen komen toch minder hard aan. Pappa gaat dan op zijn knieën zitten op een hoek van het bed zodat David bijna even lang als hij is. Dat jongetje is pas tien, maar be­hoorlijk sterk vooral als hij gaat maaien. Ze knokken altijd door totdat één van de twee van het grote bed afvalt op het kleine matrasje, wat er naast op de grond ligt. Dat is het bed waar David slaapt, als hij bij pappa logeert. Pappa’s huis is inderdaad zo klein dat David ook op pappa’s slaapkamer moet slapen. Als het boksen ter sprake komt, weet David ineens wat voor gevoel hij net had.

“Ik wil geen eigen kamer, pap,” zegt hij heel beslist. “Ik vind het zo veel gezelliger. Ik wil niet in een groot huis alleen zijn.” Pappa lacht: “Jij wilt direct bovenop mij kunnen springen als je wakker wordt. Begrijp ik dat goed?” “Ja,” zegt David. “Afgesproken,” belooft pappa. “Al heeft dat nieuwe huis tien kamers, jij krijgt geen eigen slaapkamer. Oké?”

Ze kijken allebei blij. Straks gaan ze naar de Columbusstraat. Daar kan niet veel meer fout gaan.

Den Haag, november 1994

The post Kijken door de ogen van je kinderen appeared first on Tijdgeest Magazine.

]]>
Het geheim van de Paashaas https://www.tijdgeest-magazine.nl/korte-verhalen/het-geheim-van-de-paashaas Tue, 31 Mar 2015 17:54:30 +0000 http://www.tijdgeest-magazine.nl/?p=4409 Toen de Paashaas nog gewoon een haas was en Henk heette, ging hij op een koude ochtend met zijn vriend Huub een eindje hollen. Om warm te blijven, voor de gezelligheid en ook omdat hazen nu eenmaal razendsnel zijn en dat door oefening zo willen houden. Waarom? Omdat hazen heerlijk smaken, tenminste, dat vinden de […]

The post Het geheim van de Paashaas appeared first on Tijdgeest Magazine.

]]>
Konijn copy

Toen de Paashaas nog gewoon een haas was en Henk heette, ging hij op een koude ochtend met zijn vriend Huub een eindje hollen. Om warm te blijven, voor de gezelligheid en ook omdat hazen nu eenmaal razendsnel zijn en dat door oefening zo willen houden. Waarom? Omdat hazen heerlijk smaken, tenminste, dat vinden de grote roofvogels en de hazenjagers. Henk en Huub hielden niet van geweergeknal om hun kop en helemaal niet van zo’n onverwachte, akelige wind van boven en twee scherpe buizerdklauwen in je rug. Dus oefenden ze met plotselinge draaiinkjes, met in volle vaart stoppen en dan linksaf, hup, weer rechtsaf, schijnbewegingen, opspringen in het hoge gras, wegduiken en weer doorgaan. Heerlijk vonden ze dat. Hijgend hingen ze dan tegen elkaar aan bij het einde van hun weiland, onder de bomen, veilig in het struikgewas op die plaats. Dan stompten ze elkaar, ginnegapten een beetje en dan gingen ze even op hun zij liggen om rond te kijken.

Hazen maken geen hol. Konijnen wel, maar die zijn niet zo snel. Een hond heeft geen kans tegen een haas, een vos ook niet. Henk en Huub waren heel tevreden over hun conditie, over hun handigheid en over zichzelf. Totdat, ja, totdat die ochtend in maart, nadat ze met zeventig kilometer per uur drie keer over hun weiland geracet hadden. Op die morgen zei Henk ineens: “Ik voel me heel raar, Huub. Niet normaal. Ik voel me dik en vol.”
Huub keek bezorgd opzij naar zijn vriend. “Dat is gek, Henk. Je moet je moe voelen, of hijgerig, of gelukkig of zoiets. Maar niet dik en vol.”

Kijk, een haas heeft een langwerpig lichaam, zeer lange oren en lange poten. Ze kunnen allerlei kleuren hebben, grijzig, geelachtig of roestbruin, allemaal kleuren die dienen als camouflage om niet op te vallen. Hazenogen staan aan de zijkant van zijn kop, zodat hij helemaal om zich heen kan kijken, 360 graden rond noemen de mensen dat. Een haas kan ook fantastisch goed luisteren met zijn lepelvormige oren als hij ze rechtop steekt en ze alle kanten draait. Eigenlijk ruikt hij haast nog beter dan hij hoort. Kraakt er een vijand in het bos of in het gras, de haas hoort het. Laat iemand een windje, de haas weet wie het deed.
“Ik ben een lekkertje!,” riep Henk ook vaak tegen zijn vrienden, “maar ik laat mij echt niet zo maar verschalken!

