id
ingesteld voor de argumenten array voor de "Primary Widgets" zijbalk. "sidebar-1" als standaard ingesteld. De id
naar "sidebar-1" handmatig instellen om dit bericht te verbergen en de bestaande inhoud van de zijbalk te behouden. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 4.2.0.) in /home2/tijdgenl/public_html/wp-includes/functions.php on line 5866id
ingesteld voor de argumenten array voor de "Secondary Widgets" zijbalk. "sidebar-2" als standaard ingesteld. De id
naar "sidebar-2" handmatig instellen om dit bericht te verbergen en de bestaande inhoud van de zijbalk te behouden. Lees Foutopsporing in WordPress voor meer informatie. (Dit bericht is toegevoegd in versie 4.2.0.) in /home2/tijdgenl/public_html/wp-includes/functions.php on line 5866The post EEUWIG VERVOLGDE JODEN appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>De vergelijking tussen wappies en Joden brengt veel aandacht naar het ‘Joodse Probleem.’ Al in de 19e eeuw maakten Joodse visionairs zich terecht zorgen over de vijandigheid van burgers, boeren en overheden naar de kleine, over de hele wereld verstrooide Joodse gemeenschappen. Het woord pogrom (afgeleid van een Russisch woord dat verwoesting betekent) werd/wordt gebruikt voor sensatiebeluste lynchpartijen. Er was vroeger geen televisie dus het ophangen van een paar Joden als eeuwig gebrandmerkte minderheid was populair.
De zielen van hun Joodse slachtoffers hebben vaak besloten om absoluut nooit meer als Joods terug te komen. Maar hun afgesloten pijn, hun empathische blokkade van underdog zijn, de altijd onmachtige, wreekt zich dan soms toch in de volgende incarnatie. Daar komt Cees op het toneel. Hij heeft zijn Joodse karma lang uit beeld gehouden maar als hij 49 is, slaat na wat relatietegenslag de heilzame burn out toe.
Jongentje bij de Klaagmuur in Jeruzalem
Allebei de grootouders van BN-er Cees waren Joods. Net voor de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog werden ze katholiek en dat heeft hun leven gered. Maar dat opportunisme klinkt vervreemdend door in de hele familie. Voelen en meevoelen is als het ware uitgebannen. Dat werkt vooral in het relatieleven van Cees uit. Commitment kent hij niet, altijd zijn er meerdere vriendinnen die hij knap tegen elkaar uitspeelt.
“Ik bèn ook charmant voor de vrouwtjes,” glimlacht Cees nog routinematig zelfbewust tijdens ons eerste coaching gesprek. Verder heeft hij geen idee wie hij zelf is. Hij is toneelspeler geworden omdat hij door het spelen van allerlei rollen hoopte om ergens een ankerpunt in zichzelf te vinden. Omdat hij zelf volkomen onbewust van het ene naar het andere gevoel fladderde, had hij nooit de tijd om zich te verdiepen in het gevoel van zijn partner. Hij loopt als een boer op strontklompen over het verliesverdriet van zijn ex heen, hij gebruikt haar even en stapt weer op. Uiteindelijk heeft hij haar zo intens beledigd, dat ze twee maanden later met een sleutel een diepe kras in zijn autoportieren zal maken. Ach, de achtergrond van die actie is geheel aan hem voorbij gegaan. Dat zijn nieuwe partner Moni hem later definitief in de steek laat, snapt hij niet eens. Maar overal wordt dezelfde rode knop ingedrukt: in de steek gelaten worden voor een ander.
Er zal altijd iemand beter zijn dan jij, dat staat er in rode neonletters boven die knop. En dus ging Cees al veertien relaties af tussen zijn twintigste en vijfenveertigste. Hij is charmant, grappig en hij heeft een fabuleus gespierd lijf. Als acteur is hij jarenlang succesvol en als de één hem verlaat, is er zo weer een ander die op de eerste rij wil toekijken. Maar er gaat iets knagen, als later nieuwe rollen uitblijven en het nieuwe wipje niet meteen klaar staat. Cees gaat coke snuiven. Dan gaat het hard. Cees raakt in een depressie. En na veel leed belandt hij ook in de stoel bij de therapeut.
