Loading...
You are here:  Home  >  Opvoeding  >  Current Article

The Master, over idolen, verering en zielenpijn

By   /   februari 3, 2013  /   No Comments

osho

The nieuwe film The Master is gebaseerd op een deel van het leven van Ron Hubbard, de stichter van de Amerikaanse Scientology-beweging. Een mysticus die toch afglijdt in de verslaving van drank, seks en geld. Bijna fopt hij zijn favoriete leerling, die beseft dat de zoon uiteindelijk de vader moet loslaten. Een thema zo oud als de wereld. In 1994 schreef ik onderstaand verhaal voor het tijdschrift Prana onder de titel: DE IDOOLHOF. Voor mij heette de Meester lang Rajneesh.

Van Morrison zong het al op één van zijn prachtige albums: “No guru, no method, no teacher.” Laat je niets wijsmaken, er is maar één basis en dat is je eigen hart. Toch heeft bijna iedere mens behoefte aan een voorbeeld en velen blijven eeuwig kinderen, op zoek naar die ene liefhebbende, ideale ouder. Vrouwen zoeken vaders in hun mannen en mannen willen hun moeder terugzien in hun partners, maar dan ideaal natuurlijk. In de tussentijd staan de 06-lijnen roodgloeiend, de contactrubrieken puilen uit en de relatiestoelendans versnelt in tempo. De wereld schreeuwt om bonafide idolen, maar bij nader inzien blijken we gewoon verdwaald tussen gewone mensen. Aan de ingang van de idoolhof blijft Satan echter vrolijk kaartjes verkopen.

Opgroeien, ouder worden is zo simpel nog niet. Als jongetje van elf droomde ik van een huwelijk met Prinses Irene en later was ik zwaar kalververliefd op Romy Schneider. Frans de Munck, bijgenaamd de Zwarte Panter keepte in 1961 in het voetbaldoel van het Utrechtse D.O.S. en ik schreeuwde verhit mee met het supporterslegioen bij elke lange, lange doeltrap. Wat een doelman! Ik bewonderde Bob Dylan en later draaide ik Beatles en Stones grijs.
“Idolen,” zei de psycholoog Kans Korteweg eens, “zijn de uitstulpsels van de massa, waarin die zichzelf aanbidt.”

Filmgoden, muziekhelden en sportsterren zijn onze eerste idolen en ze blijven een onvoorstelbare kracht houden. O.J. Simpson, de voormalige basketballster die van moord verdacht werd, trok een miljoenenpubliek naar de TV. Er kwamen steunbetuigingen voor zijn gedrag, begrip en getuigenissen voor en tegen. Zijn advocaat kreeg diverse aanbiedingen van zelfs overduidelijk meinedige verklaringen, die dit idool van talloze sportfans hadden moeten ontlasten.

MICHAEL JACKSON

Frank Zappa en Princewaren mijn toppers, maar de favoriet van toen mijn 9-jarige zoon was Michael Jackson. Niet gek. Dit wereldvreemde wonderkind hing in postervorm in ontelbare kinderkamers, boven de bedden van hun alleenstaande moeders en op de wc’s van sommige vaders, die achteraf liever gay wilden zijn.
“Pappa, Michael Jackson kàn niets lelijks naar een kind gedaan hebben, hè?” vroeg mijn zoon ineens vertwijfeld. Zijn held door het slijk? Dat mocht niet en nooit. Het vroeg een lange, gedetailleerde uitleg en dat bevredigde hem. Zijn eigen echte idool, zijn vader, had het verklaard met begrip voor alle partijen: “Michael Jackson had een probleem, David, namelijk van beroemd en rijk zijn. Hij wou ook wel eens wat gezelligheid en dan bleef er wel eens iemand bij hem slapen. En misschien hadden ze wel eens een wedstrijd vèr pissen gedaan, zoals wij ook wel eens deden in de douche van het zwembad. En het kan zijn, dat Michael misschien ruzie had gekregen, zoals wij ook wel eens hebben. Maar dan erger. Met een paar klappen of zo. En die jongen van 13 jaar had wraak willen nemen en veel geld willen hebben van Michael. Om terug te pesten. Want de mensen vinden van alles vies, helemaal als je beroemd ben. Snap je? Zo gaat dat in de wereld, David.”
Hij snapte het. Het idool was weer een gewoon mens geworden, driftig en met lol in gore spelletjes. En gewone mensen mochten fouten maken of pech hebben.