Op die ochtend, laat in maart zei Henk tegen Huub: “Ik moet opeens zo poepen.”
Dat is niet gek voor een haas. Ze poepen kleine keutels, die lichtbruin of donkergroen zijn, soms zwartig, een beetje afgeplat van vorm en soms zit er een puntje aan. Henk kon vaak heel blij worden van zo’n drukgevoel. Dakkkedakkedankerrat, zo klonk het dan en met een sneltreinvaart perste hij er dan wel vijftien of zestien keutels uit. Maar op die ochtend zat hij moeilijk te persen.
“Wat heb je toch?” vroeg Huub ongerust. Henk zei niks, maar zijn hazengezicht stond strak. En na nog een volle minuut persen hoorden ze allebei ineens pfoppp. Zo’n geluid wat je eigenlijk niet wilt horen als haas. Ze roken bovendien een vreemd luchtje. En toen Henk achterom keek, was plotseling zijn hele leven veranderd. Want? Hoezo? Waardoor? Dat wil je natuurlijk weten, maar het is zo gek, dat je het moeilijk zult vinden om het te geloven.

Henk had een groot ei gelegd. Het duurde minstens vijf minuten voordat de vrienden van de schrik bekomen waren. Daarna gingen ze schichtig om zich heek kijken of er iemand in de buurt was, die het gezien zou kunnen hebben. Spreeuwen zijn het ergst qua roddelen, maar ook eksters kunnen er wat van. Doe één keer iets abnormaals en je hoort het nog weken schetteren in het bos.
“Praatjes vullen geen gaatjes,” zei Henk dan meestal dapper, maar op die ochtend in maart ging dat niet op. Huub wist meteen wat hij moest doen: “Als de wiedeweerga verstoppen, Henk!” zei hij zenuwachtig. Dat deden ze. Ze groeven een kuiltje, zwiepten er wat grasjes overheen, en hupsakee, “Weg is weg,” zeiden ze opgelucht tegen elkaar.

Is dat nu het eind van het verhaal? Helemaal niet. Henk legde die ochtend nòg vijf eieren.
“Je lijkt wel een zwaan,” zei Huub maar het was geen grapje en Henk kon er ook niet om lachen. Als haas wil je een haas zijn, geen zwaan. Maar ja, hoe gaan die dingen dan? Die middag kwamen er kinderen spelen in dat weiland. Vonden die de hazeneieren? Natuurlijk. En toen ze eenmaal merkten dat ze goed verstopt waren, gingen ze nog beter zoeken. En de volgende dag kwamen ze terug. En de dag daarna weer, want een week of twee lang vonden ze overal stapels verstopte eieren. Grote, lekkere eieren met grappige kleuren en met een beetje zoete smaak.

Maar het gekke was, na Pasen was het uit met het ge-ei. Niks meer te vinden. En Henk, die liep nog een week met een rooie kop. Hij schaamde zich en hij was blij dat het over was. Zijn vriend Huub vertelde gelukkig nooit iemand wat. Dat was een echte vriend! En ook het volgende jaar, toen Henk weer twee weken lang een aanval van eierleggen had, o jee, toen hielp Huub Henk opnieuw supersnel om alles te verstoppen. En het volgende jaar weer. Het was gewoon hun geheim. En als jij een Paasei vindt, ergens verstopt, wil je dan niet keihard gaan lachen? Of dingen gaan roepen zoals: “De Paashaas is geweest!”
Jij en ik weten dat Henk in de buurt is. Laten we dat stil houden. Na Pasen is het over. En jij hebt geluk gehad dat je zo’n mooi hazenei gevonden hebt. Klaar. Uit. Over. Op is op.

Peter den Haring

The post Het geheim van de Paashaas appeared first on Tijdgeest Magazine.

]]>
De Schepping van de wereld volgens de Edda https://www.tijdgeest-magazine.nl/kinderverhalen/de-schepping-van-de-wereld-volgens-de-edda https://www.tijdgeest-magazine.nl/kinderverhalen/de-schepping-van-de-wereld-volgens-de-edda#respond Thu, 10 Jan 2013 09:33:55 +0000 http://www.tijdgeest-magazine.nl/?p=1102   De scheppingsmythe van de Scandinavische volkeren, de Edda, is een woest verhaal. Stel je voor, alles om je heen is leeg, stil en donker. Je loopt en je loopt maar je voeten maken geen geluid, want je loopt op niks. Geen aarde, geen water voel je, geen lucht proef je. Wind is er niet, […]

The post De Schepping van de wereld volgens de Edda appeared first on Tijdgeest Magazine.