In een regressie naar zijn jeugd belandt Cees in talloze situaties waar zijn ouders zijn oudere broer Mark voortrekken, prijzen en belonen, terwijl hij, de jongere zoon, steeds met lege handen achterblijft. Het zijn ‘leuke’ ouders maar Cees is nooit goed genoeg voor hen. Mark krijgt pianoles vanaf zijn 7e, Cees moet eerst met een blokfluit bewijzen dat hij ook muzikaal is. Het eerste vriendinnetje dat hij op zijn 15e meeneemt, werd zo cynisch door zijn moeder ondermijnd, dat ze huilend naar huis liep. Cees mocht niet naar de school van zijn keuze, te duur, te ver, terwijl Mark probleemloos en prijzig kon gaan studeren.
Cees is diep en diep beledigd door zoveel onrechtvaardigheid in de familie. Onbegrip, woede, tekort gedaan zijn, een onbewuste ervaring van verborgen Joodse pogrom-ellende.
Concentratiekamphek
Natuurlijk gaan hier nog meer vorige levens aan vooraf waar de rollen zijn omgekeerd. De prins die een concurrerende broer vermoordt. En dan ook nog dat Joodse leven met een diep ingegraveerd bewustzijn dat hij inferieur is, dat het hem nooit zou lukken om uit zijn vreselijke onmachtgevoelens te geraken. Honger, geweld, quasi-superioriteit naar niet-Joden, de Gojims. Voorafgaand aan zijn daarop volgende incarnatie heeft Cees dus besloten om in elk geval NIET als Jood terug te komen.
Is het mogelijk om zijn diepe minderwaardigheidscomplex te helen? En zijn onbeschrijfelijke jaloezie? Hij schreeuwt en huilt in mijn stoel, hij haat iedereen, hij haat elke leuke vrouw. Hij haat elke succesvolle man. Na drie sessies oprakelen van leed en pijn zucht hij eindelijk diep.
“Ik heb gekregen wat ik verdien,” zegt hij. ”Ik kan niemand meer iets kwalijk nemen. Ik begrijp het, ik begrijp het.”
Het inzicht met betrekking tot zijn voortdurend herhalend karma heelt uiteindelijk. Cees blijft bindingsangst houden en hij heeft moeite met bescheidenheid, maar nu weet hij het zelf. Hij herkent zijn eigen gedrag en kan daardoor stoppen met de coke. Voorlopig is hij nog niet toe aan een nieuwe vriendin, maar hij is uit de dip. Op tv zullen we hem niet meer zien. Beetje jammer.
The post EEUWIG VERVOLGDE JODEN appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post BESTAAT ER NOG EEN TOEKOMST VOOR WIE VACCINVRIJ WIL BLIJVEN? appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Dat zal dan toch vooral in het voordeel werken van de mensen met materieel, fysiek bezit. Wat moet er dan gebeuren met al die aandeelhouders die hun bezit in dollars en euro’s registreren en die bang zijn voor waardevermindering van dat bezit als die valuta in koers zakken ten opzichte van Chinese of Russische munten? “Alles gaat verdampen,” sombert Rob.
Zoals Rob zijn er tegenwoordig duizenden, gevaccineerd of niet. Is er hoop?
The post BESTAAT ER NOG EEN TOEKOMST VOOR WIE VACCINVRIJ WIL BLIJVEN? appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post Herkaderen d.m.v. astrologisch inzicht. Werkt dat? appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Met Uranus op de cusp van het 10e huis in Tweelingen, conjunct de Drakenkop heb ik bijvoorbeeld last van een dramatische nieuwsgierigheid, drang om te pionieren en risico’s te nemen. Ik zit daardoor al 55 jaar in de alternatieve journalistiek (ben 75, zodoende) en daardoor borrelt het in mij van de geleende wijsheid, gorgelt er bovendien nog wat moraliteit van anderen maar vooral ben ik een lopende opslag van nuttige eigen ervaringen.