De zoekende mens leent tijdelijk van idolen, coryfeeën en een enkele verlichte allerlei meningen, visies en filosofieën, totdat hij zijn eigen weten tegenkomt. Ondertussen mag men niet teveel onaardigs over het betrokken idool zeggen. Dat wordt niet zelden als een persoonlijke aanval gezien. J.F. Kennedy wordt een figuur met steeds mythischer proporties en Brigitte Bardot mag eigenlijk nooit ouder worden. Sai Baba blijft de onaantastbare perfecte heilige, ondanks het precaire feit dat vlak naast zijn slaapkamer de moordenaar van zijn penningmeester door de politie werd doodgeschoten. De pausen zijn heilig van zichzelf en iemand als Krishnamurti werd heilig gemaakt met het verhaal dat hij ’s morgens vroeg alleen maar blòemen bracht aan het bed van de vrouw van één van zijn groepsgenoten. Jomanda Onderwater genas mensen onder toepassing van hypnotische trances en omdat er daardoor wonderbaarlijke dingen gebeuren was direct alles goed wat ze deed.

“Alles wat van ver komt, is lekker,” zei mijn grootmoeder al. Onder dat motto ontplooien zich ook steeds meer gechannnelde Wijze Entiteiten. Ik ben er soms flink huiverig van. Omdat die informatie van Meester Wappa, Broeder Andreas of Commandant Piripup `uit het hiernamaals’ of van de Plejaden komt, zou hij wáár moeten zijn? Madame Blavatsky is terecht haast heilig verklaard, omdat ze waarschuwde tegen het fenomeen van `etherroof’ waarbij onstoffelijke wezens zogeheten etherische fosfor en andere lekkernijen aftappen van levende lieden om zo hun eigen astrale bestaan te kunnen verlengen. Op het podium wordt een kunstje vertoond, maar de zaal betaalt. Dat gebeurt al gauw letterlijk. De toneelhypnotiseur krijgt drie mensen korter of langere tijd van het roken af, maar daar gaat het hèm niet om. Hij denkt aan de duizend mensen in de zaal, die vijftien gulden voor hun toegangskaartje betaald hebben. Op die manier willen vast ook allerlei plaaggeesten graag wat kennis kwijt of wat mysterieuze operaties verrichten. Alles heeft echter zijn prijs, stoffelijk of onstoffelijk. Dit heelal draait om geven en nemen of je dichtbij kijkt of ver af.

OSHO RAJNEESH

Lang geleden zocht ik het ook ver weg. In mijn wilde dagen, van 1979 tot 1981, woonde ik dus volop genietend in de Indiase ashram van Bhagwan Shree Rajneesh. Iedere avond was er een energy darshan in die tijd. De aanbeden Meester van Meesters, zoals hij zich zelf graag noemde, ontving zijn discipelen in zijn betegelde achtertuin en deed boeiende energetische experimenten. Hij verbond met zijn vingers en voeten chakra’s en andere lichaamsdelen van zijn door opzwepende muziek en eigen verlangen in trance gebrachte toegewijden. De mooiste meiden van de commune dansten extatisch om het gebeuren heen en dan ging plots het licht uit. En als het weer aanging, leunde Bhagwan tevreden achteruit en veegde zijn vingers met Kleenex af. Raar vond ik het wel. Zweethanden? Totdat één van de `mediums’ zoals die dansdames genoemd werden, in tranen haar onthutste beklag bij me deed. In het donker had haar idool twee vingers in haar vagina gestopt. Ze was er van geschrokken en had het later doorverteld. Het gerucht kwam niet ver. Direct had de ashrambazin haar een ultimatum gesteld: ze kon met het eerste vliegtuig terug van Poona naar Duitsland als ze niet spoorslags haar roddelende mond hield. Wist ze dan niet dat dat een spirituele gewoonte van de Meester was? Zo werd er namelijk meer seksuele energie opgewekt en dáár ging het om. Daarom mochten de mediums geen ondergoed dragen, had ze dat niet zelf kunnen snappen? Nee, nee, daar had ze nooit aan gedacht en ze wou niet dat er in haar zonder toestemming werd rondgesopt. Haar idool was ineens een gewone man voor haar geworden, die te ruw en te begerig had aangevoeld. Ze heeft heel lang moeten huilen, maar misschien is ze nog steeds sannyasin.

