Een onderzoek naar prehistorische verhalenvertellerij en Genesis.

De werkelijkheid is wat je ziet. Toch? Alles wat leeft en bloeit en ons altijd weer boeit. Planten, dieren, mensen, water, lucht, vuur, al het aardse en de elementen. O nee, nee, alles is Maya, alles is een illusie! Dat zeiden de Vedische wijzen in India een paar duizend jaar geleden. Niet waar, niet werkelijk? Wat wel?
‘Alle gebeurtenissen in de natuurrijken, alle manifestaties zijn openbaringen van geestelijke processen,’ zei de antroposofische ziener Rudolf Steiner, meer dan 100 jaar geleden. Hij stelt weer dat er een bovenzintuiglijke, spirituele wereld bestaat, die de mens kan leren kennen. De kerken zijn eensgezind: Gods bedoeling was zo mooi dat Hij zijn eniggeboren Zoon geofferd zou hebben om de mens bewuster te maken. Marx heeft dat al dat Godsgedoe direct als opium voor het volk afgeschreven.  Dus? Wie of wat is God? Of heeft de mens God gemaakt naar zijn evenbeeld?

Voor veel mensen wordt het leven op aarde geheel aangestuurd door hogere machten. De meest moderne opvatting is die van God als een allesomvattend, grenzeloos bewustzijn, een pure en liefdevolle aanwezigheid. Zijn aandacht omvat ook bewustzijn in sterren, planeten en andere dan menselijke wezens. Deze godsopvatting verkent Zijn eigen potentie via de mens als verkenner van alle mogelijkheden.

1001004006850591-zoomstede5

 

ANDER BEELD

Dat beeld heeft zeker niet altijd bestaan. Al 30.000 jaar geleden tekenden mensen hun beelden van de toenmalige werkelijkheid op rotswanden. God als de omgekeerde mens, de donder en de bliksem. God is in die tijd nog een product van ongerust groepsdenken, bang voor vijanden van buiten, bang voor verandering.
Op basis van mythen, legenden en bepaalde inscripties kunnen we gebeurtenissen in tijd en ruimte proberen te kaderen, vooral als zo’n bron probeert om ons een bepaalde plaatselijke verhouding met dat Hogere uit te leggen. Veel overleveringen zijn immers begonnen als verhalen bij het kampvuur, als gedichten van bevlogen vertellers. Die barden, de lokale entertainers wilden voor de ongeletterde massa op een zodanige wijze iets van politiek, moraal of noodlot benoemen, dat ervan geleerd kon worden. Pas zo’n zevenduizend jaar geleden komt er iets van de mondelinge overlevering via later opgeschreven teksten in onze geschiedenis terecht.

 

EGYPTISCHE LANDBOUW

Dat begint ten tijde van de landbouw, die zich langs de Egyptische Nijl ontwikkelt. Dat leverde helaas wisselend succes op. In de gouden tijden werden er magistrale piramiden gebouwd, kennelijk met hulp van buitenaardse architecten en elektro-ingenieurs. Er bleek wonderlijke kennis van meetkunde, hogere wiskunde en energieopslag uit. Ze zijn gebouwd na een dramatische komeetinslag in het zuiden van Noord-Amerika zo’n 12.000 jaar geleden. Als waarschuwing?
Met de lokale voedselvoorziening liep het in het Midden-Oosten echter spaak. Onherbergzame, zoute woestijnen laten ons inmiddels zien hoe het ooit, lang geleden mis ging door onvoorziene erosie. Ook in Mesopotamië zijn sporen gevonden van vergelijkbare missers bij het grondgebruik. Onze Bijbel verhaalt daar plastisch van.

In onze prehistorie (die voor ons trouwens slechts zo’n vier-, vijfduizend jaar voor Chr. begint), is er dan nog voornamelijk sprake van Goden die met offers, gebeden en gehoorzaamheid beïnvloed leken te kunnen worden. Denk aan hoe in Midden-Amerika Olmeken en Azteken vers kloppende harten van gevangenen aanboden aan hun zon. Ook in Mesopotamië was Baäl populair, eveneens een bloedoffers vragende monsterdemon. Soms mislukte de gedwongen overstap van veelsoortige afgoderij naar een religieus monopolie.