The post Herkaderen d.m.v. astrologisch inzicht. Werkt dat? appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post CHECKLIJST VOOR VALSE GOEROES EN PROFETEN appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Wanneer zit je fout met een leermeester, goeroe, therapeut, genezer of medium? Wanneer is overgave de weg, wanneer moet je nee leren zeggen? Wat zijn jouw valkuilen en durf je ze te erkennen?
Uuiteindelijk kan de zoeker door schade en schande wijs geworden criteria opstellen voor zijn idolen. De kern van de hele les ligt in het toepassen van blijmoedige bescheidenheid, zoals de I Tjing het zo prachtig stelt. In de Joods-Christelijke traditie zijn we beladen met het begrip het uitverkoren volk, maar ook Bhagwan ‘Osho’ Rajneesh noemde zijn discipelen The Chosen People. De ervaring leert helaas dat wie fanatiek uitverkoren wil zijn, doorgaans aan de schandpaal eindigt. Echte, leuke heksen komen in een mooi boek.
The post CHECKLIJST VOOR VALSE GOEROES EN PROFETEN appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post PSEUDO-VERLICHTING EN HAAR SLACHTOFFERS appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>In de winter van 1989 vroeg een vriendin, Marijke, mij om kennis te komen maken met haar nieuwe leermeesteres, een vrouw die zich Deva Hanna Boeschenstein noemde. Een Zwitserse vrouw, ook een discipel van Bhagwan Osho Rajneesh, een sannyasin, net als ik, die buitengewoon inspirerende retraites in India organiseerde: of ik mee wilde. Mensen uit mijn vriendenkring raadden het mij ten sterkste af, omdat zij de zwaarlijvige en dominante Hanna minstens krankzinnig vonden. Ondanks veel bedenkingen ging ik toch voor drie maanden mee naar Khajurao, de beroemde Tantra-tempelstad. Hanna was namelijk ook minstens geniaal en paranormaal begaafd. Over mijn barre ervaringen schreef ik een lang artikel voor het tijdschrift BRES (zie De Uitverkorenen,). Mijn verzet tegen Hanna’s hypnoses was mede aanleiding voor Marijke om uit deze wonderlijke sekte te stappen.
Een van de vrouwen die ik toen in het gevolg van Hanna in India ontmoette, was de Arnhemse kunstenares Yoyo Olivier. In Yoyo’s boek ‘De Soefi-sjamane’ beschreef zij haar ervaringen met de Zwitserse furie, die inmiddels (in 2011) is overleden. Ik ontvluchtte Hanna’s schrikbewind in januari 1990 en nam de trein naar Poona, waar toen net mijn vroegere leermeester Osho Rajneesh was overleden. In 2009 kwam Hanna met een Zwitserse discipel nog eens bij mij op bezoek in Den Haag omdat ze van mij een introductie bij Prinses Irene verwachtte te kunnen krijgen. De illusies woeien als wazige lappen om haar heen, nog steeds was ze licht in haar hoofd. Zingend ging het tweetal weer weg. Hanna strompelde een beetje door haar dikke drankbenen maar ergens was ze toch ook echt licht. Ik hoop dat ze Rajneesh in het hiernamaals is tegengekomen. Een schitterend spiegelfeest.
Peter den Haring
DEVA HANNA BOESCHENSTEIN EN OSHO
Door Yoyo Olivier
Deva Hanna was een Zwitserse vrouw, door mijn ex-vriend Luuk ‘ontdekt’ bij de ashram van Bhagwan. Luuk had zich in 1981, twee jaar na mij, op de Humaniversity (een meditatiecentrum in Egmond aan Zee, opgericht door Veeresh, een leerling van Bhagwan, laten inwijden tot sannyasin. In 1987, de zomer voor wij uit elkaar gingen was hij in zijn eentje naar Poona gegaan om de Meester alsnog ‘live’ te ontmoeten.