Die zelfde achtertuin is later overdekt, met marmer en glas tot een wonderschoon mausoleum omgetoverd, waar na zijn overlijden Bhagwans urn bewaard wordt. Op zijn eigen instructie is er een nieuwe kerk ontstaan, de Church of Rajneeshism. Zelf leende hij een nieuwe naam uit de Zentraditie, `Osho’ de aanspreektitel van een Zenmeester. In zijn al vroeg gedicteerde testament werd nauwkeurig omschreven hoe zijn kerkgangers voortaan gekleed moesten gaan, wat de kleur moest zijn van de ashramgebouwen (zwart) en hoeveel uur er per dag video gekeken moest worden. En diezelfde man hoorde ik in 1980 nog zeggen, dat wij, His People, na zijn dood anoniem zouden moeten onderduiken in de stroom van de wereld en dat we geen enkele relikwie van hem mochten bewaren?

Rajneesh was een begenadigd en uiterst humoristisch spreker. Zijn inzicht in de menselijke psychologie was fenomenaal, maar met opzet of niet heeft hij er alles aan gedaan om zijn eigen idoolpositie te ondergraven. Op macht, luxe en erkenning belust liet hij zijn Amerikaanse modelstad in Oregon, de grootste New Age commune ter wereld, crimineel en beleidsmatig ondermijnen en nòg vonden zijn trouw gebleven discipelen dat het allemaal om een device moest gaan, een bewustmakende techniek. De ideale vader wordt immers alles vergeven.

MEESTER EN VADER

In mijn eigen blinde troostbehoefte (mijn vader stierf toen ik 13 was) dacht ik lang hem ontlastend mee. Ik had immers niet onaanzienlijke bedragen aan de Rajneesh Stichting gedoneerd? En ik was dol op die man, hoewel ook bang voor zijn magische trukendoos. Zijn vermogen tot volksverlakkerij had ik al eerder van heel dichtbij moeten aanzien. In 1981 werd één van Bhagwans lijfwachten, Swami Vimal Kirti tijdens een karatetraining in de vroege ochtend radicaal in de borst getrapt. In paniek bracht men hem naar het ashramhospitaal, waar onherstelbare schade werd vastgesteld. Daarop kwam er een pijnlijk circus op gang. Een vervolging wegens dood door schuld zou de ashram enorme schade doen. Bovendien was Kirti ook nog eens geboren als Welf, Prins van Hannover en verwant aan het Engelse koningshuis. Twee Indiase specialisten werd omgekocht, ineens was er officieel sprake van een hartaanval. Bhagwan bezocht Kirti in het nabije Ruby Hall ziekenhuis, waar de onfortuinlijke aristocraat heengebracht was. Bhagwan nam het hartaanvalverhaal moeiteloos over en uiteraard werd Kirti in zijn laatste uren Verlicht verklaard door zijn meester. De crematie werd een schitterend feest en de overgekomen Duitse familie werd moeiteloos ingepakt met honderdduizend rozenblaadjes en klassieke muziek over de ashramspeakers. Van een autopsie was geen sprake. Hoe zou men dat durven vragen? Ik had een vriendin, een verpleegster, die dienst had gedaan in het ziekenhuisje die ochtend. De haar opgelegde zwijgplicht kon ze niet aan. Ze moest er met iemand over praten. Op mijn beurt heb ik er ook lang mijn mond over gehouden. De zoon verraadt zijn vader niet gauw.