AMENHOTEP IV

De meer weldenkende plaatselijke adel veegde bijvoorbeeld in het geval van de Egyptische farao Amenhotep IV de vloer aan met zijn plan om de zonnegod Ra te promoveren naar de numero Uno-positie. De farao tekende voortaan zijn god als een strenge, harde en vooral exclusief regerende grimmigheid. De nieuwe Aton werd dus neergezet als de Zonnegod zonder gelijke. De farao en zijn koningin Nefertiti konden als enigen met Hem communiceren. De priesterklasse zag meer in gezellig gesjoemel met rituelen en sociale corruptie en pleegde uiteindelijk effectief verzet. Hun ‘werkelijkheid’ was simpelweg “alles wat er gebeurde als de wil van de lokale God(en).”

Sommige vertellers zagen de hemellichamen als medebewoners van de menselijke rijken op aarde. Kijk, daar vertonen zich de eerste astronomen en astrologen in een zeer menselijke behoefte om iets te kunnen voorspellen in de algemene chaos van hun leven: de natuurrampen, overbevolking, corruptie en de overal opduikende oorlogszucht om meer en meer nieuwe landbouwgrond te veroveren.

SLECHTE VERTALINGEN

Ons zogenaamde scheppingsverhaal, dat in Genesis is opgetekend, bevat veel misinterpretaties van het originele Hebreeuws. Veel persoonlijk gemaakte verhalen blijken namelijk bij nadere analyse gewoon literaire cultuurbeschouwingen. Zo staat Adam voor de eerste ontginner van landbouwgrond en Eva voor Moeder Natuur, die twee lastige kinderen poogt groot te brengen, Abel en Kaïn. In Genesis is dat eigenlijk de gesymboliseerde beschrijving van het oerconflict tussen nomadisch trekkende volkeren en latere akkerbouwers, plaatsvindend in het Mesopotamië van rond 10.000 voor Nul (Chr.).
De oude vertellers gebruikten natuurlijk allerlei overgeleverde veel oudere beelden als een kapstok voor een lekker bekkend actueel verhaal. De nomade Abel is zo een spannend eerste slachtoffer, een suf maar bekwaam jagend type, een herder die tegelijk productief zijn kudden weidt. Die dieren poepen veel en bemesten zo de grond mooi duurzaam tot vruchtbaar voor mens en dier. De latere boeren (Kaïn) luisteren niet naar Moeder Eva, slachten veel van die herders af en gingen aanvankelijk met succes andere gewassen verbouwen. Hoppa, daar hebben we: Genesis 4:8.

EROSIE

Helaas, de natuurlijke bemesting bleef uit, de losgeploegde grond verschraalde en het weghalen van bomen en struiken gaf wind- en watererosie vrij spel. Daar kwam nog eens een dikke overstroming van de rivieren de Tigris en de Eufraat overheen rond 2600 voor Nul. Veroorzaakt door eeuwen overmatige erosie schoof de hele kustlijn honderden kilometers zeewaarts. Zo ging de vroege Sumerische cultuur in een zondvloed ten onder. Nomaden en boeren leden uiteindelijk het zelfde verlies. Kaïn wordt een zwalker, een zwerver op aarde, zegt de Schrift. Samenwerken was slimmer geweest, maar efficiëntie en oplossingsgericht denken was nog niet aan de orde. Er manifesteerden zich echter uitzonderingen.

De hoger, iets noordelijker wonende keizer Sargon veroverde vanuit Akkadië zo goed als het hele Midden-Oosten. Sargon’s werkelijkheid was die van intellect, verovering, gezag en noodlot tegelijk. Hij is ook een voorbeeld van een maatschappelijke autoriteit, die zichzelf ook maar meteen proclameerde tot God. Elke nieuwe cultuur, zeg succesvolle heerser, maakt kennelijk steeds een godsbeeld dat het best bij de plaatselijke behoefte past.
In Genesis wordt aldus Keizer Sargon’s status regelmatig opgevoerd als de efficiënte, handelende Goddelijkheid, die ook JHWH wordt genoemd. Sargon probeerde, slechts met tijdelijk succes, de taal en cultuur van de Soemeriërs uit te roeien. Jammer, maar de tijd (2150 voor Nul) voerde ook zijn ambities weer af. Verkapt lijkt zijn strijd in Genesis 4:15 beschreven.