Deva Hanna (dit was de naam die Bhagwan haar had gegeven) woonde in een huttendorp naast de ashram, waar zij zong en gitaar speelde. Er verzamelde zich een kleine groep mensen om haar heen die genoten van haar liedjes, verhalen en spontane, soms confronterende commentaren op hun persoon. Voor haar bewonderaars haakte zij baretten in alle kleuren van de regenboog. Luuk vond haar minstens zo intrigerend als Bhagwan, zeker ook vanwege een geheim dat zij bij zich droeg en dat zij hem had onthuld vlak voordat hij terugkeerde naar Nederland. Bij vertrek had Luuk – die ook een van haar baretten had gekregen – haar gezegd dat zijn huis te allen tijde voor haar openstond en nu, kort nadat hij zijn nieuwe relatie met Ankie was begonnen, stond ze ineens voor zijn deur, met drie getrouwen in haar gevolg.
Hoewel wij elkaar sinds het abrupte einde van onze relatie niet meer hadden gezien, nodigde Luuk mij uit om bij hem te komen eten en Deva Hanna te ontmoeten. Ik aarzelde, omdat ik er tegenop zag Ankie aan zijn zijde te zien in wat ik nog steeds ervaarde als ‘ons’ huis. Maar mijn nieuwsgierigheid won het en ik ging.
Deva Hanna had brede heupen, een slanke taille, volle borsten en een aanstekelijke schaterlach. Ze had iets volslagen schaamteloos over zich, rookte ‘als een ketter’, dronk ‘als een Maleier’ en was het vanzelfsprekende middelpunt van alle aandacht. Ze wist meeslepend te vertellen over haar leven en spirituele zoektocht. Opgegroeid als dochter van een Zwitserse onderwijzer (van wie ze de liefde voor het ‘zingen rond het kampvuur’ had geërfd), was ze al snel het bekrompen milieu van een Zwitsers bergkanton ontgroeid. Op zoek naar zichzelf en haar missie trok ze de wereld in, verdiepte zich in sjamanisme en trouwde met de zoon van een sjeik, lid van een Soefi-orde van dansende derwisjen. Een avontuurlijke en stormachtige verhouding, die slechts een paar jaar stand had standgehouden.
Haar geheim – dat Luuk niemand en ook mij niet had verteld – bleek te zijn dat zij, kort nadat zij zich had laten inwijden door Bhagwan, een visioen had gehad waarin haar werd geopenbaard dat zij de (toekomstige) vrouw en de ‘veldwerker’ van Bhagwan was. Haar taak zou het zijn om zijn leerlingen van de theorie naar de praktijk van ‘zelfrealisatie’ te voeren.
In haar enthousiasme om haar visioen met Bhagwan zelf te delen had ze gepoogd om onuitgenodigd door te dringen tot zijn privévertrekken. Tot driemaal toe werd zij echter door zijn lijfwachten de ashram uitgegooid. Vervolgens stuurde zij hem een brief met haar verhaal. Als antwoord kreeg zij: “I have seen you, you have seen me. Go to Khajuraho, stay there and have a good time.”
Dit was voor haar het opperste bewijs dat hij haar verlichte staat had herkend en haar missie ondersteunde. Khajuraho, de tantrische tempelstad, was een van zijn lievelingsplekken. Daar zou zij met diegenen van zijn adepten die er rijp voor waren haar ‘veldwerk’ gaan doen. En daar zou hij na verloop van tijd – dat wist ze zeker – zich bij haar voegen en ook voor de wereld haar echtgenoot worden.
De kunst van het relateren
Ik was onder de indruk. Na het eten zaten we in de huiskamer met de koffie. Wat onwennig, omdat Ankie en ik niet goed raad wisten met elkaars aanwezigheid. Kort en bondig gaf Hanna Luuk en Ankie te kennen dat ze hun relatie niet meer dan tweeëneenhalf jaar gaf (dit is precies uitgekomen) en mij dat ik, in plaats van te treuren over mijn verbroken relatie, beter over twee weken met haar mee kon gaan naar India, waar ze in de buurt van Khajuraho met een kleine groep drie maanden ‘de kunst van het relateren’ zou belichten en beoefenen. Vierduizend gulden all-in zou deze retraite mij kosten.
