Nette, niet seksuele moppen bestaan! Sommige lezers klaagden over het seksistische karakter van veel van mijn moppen. Daarom nu even demonstratief een serie van tien heel ander werk.
Blinde Ron komt binnen met zijn herdershond in een café maar de barkeeper wijst hem meteen weer naar buiten. “Ho, ho,” zegt Rob snel, “dit is mijn geleidehond. Ik ben blind. Maar mijn hond en ik zijn zo goed op elkaar afgestemd dat we geen tuigje nodig hebben.” De barkeeper biedt zijn excuses aan en Ron gaat rustig ergens zitten. Een klant die de bar verlaat, ziet daar dat Albert naar binnen wil met zijn hondje en waarschuwt: “Daarbinnen worden alleen blindengeleidehonden toegelaten, kerel.” Albert bedankt maar gaat rustig de draaideur door. De barkeeper kijkt op en zegt meteen: “Meneer, ik mag hier geen honden toelaten.” Albert kijkt verbouwereerd op: “Maar dit is mijn geleidehond!” De barkeeper begint te lachen: “Ja, ja. Wie heeft er ooit van een teckel als blindengeleidehond gehoord?” “Wat!?”schreeuwt Albert razend. “Hebben ze mij een teckel geleverd?”
Blinde Piet heeft zich aangemeld voor de SkyDivers Club, de parachutespringers. Na zijn eerste sprong alleen vraagt de voorzitter van de club hem naar zijn ervaringen. Piet is razend enthousiast: “Iedereen is even hulpvaardig. Als het vliegtuig hoog genoeg is, duwt iemand even zachtjes tegen mijn schouder, een ander geeft mijn hond aan en hup, daar ga ik.” De voorzitter zegt blij verrast te zijn maar wil toch weten hoe Piet de hoogte inschat. “Ik heb een fantastische neus,”zegt Piet. “Ik ruik gewoon de bomen en de planten en dan weet ik dat ik 100 meter hoog zit en dat ik de parachute moet open trekken.” “Knap, Piet”zegt de voorzitter, maar hoe weet je nou het precieze moment dat jij je voeten moet optillen om veilig te landen?” “Ach,” zegt Piet, “dan gaat mijn hond heel erg piepen!”
De gelofte van stilte wordt in het klooster een klein beetje verlicht: elke tien jaar mogen de monniken voortaan in twee woorden met de abt hun gevoelens delen. De eerste keer kijkt broeder Petrus er niet blij bij als hij deelt: “Koud eten.” De tweede keer is het al niet anders als hij meldt: “Hard bed.” De derde keer, na dertig jaar zegt hij: “Ik vertrek.” De abt kijkt misprijzend: “Dat verbaast me niks. Je klaagt al sinds je hier bent.”
Als de bejaarde heer door de Belastingdienst wordt opgeroepen voor een gesprek over de beperktheid van opa’s pensioen in relatie tot zijn extravagante levensstijl, neemt de oude man zijn advocaat mee. De inspecteur ondervraagt opa zeer wantrouwig. “U zegt dat u bijverdient met gokken. Moet ik dat geloven? Gokkers winnen en verliezen.” Opa grijnst: “Ik verlies bijna nooit en ik zal het u bewijzen. Ik wed met u om € 100 dat ik in mijn linkeroog kan bijten.” De inspecteur moet ook lachen: “Vooruit, ga uw gang.” Opa haalt zijn glazen oog uit de oogkas en bijt er op. Verbouwereerd betaalt de inspecteur en dan doet opa er een schepje bovenop: “Ik wed met u om € 1000 dat ik ook in mijn neus kan bijten.” De inspecteur wil aan opa’s neus voelen die echter duidelijk vast zit en gaat dan akkoord. De advocaat moet lachen want opa haalt zijn gebit uit zijn mond en bijt er mee in zijn eigen neus. De inspecteur lacht niet en betaalt opnieuw. “Ik zal u laten zien hoe het komt dat ik van mijn AOW in een Mercedes kan rijden. Ik wed nogmaals met u, nu om € 2000, dat ik op de rand van uw bureau kan staan en in die bloemenvaas aan de andere kant kan pissen zonder een druppel te morsen.” De inspecteur ziet zijn kans op revanche schoon en hapt toe. Opa klimt op het bureau en zeikt alle dossiers, het pennenbakje en de laptop onder en ook een beetje in de vaas. De inspecteur juicht: “Aha! U verliest! Betalen!” Terwijl opa afrekent, zit de advocaat met zijn hoofd in zijn handen. “Wat is er met u?” vraagt de inspecteur. De advocaat legt het zuur uit: “Mijn cliënt heeft met mij gewed om € 10.000 dat hij deze ochtend uw hele bureau zou kunnen onderzeiken en dat u nog blij zou zijn ook!”
Voor het wereldkampioenschap Martelen komen beulen uit de hele wereld samen op een gezellig vakantie-eiland. Ze nemen zelf natuurlijk ook voldoende slachtoffers mee. Waterboarden, tandartsboren, elektroshocks, acupunctuur, pepereffecten en zelfs ouderwets kruisigen wordt er gedemonstreerd. De slachtoffers creperen bij bosjes, maar twee oudere mannen blijven alsmaar in leven. Een nieuwsgierige journalist vraagt de eerste naar diens geheim. De man zegt ontspannen dat hij al acht jaar in Guantanamo Bay zit: “En daar heb ik optimaal kunnen oefenen!” De tweede man zit er verkrampt bij: “Ik ga niet dood voordat ik mijn belegging bij de SNS-bank terug heb!”