Na de dood van de meester in januari 1990 was er echter sprake van een erfenis. In zo’n geval dienen de nabestaanden de gehele boedel over te nemen, de baten èn de lasten. De neo-sannyas beweging heeft snel vooral de baten naar zich toegehaald en de schulden laten liggen. Emotionele waarheden of geldzaken, op beide terreinen lagen er nog wat vuiltjes uit het verleden. Een Rajneeshbank heeft bijvoorbeeld in 1985 mijn Amerikaanse tegoed van $ 613 verdonkeremaand. Ik was maar één van de kleinste schuldeisers, maar enige toelichting of uitleg is er nooit gevolgd, ook niet aan de grote verliezers. Na het faillissement zette de meester zijn zaak gewoon opnieuw op.

Jarenlang kwelde ik mezelf door mijn zelfonderzoek naar mijn relatie met die man. Ooit stelden reclameposters van NRC/Handelsblad op bushokjes met betrekking tot Rajneesh de vraag: Profeet of Profiteur? De zoon van toen heeft inmiddels op beide beelden `Ja’ moeten knikken. Mijn vader heeft goede en slechte kanten, zo moest ik erkennen. En zo zal ik ze ook in mijzelf moeten leren aanvaarden.

Het voordeel van dat nare leerproces was niettemin helder. Door me voor hem te buigen, me over te geven en uit zijn handen ritueel een kralenketting met zijn foto, de `mala’ te ontvangen, plus een duimafdruk op mijn voorhoofd heb ik me opengesteld voor een symbolische Goddelijke Autoriteit. Ik wilde mijn jong gestorven vader beter leren kennen middels een levende plaatsvervanger. Ik heb toen, in februari 1979, `Ja’ gezegd en acht jaar later weer `Nee’ toen de maat vol was. Zo kon de jongen zelf man worden. De band met de vader-tovenaar, met het aanbeden idool, werd verbroken toen ik de mala in mijn open haard verbrandde. Of Rajneesh werkelijk verlicht was of niet en wat verlichting überhaupt is, maakt niet meer uit. Ik moest mijn idool voeten in de aarde geven, terwijl zijn hoofd in de wolken hing.

Naderhand heb ik diverse mensen ontmoet, die zichzelf als verlicht therapeut of verlicht leraar presenteren. Ik heb ook veel video’s van de internati¬onale spirituele cracks gezien en hun lezingen of workshops bijgewoond. Ze zijn Het ge¬woon, zeggen ze. Of ze zijn ER. Klaar. Ze hoeven niks meer, behalve anderen helpen. De meesten hebben echter met Bhagwan Osho Rajneesh gemeen dat ze niet tegen kritiek kunnen. Wie doorvraagt over hun persoonlijke seksleven, over hun geldzucht, manies of fobie, maakt hen driftig. De criticus wordt de deur gewezen, soms zelfs met geweld. En zo kan de zoeker eindelijk wat criteria opstellen voor zijn idolen.

VLEIEN, BELOVEN EN DREIGEN

Zo’n vals idool vleit je, dat is Fase 1. Als je eenmaal een beetje in zijn of haar ban bent, krijg je te horen hoe bijzonder je bent, hoe slim het van je is om juist aan de voeten van déze teacher te komen. Dan weet je nog niet, dat de valse meester altijd in alles gelijk heeft of weet te krijgen. In Fase 2 worden je beloften gedaan: dat je tot een uitverkoren volk gaat behoren, dat je, als je maar hard genoeg werkt (cursus koopt of training volgt), je iets zal bereiken en kunnen, iets dat je Speciaal gaat maken. Er worden je dezelfde magische vaardigheden in het vooruitzicht gesteld zoals de meester ook al lijkt te hebben. Onthechting, innerlijke vrede en geen relatiestress meer (iedereen houdt dan namelijk van je). Je gaat een betere toekomst visualiseren, je gaat rijk worden en gerespecteerd. Bij de ene meester heten het siddhi’s, bij de andere discreaties, een derde zal transformaties beloven. Fase 3 is pijnlijker: de bedreiging. Als je niet doet, wat je idool vraagt, zit je `in je kop’ of verstrikt in je ego en uiteindelijk gaat er straf volgen. Sancties, verbanning of vervloeking.