]]>
Bergtrip copy

 

De scheppingsmythe van de Scandinavische volkeren, de Edda, is een woest verhaal.

Stel je voor, alles om je heen is leeg, stil en donker. Je loopt en je loopt maar je voeten maken geen geluid, want je loopt op niks. Geen aarde, geen water voel je, geen lucht proef je. Wind is er niet, alles is geruisloos en duister. En dan, plotseling, voel je dat je toch een grens overgaat. Er gaapt een afgrond in het Niets. Voor je zie je in een verre verte ineens licht, sterker nog, je voelt dat er vuur is daar, heel veel vuur.  Alleen maar vuur. Een land van Vuur. Geschrokken kijk je om, naar waar je vandaan kwam en ook daar is iets veranderd. Er hangt nu een donkere, ijskoude, bevroren mist achter je. Dat is het Nevelrijk, Nilfheim, zoals de latere mensen die plek zouden gaan noemen.

In het Nevelrijk ontstaat beweging.  Enorme gletsjers van ijs glijden vanuit het Noorden in de richting van de afgrond. Zuidelijk, in het Vuurrrijk Muspelheim,  spuiten vlammen omhoog. De vuurreus Surt gooit zijn gloeiende hittebommen naar de ijswal aan de andere kant van de afgrond. Overal smelten er stukken ijs en er druppelt steeds meer water in de afgrond. O wonder, wat gebeurt daar? In het water, als een deel van het water, ontstaat ook iets. Er beweegt een levend wezen, het eerste op deze wonderlijke wereld. Het wordt groter en groter, het wordt een reus. Dat is Ymir. Hij gaapt en uit zijn oksels en liezen springen kleine reusjes de wereld in: zijn kinderen.

Nog meer leven borrelt uit het water op, een kolossale koe met grote uiers. Audumbla noemt de reus Ymir haar. De koe likt aan het ijs van Nilfheim en onder haar warme tong smelt er een stuk, waar een mens in blijkt te zitten: de eerste man op de aarde. Buri heet hij. Hij is de eerste God, die alles kan. De reus en de mens krijgen zonen en dochters. Een zoon van Buri, Bor, trouwt met een dochter van Ymir, Bestla. Hun kinderen worden Odin, Wile en We genoemd. Zij gaan een grote godenfamilie vormen. Aesir noemen ze zichzelf, soms Asen.

Makkelijke lui zijn het niet, al kunnen ze soms prachtig zingen. Ze scheppen leut in het ongeluk van anderen, ze bedriegen en bespotten elkaar. Ze maken ruzie met de oude reus Ymir en Odin doodt hem met een speer. Het dode lichaam van de reus gebruiken ze wel nuttig: ze maken er een hele wereld van met bergen, zeeën, planten en een kanjerkasteel, dat ze Asgard noemen. Onder het kasteel begraven de Asen hun doden. Zo ontstaan er drie rijken.
Het ondergrondse dodenrijk, het land van de goden in het midden en het hemelrijk boven, al deze rijken worden bijeen gehouden door de magische boom Yggdrasil.

Tussen de boomwortels leeft de onaangename draak Nijdtand (Niddhögg), aan de voet van de boom leven de Godinnen van het Lot, de drie Nornen, bij een heilige bron. Op een dag krijgen drie van de Asen, Odin, Hoenir en Loki het idee om van twee boompjes mensen te maken. Ask, de es, wordt man en Embla, de olm, wordt zijn vrouw. En dan weet je al hoe het verder gaat: verliefd, zoenen, kinderen. Grootouders, kleinkinderen, overgrootouders, betovergrootvaders en –moeders.  Na een miljoen jaar of zo zijn jij en ik geboren. Ik hoop dat jij ook van zingen houdt. Want als we zingen, dan luisteren de goden naar ons. En dan grijnzen ze naar beneden, naar de mensen. Op zulke dagen wordt het mooi weer.

PdH

The post De Schepping van de wereld volgens de Edda appeared first on Tijdgeest Magazine.

]]>
https://www.tijdgeest-magazine.nl/kinderverhalen/de-schepping-van-de-wereld-volgens-de-edda/feed 0