VOEDSELONZEKERHEID

Lees maar. Het volk mort, er is voedselonzekerheid en lijdelijk verzet tegen de arrogantie van techneuten en mentale beterweters. De verhalenvertellers zetten veel van hun propagandatoneelstukjes door om alle ellende door overbevolking, overconsumptie en oorlog (waar hebben we dat recent nog te horen gekregen?) te verklaren uit de wil van een kracht, een energie, een ‘god’ waar we maar beter bang voor blijven. Hij kan je namelijk uit het paradijs (de Lusthof uit Genesis 2:9) gooien als je te bijdehand (te technisch) gaat doen.

Waren er nu mythemakers die een ander Godsbeeld propageerden dat minder op macht en strijd hoefde te functioneren? De veel latere poging van Mozes is goed gedocumenteerd in Genesis. Hij ziet zijn religie meer als een wetenschappelijk project dat toch gebeurtenissen probeert te duiden, terwijl de voorbije geschiedenis hem tegelijk als ongenaakbaar en chaotisch voor komt. Met ‘God’ valt niet echt te onderhandelen. er gebeurt wat moet gebeuren.

VERTROUWEN ALS GELOOF

Mozes ziet dan meer nut in een vredelievende cultuur, zonder elkaar bestrijdende goden, zonder elkaar tegensprekende waarheden, met juist gemeenschappelijke doelen. Hij voorspelt niks, maar hij heeft gewoon vertrouwen in wat ons overkomt, Geloof dus. Hij bezint zich op de effecten van politiek en moraliteit op de langer termijn tegenover de voordelen op de korte termijn. Zijn Godsbeeld is zo groot dat geen mens Hem ooit geheel zal kunnen kennen. Laat ons vooral praktisch en in het Hier En Nu blijven!

Het volk van Mozes verovert het land Kanaän en Jeruzalem wordt hun hoofdstad. De oorspronkelijke bewoners bleven stiekem toch heidenen (lees het Bijbelboek Ezechiël 16 maar). Ah, hoe de geschiedenis, de ‘Werkelijkheid’ zich magistraal herhaald!
Mozes is (zo’n 1360 voor Nul aan het Egyptische hof) eigenlijk een meer sociale, menslievende projectie van de door Amenhotep IV ‘ontworpen’ en verloochende Aton. Mozes gelooft in de Ene, die aandacht voor de sociaal zwakkeren en mensenrechten wil hebben en zich los wil maken van beperkende nationalistische gevoelens.

MONOTHEISME

In de Joodse, Islamitische en Christelijke culturen is vanuit deze traditionele invloed opnieuw en redelijk succesvol een monotheïstisch programma uitgevogeld, dat imponerend Eén Altijd Gelijkhebbende, Eerbied Afdwingende Godheid kon afzetten tegen het eerder gebruikelijke Veel Godendom van de meeste door hen overwonnen andere volken. Veel plaatselijke profeten zagen echter de bui al aankomen en verzetten zich tegen dat opgedrongen Godsbeeld van zo’n nieuwe, spirituele maar hardhandige Overheid, Staat of Koning. Het boek Exodus laat die tegenstellingen scherp horen. En? Wat is het uiteindelijk geworden?

Pas met Johannes de Doper en Jezus komt er een aanspreekbare, weldenkende, zelfs liefdevolle Goddelijkheid terug op aarde. De nieuwe Werkelijkheid wordt ineens opgevoerd als een Eenheid in verscheidenheid. Alles is dan weer met alles verbonden. Niet iedereen is echter op zoek naar het hogere. De apostel Paulus beschrijft bijvoorbeeld geïrriteerd dat de meeste mensen hun hoogste levensdoel simpelweg in hun emotionele behoeften plaatsen (“Hun God is in de buik”, Phil, 3:19).

ONGELIJKE VROUW

Aanvankelijk zijn man en vrouw ook absoluut niet gelijk en worden er stilistische, Bijbelse kunststukjes uitgehaald om haar de schuld te geven van iets wat zonde zou zijn en de zondeval. Maar vooruit, bezinning en bekering gaan ons toch uiteindelijk allemaal verlossen!

Laat ons nog wel even goed letten op de hedendaagse Werkelijkheid van ellende door technische arrogantie, quasi kennis en kunde die ons opnieuw overbevolking, overconsumptie en oorlog laat beleven. Hoe genadeloos wordt ons het karmische proces van herhaling gepresenteerd.
O God, sta ons bij! Bij de zoektocht naar wat ons boven dit tranendal laat uitstijgen, naar die onzichtbare dimensie van zelfonderzoek, zelfacceptatie en zelfliefde.

Literatuur: Het Sumerisch Testament, Dr. Ir. G. Hamming 1996.