Thuis had ik even tijd nodig om bij te komen van deze intense ontmoeting. Ik had ambivalente gevoelens: aan de ene kant was ik jaloers op haar overrompelende aanwezigheid, aan de andere kant had ik mijn twijfels over haar ‘visioenen’ en mijn bedenkingen bij de voorwaarde die zij stelde aan de mensen die met haar mee zouden gaan: onvoorwaardelijke overgave aan wat zij ons – geleid door haar intuïtie en ‘goddelijke impulsen’ zou opdragen gedurende de drie maanden dat we daar zouden zijn. Verder vroeg ik mij af hoe ik – als ik al zou besluiten om mee te gaan – aan het geld moest komen: ik had geen vierduizend gulden.
Toen ging de telefoon. Een vrouw had mijn adres gekregen en wilde een staatsieportret van zichzelf laten maken in olieverf, ongeveer ter grootte van een deur. Wat dat zou gaan kosten. ‘Vierduizend gulden, zei ik. We maakten een afspraak, zij bekeek mijn werk, bevestigde haar opdracht en we kwamen overeen dat ze de helft van het honorarium direct als aanbetaling zou overmaken en de andere helft na mijn terugkeer uit India, bij de oplevering van het portret.
Deva Hanna ging akkoord met een betaling in twee termijnen en mijn voorwaarde dat ik daarginds af en toe tijd moest krijgen om te schilderen. Dus begon ik aan de voorbereidingen van mijn reis.
Omdat ik nog een andere schilderopdracht moest afmaken zou ik wat later vertrekken dan de groep, die uit tien deelnemers bestond. Het werd nachtwerk, die laatste dagen. Laat in de voorlaatste avond werd er aangebeld. Luuk stond voor de deur in een staat van grote ontreddering. Hij had blijkbaar flink gedronken en keek mij met grote angstogen aan. “Je moet niet gaan, je moet je reis afzeggen, het is niet goed, ze is gevaarlijk”, bracht hij hortend en stotend uit. Hij huilde en beefde over zijn hele lijf. Ik loodste hem naar binnen, legde hem in bed, ging naast hem liggen en hield hem vast tot hij rustiger werd. Wat hij heeft ervaren tijdens de logeerpartij van Deva Hanna bij hem thuis werd mij niet helemaal duidelijk, maar het had kennelijk een grote impact.
Khajuraho – de Tantrische tempelstad
Hoewel ik door dit voorval enigszins uit het lood geslagen was – een gemeenschappeijke vriend van Luuk en mij, die ook mee zou gaan, cancelde na dit verhaal prompt zijn reis – , vertrok ik niettemin half december 1987, gewapend met foto’s van mijn model, linnen, spielatten, penselen en olieverf, naar Khajuraho, waar ik een paar dagen na Deva Hanna en de overige groepsleden – vier mannen en vijf vrouwen – arriveerde. Zij hadden hun bivak opgeslagen in de bijgebouwen van een herenboerderij zo’n acht kilometer buiten Khajuraho, aan de oever van een rivier en aan de rand van een uitgestrekte jungle.
Al bij aankomst kreeg ik een voorproefje van wat mij te wachten stond. De Tarot-kaarten – die Deva Hanna regelmatig als orakel raadpleegde – hadden geopenbaard dat ik de Judas van de groep zou zijn en dat door mijn verraad het project voor zelfrealisatie dat hier startte ooit zou worden gesaboteerd. Verraad was iets waar ik mij absoluut niet mee kon vereenzelvigen, maar er viel uiteraard niets tegen deze in de toekomst geprojecteerde aantijging in te brengen. Andere leden van de groep hadden in de eerste drie dagen al verschillende vormen van – deels zelf opgelegde – lijfstraffen en beproevingen ondergaan, om redenen die mij niet helemaal duidelijk waren.
Verwarring, angst en paniek
De verwarring waar ik door de heftige gebeurtenissen tijdens die drie maanden in terechtkwam was zo groot, dat ik alleen in retrospectief kan zien wat de intentie van Deva Hanna – of liever: van het Bestaan via haar – is geweest: ons laten zien en ervaren dat er niets is wat wij niet zijn.
Uiteraard stuitte dat op grote (vaak onuitgesproken) weerstand van ons ego-construct en bij tijden leidde het tot regelrechte paniek. De leringen gingen 24 uur per dag door: regelmatig werden wij uit onze diepste slaap gewekt voor een extra ‘sessie’ als Deva weer een goddelijke ingeving had gekregen of ze ons een merkwaardig verschijnsel aan de nachtelijke hemel wilde laten zien dat bedoeld was als een signaal van de kosmos aan ons.