Voor het rode voetgangerslicht wacht een blinde met zijn geleidehond. Het licht gaat op groen, maar de hond zit alleen maar achterom te kijken naar een leuke teef. Het licht springt op rood. Aan de overkant wacht een dame die verbaast ziet, hoe de blinde een koekje uit zijn zak haalt en aan de hond geeft. Opnieuw gaat het licht op groen en de dame steekt over. Verbaasd vraagt ze de blinde waarom hij de hond beloont, terwijl het dier zijn werk niet goed doet. Chagrijnig haalt de blinde zijn schouders op: “Ik wil alleen maar even precies voelen maar zijn kop zit, zodat ik hem goed onder zijn kont kan schoppen!”
In de hotelbar wenkt een oude man de barkeeper: “Meneer, als ik u hier de truc van de eeuw laat zien, geeft u mij dan de hele avond te drinken?” “Natuurlijk,” zegt de barkeeper en veel bezoekers staan op van hun krukken en stoelen om te zien wat er gaat gebeuren. De oude man haalt uit zijn linkerbinnenzak een mooie, slanke grijze rat en zet die op de bar. Daarna haalt hij uit zijn rechterbinnenzak een kleine piano. Hij vraagt om stilte en de bar wordt doodstil. Dan speelt de rat een eenvoudige blues, maar het publiek is dolenthousiast. De man bergt alles weer op en gaat aan het gratis bier. Na een uurtje wenkt hij de barman opnieuw: “Meneer, ik heb er zo’n honger van gekregen. Geeft u mij ook gratis te drinken, als ik u een nog betere show presenteer?” Het barpubliek begint al te juichen en de barman stemt toe. De rat komt tevoorschijn, de kleine piano ook, maar dan haalt de oude man een grote pad te voorschijn. De rat begint te spelen en de pad zingt het Wilhelmus. Als het applaus verstomt is, dringt zich een chique geklede bezoeker naar voren: “Meneer, ik bied u tienduizend euro voor die pad” en als de oude man weigert, roept hij: “Honderdduizend!” De bejaarde man stemt toe en laat via de Wifi van de bar en de creditcard van de onbekende het bedrag op zijn bankrekening zetten. De barman is verbijsterd: “Meneer, u doet zichzelf tekort. Zo’n show! Zo’n pad is minstens een miljoen waard op SBS6!”De bejaarde man glimlacht: “Ach, die pad zit maar een beetje te gapen. Die rat is het! Die is namelijk ook buikspreker!”
Een Joodse kolonist ragt met 70 kilometer per uur op zijn voorganger in de stilstaande file bij Jeruzalem. De auto’s zijn beiden total loss maar geen van de chauffeurs mankeert iets. Dan ziet de kolonist een zwart-witte Palestijnse sjaal op de voorbank van de aangereden man liggen en hij heft zijn handen ten hemel: “O Heer, dank voor uw teken, waarmee U me vast wilt zeggen dat onze twee volkeren beter moeten gaan samenwerken.” De Palestijn kijkt verrast maar knikt welwillend. Dan haalt de kolonist een fles dure Israëlische wijn uit het wrak van zijn auto en zegt: “Laten we op dit schitterende moment drinken. Glazen hebben we niet nodig!” Hij gebaart de Palestijn het er lekker van te nemen. De man zegt dat hij eigenlijk nooit drinkt, maar dat hij voor deze bijzondere verzoening een uitzondering wil maken. Hij neemt een paar slokken en biedt de fles dan weer aan de kolonist aan, die echter weigert. “Hoe zo, drinkt ù niet?” verwondert de Palestijn zich. De kolonist lacht ontspannen: “Eh, nee. Laten we eerst even op de politie wachten.”
Tijdens de therapeutische opleiding komt het boek met diagnoses aan de orde. De docent beschrijft diverse vormen van gestoord gedrag en de leerlingen kiezen daar de juiste diagnose bij. “Stel je eens voor, een grote kerel die heen en weer ijsbeert, het ene moment schreeuwend en gillend en het volgende moment duikt hij huilend met zijn hoofd in zijn handen. Kent iemand zo’n ziektebeeld?” Koos steekt zijn hand op: “Ja. Mijn voetbaltrainer.”
“Is je vader thuis? “ vraagt de postbode als de vijfjarige Bobbie open doet. “Mijn vader is chirurg en hij is net bezig met een appendixoperatie,” antwoordt Bobby. “Zo, zo,” zegt de postbode. “Dat is een behoorlijk moeilijk woord voor een klein jongetje. Weet je echt wel wat het betekent?” “Echt wel!” zegt Bobby. ”Vijftienhonderd euro en dat nog zonder de prijs van de anesthesist!”
Twee mannen verdwalen in de Ozark Mountains. Ze zijn uitgeput als ze eindelijk ’s avonds aan de rand van een dorp een luxe villa met verlichte vensters ontwaren. Als ze vragen om een slaapplaats aan de mooie vrouw die open doet, wijst die hartelijk maar beslist de mannen naar de schuur: “Ik kan u niet hierbinnen vragen. Ik ben net weduwe en wil niet dat de mensen in dit dorp over me gaan roddelen.” Paul en Roy duiken dankbaar in het schuurhooi en vallen meteen in slaap. Negen maanden later krijgt Roy een aangetekende brief en stapt daarmee naar Paul: “Jij herinnert je nog die lekkere weduwe in de Ozark Mountains?” Paul knikt ongemakkelijk. “Zou het kunnen dat jij ’s nachts bij haar naar binnen ben gesneakt en haar daarna MIJN naam hebt gegeven als de jouwe?!” Paul krijgt een rode kop en begint zich te verontschuldigen. Roy grijnst echter plotseling: “Dank je wel. Ze is plotseling overleden en ik erf dat schitterende huis!”
Laatste commentaren