“Als jij dit therapieproject verlaat, ga je een zekere dood tegemoet. Je zult jezelf ombrengen uit schuldgevoel,” schreeuwde een beruchte Zwitserse quasi-therapeute me toe, toen ik me weer eens in mijn zoektocht, nu naar het wezen van mijn drie jaar daarvoor gestorven moeder, had laten verleiden tot een ingrijpend therapie-experiment. Hanna Boeschenstein heet ze, een kanjer van een wijf met een uitstraling van de Oermoeder zelve. Haar charisma en haar briljantie deden het wonder heel makkelijk. Ze had bovendien een paar dozijn erg aardige discipelen. Ik werd verleid door de sfeer in haar Nederlandse commune, weer een gelukkige familie! Haar Making Friends project klonk zeer overtuigend. Drie maanden in de Indiase bush bij de magische Tantraplaats Khajuraho om onder haar leiding aan jezelf te sleutelen. Duur was het wel, maar dat is een bekende verborgen verleider. Duur moet wel goed zijn. Eenmaal aangekomen moesten de veertien deelnemers paspoort, ticket en geld inleveren, zogenaamd ter collectieve beveiliging. Iets in mij waarschuwde me toen al. Ik gaf niet al mijn geld af.

Daarna brak inderdaad de hel los onder het mom van werken aan ons egoverlies. Om mij `open’ te maken bleek alles te mogen. Weinig slaap, vernederingen, uithongering en andere boeiende meditatieve technieken. Het echte werk begon met een overdosis alcohol, maar dat bracht me alleen aan het schaterlachen. Toen volgde er een overdosis XTC. Dat greep dieper in. Toen ik weerloos onder de invloed was, begon Hanna, gesteund door haar co-therapeuten me allerlei zwarts te verwijten, inclusief mijn misdragingen uit vorige levens: ik zou één van de ergste Florentijnse Medici‘s geweest zijn in 1500-zoveel! Ik was een duivel, een beest, ik mocht mijn zoon nooit meer onder ogen komen, ik had schade aan tientallen vrouwen toegebracht, ik kon maar beter zelfmoord plegen. Daarna werd ik het bos ingestuurd, alleen, om over mijn zonden na te denken.

U leest dit verhaal waarschijnlijk met een toenemende afschuw. Hoe kan een normaal mens zich zo te pakken laten nemen? Ik voelde me zelf wèl normaal. Ik bleef kijken, neutraal observeren, hield ik mezelf voor. Ondertussen had mijn therapeute geen enkele eerbied meer voor individuele grenzen. Mijn karma? Het zal best. De zoektocht naar de waarheid brengt ons ook naar de zwartste krochten van de ziel en in alle denkbare aardse hellen. Peter Pan was zijn schaduw kwijt en Wendy moest hem weer aannaaien…

Ik pleegde geen zelfmoord. Nee, ik vond iets op de bodem van mijn put. Daar lag het inzicht dat het niet uitmaakt, wat een ander van mij vindt of in mij ziet. Ik ben gewoon ik. En voor mijzelf ben ik de moeite waard.

OVERSCHADUWING

De volgende dagen was ik er getuige van hoe Hanna zich regelmatig liet overschaduwen door het godinne-aspect van Kali, de wreekster. Deze Hindoeïstische godin wordt afgebeeld met een halsketting van onthoofde mannen, symboliek voor de demonen in je eigen ziel. Hanna, die zichzelf gedurig beriep op haar Verlichting enkele jaren eerder, was van plan die demonen in onze zielen stevig aan te pakken. De sfeer werd er niet beter op en het eten ook niet. Slechts bananen en wortels kregen de onwilligen, die zich nog steeds niet konden overgeven.
Hoe gek het ook klinkt, ik hield niettemin van Hanna. In haar stille momenten was ze zo sensitief en liefdevol dat ik totaal toegewijd haar voeten weer kon masseren. Mijn idool liet me dan weer zien, hoe mooi mijn moeder kòn zijn en hoe ik dat vreselijk gemist heb en tekort kwam. Haar wreedheid kende evenmin grenzen.