Iedere dag hadden wij meerdere bijeenkomsten. Soms ‘s morgens bij haar op bed, soms in de ‘tempel’. Dat was een aan drie zijden open hut met een strooien dak. Zij lag dan op haar brede ‘troonbed’ waarvan de achterwand bekleed was met fraaie wandkleden en draperieën en wij zaten er omheen. Tijdens deze ‘leringen’ stonden wij één voor één in het brandpunt van haar aandacht. Zij stelde ons gewetensvragen en we werden voortdurend aangespoord om ‘onze waarheid’te spreken. Zij keek als het ware dwars door je heen. Voelde ze onoprechtheid in wat je naar voren bracht (bij anderen kon je dat meestal meteen herkennen, bij jezelf was dat wat lastiger), dan kreeg je een knal voor je kop, een puts water over je heen of ze greep je bij je haren en schudde je krachtig heen en weer. “You’re lying!”, riep ze dan. Soms spuugde ze je krachtig in je gezicht. En omdat dit bedoeld was als een ‘blessing’ mocht je de fluim niet wegvegen, zodat je de klodder langzaam langs je wang via je hals naar beneden voelde glijden.
Voorbij alle grenzen
Wij gingen nooit naar bed of aan tafel voordat een bepaald thema dat bij iemand speelde was opgelost en tot nieuwe inzichten had geleid. Dat kon soms wel eens een etmaal of langer duren. Slaap- en voedseldeprivatie waren schering en inslag en tartten de grenzen van wat ik dacht dat een mens kon verdragen. Dat was natuurlijk ook de bedoeling, omdat sommige emoties pas naar boven komen als je weerstand is verzwakt.
Had iemand een doorbraak gehad en het licht gezien – wat meestal resulteerde in het loslaten van een lang gekoesterd oordeel, dan was het feest. We genoten van de kookkunst van de ‘boys’ van onze gastheer en tot diep in de nacht werd er gezongen, gelachen en gedanst.
Als je het geluk had dat je bij zo’n gelegenheid Deva’s favoriete ‘hofdame’ of ‘best boy’ was (we werden voortdurend gepromoveerd of gedegradeerd, afhankelijk van hoe relaxed en authentiek wij waren of hoezeer we in een angstkramp verkeerden), dan kreeg je zelfs een likeurtje uit haar Drambuie-voorraad en mocht je met haar klinken, terwijl de anderen toekeken en het met water moesten doen.
Wonderlijke gebeurtenissen
Ik kan, net als over Poona, boeken volschrijven over de ongelooflijke dingen die ik in die drie maanden – en in de twee weken en nog eens drie maanden die ik in de jaren daarna met Deva Hanna heb meegemaakt. In het kader van dit boek echter zal ik volstaan met een samenvatting van de voornaamste herinneringen.