Binnen Hanna’s religieuze paranoia moest ineens een bijtende pup in een groepsritueel gedood worden. Dat stomme hondje was plotseling voor haar het symbool geworden van alle mannelijke agressiviteit. Pipo werd verdronken in de rivier, het duurde vijf minuten voor het lijfje onder water in Roberts handen stillag. Die Zwitserse jongen was Hanna’s discipel nummer Eén en hij zou alles doen en laten om haar liefde maar te behouden. Hoewel ze vijftien jaar ouder was, beminde hij haar veelvuldig en enthousiast en beschreef daarna die helende ervaring aan ons. Als ik maar meer mijn best deed in ons concentratiekampje, werd ook mij dat voorrecht in het vooruitzicht gesteld. Die seksuele slavendienst trok mij onvoldoende aan, zo ver was ik nog niet gezonken. Dat Robert zich op een noodlottige avond door de hele groep bont en blauw moest laten slaan om ‘dichter bij zijn gevoel te kunnen komen’, was de S/M druppel die mijn emmer deed overlopen. Of was het puur lijfsbe¬houd? Toen zijn billen volkomen zwart zagen van de bloeduitstortingen, schreeuwde Hanna me toe dat ik de volgende was: “Scheissdreck!” Mijn vluchtkoffertje stond echter al stiekem klaar, ik had nog genoeg roepies en het adres van de Nederlandse ambassade in Bombay. Het was volle maan en ik rende die vijf kilometer naar de grote weg. In de vroege ochtend werd ik opgepikt door een vrolijk beschilderde Indiase truck. De chauffeur wou niet eens geld van me aannemen, zo goed voelde hij waarschijnlijk mijn verweesde gevoelens aan.

Mijn moeder had me verraden, maar ik had mezelf net op tijd uit haar handen weten te redden. Thuis gekomen ben ik ook. Bang was ik onderweg beslist wel. Bang voor haar vervloeking en bang dat ik toch ergens een spirituele fout had gemaakt. Je weet immers maar nooit in dit mysterieuze leven? Voor je het weet is goed ineens kwaad en omgekeerd. Vandaag krijgt het kind een kus en morgen een klap…

In minder extreme zin dan ik hebben talloze anderen hun eigen therapeutische redding gezocht. Hun innerlijke kind is verwond geraakt, hun geïnternaliseerde vader- en moederbeelden zijn onvolledig, vervormd en verwarrend. Nieuwe ervaringen rijten de oude wonden weer open. Liefdesrelaties zijn favoriet in dit proces, maar ieder idool kan dezelfde functie vervullen. Wie blijft steken in zijn of haar beschuldigende vinger naar die ander, blijft echter sterven van verdriet en pijn. De wond mòet open, zodat het pus eruit kan. Daarna kan hij echt dicht. Littekens zullen je nog wel herinneren aan het verleden en soms bij slecht weer jeuken. In zo’n dieptepunt valt mij wel eens een bruikbaar liedje in, dat ik dan zing: “Alleen de liefde wil ik dienen, de liefde alleen, geen andere heer wil ik meer om me heen, alleen de liefde, de liefde alleen.”
Had mijn Nederlandse idool-kandidaat Herman Brood dat toen maar eens vet cool op de TV gebracht. Dat had ik misschien nu nog zijn foto boven mijn bureau hangen. Voor de lol.

En nu kon ik dat hele proces weer terugzien in The Master, de begenadigde, pionierende hypnotherapeut en filosoof, die zijn clan inpakt met de heilige opdracht dat ze al hun emoties moeten leren controleren, inclusie die uit vorige levens. En tegelijk iemand die zelf geheel uit zijn dak kon gaan van drift. Walk your talk! Leef wat je onderwijst! Daar pas  manifesteert zich de echte Meester.

PdH

    Print       Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You might also like...

EEUWIG VERVOLGDE JODEN

Read More →