Eigenschappen die mij werden toegedicht – die ik moest (h)erkennen en waarmee ik vervolgens in het reine moest zien te komen waren arrogantie, onechtheid, lafheid, jaloezie, achterbaksheid, kruiperigheid, cynisme, hypocrisie, kleinzieligheid, oneerlijkheid, onnozelheid, gluiperigheid, grootheidswaan, manipulatie, wreedheid en slijmerigheid (ik werd een tijdlang ‘Slimy’ genoemd ) alsmede de Brutus en de Hitler in mij. Maar ook: trouw, toewijding, creativiteit, intelligentie, geduld, doorzettingsvermogen, kalmte, mededogen, bescheidenheid, onvoorwaardelijke liefde, humor alsmede de Moeder Theresa en de aartsengel Gabriël in mij. Een groot deel van de tijd verkeerde ik in de eerder genoemde angstkramp; de vele gezichten van Deva Hanna (die ik toen nog niet kon zien als projecties) ervaarde ik vaak als afschrikwekkend. Als zij een leger soldaten gewapend met mitrailleurs tot haar beschikking had gehad, zou ze geen grotere macht over ons hebben kunnen uitoefenen, dan alleen door haar overweldigende aanwezigheid en de extreme en onvoorspelbare ‘Gestalts’ die zij manifesteerde. De ene keer een furie, de andere keer een onweerstaanbare verleidster, een meedogenloze dictator of een gezellige vriendin; dan weer een onnozel kind of een geëxalteerde waanzinnige. Op een bepaald moment geloofde ik zelfs dat zij het vermogen bezat om ons in kikkers te veranderen…
Massahypnose
Ik heb dingen gezien die ik nog steeds niet kan verklaren anders dan als massahypnose (de andere groepsleden zagen dezelfde dingen), collectieve psychose of ‘synchroniciteit’. Zoals: kosmische ‘boodschappen’ via aan de nachtelijke hemel ronddansende lichtverschijnselen boven onze plek; signalen van dieren op cruciale momenten; vuur dat spontaan ontbrandde door een kortsluiting in de kerstverlichting van de hut, op het moment dat Deva Hanna tijdens een woede-uitbarsting iemand toeschreeuwde “Can’t you see the house is on FIRE!”; universeel verdriet dat zich omzette in een spontaan optredende plaatselijke wolkbreuk bij een anders altijd strakblauwe hemel.
Op een avond waren wij uitgenodigd bij een Engelsman, Gilles, die aan de oever van de rivier iets verderop een grote boomhut had met een bar, een restaurantje en een vuurplek, waar regelmatig gasten kwamen. Hij had een Radja op bezoek, die over ons had gehoord (‘de zingende vrouwelijke Goeroe met de spirituele zoekers uit Europa’) en ons graag wilde ontmoeten.
Wij waren op dat moment nog maar met zes vrouwen. De mannen waren inmiddels of gevlucht of weggestuurd. Wij trokken onze mooiste kleren aan en werden voorgesteld aan de Radja, een machtig man, die aan de andere kant van jungle woonde in een kasteel/fort op een heuvel. Hij had zes gewapende lijfwachten bij zich die ons op eerbiedige afstand scherp in de gaten hielden. Wij hoorden later dat hij al veel mensen had vermoord (onder andere door ze in de krokodillenvijver van zijn kasteel te gooien) en flink wat vijanden had.
Feodale macht
Wij zongen, dronken wijn en vielen zeer in de smaak bij de mogul. Deva Hanna flirtte en lachte met hem dat het een lieve lust was. Maar toen hij handtastelijk werd ontweek ze hem, pakte haar gitaar en begon een spottend, uitdagend lied te zingen. Dit beviel de Radja van geen kanten. Hij rukte de gitaar uit haar handen en dreigde hem op zijn knie in stukken te breken als zij haar houding niet veranderde. De lijfwachten schoten toe en stonden met geweren in de aanslag om ons heen. Tot onze ontzetting liep Deva Hanna heupwiegend naar hem toe, ging pal voor hem staan en zei minachtend: “Goh, wat dapper zeg, zeven gewapende mannen tegen een paar ongewapende vrouwen. En wat knap dat je een gitaar kunt vernielen en een vrouw kunt overweldigen!” Vervolgens ging ze vlak voor zijn neus door met haar spottende lied.
Wij dachten dat ons laatste uur had geslagen en wachtten verlamd van schrik op het einde. Ik sloot mijn ogen. Wat er gebeurde weet ik niet, maar toen ik mijn ogen weer open deed lag de Radja wenend in Deva Hanna’s schoot en streelde ze zijn hoofd. Even later gingen we weer door met zingen, dansen en drinken. En aan het eind van de avond werden we uitgenodigd om bij de heerser op zijn kasteel te komen lunchen. De volgende dag werden we door een jeep met chauffeur opgehaald en na een onvergetelijke middag, waarin we als prinsessen werden onthaald, weer naar huis gereden.
Bij een andere gelegenheid moest ik, gehuld in een wit gewaad, de rol van de aartsengel Gabriël spelen, om ‘dat aspect van mij’ te belichamen. Er is toen een foto van mij genomen. En daarop zijn op onverklaarbare wijze (een toevallig lichteffect van het houtvuur?) ‘vleugels’ zichtbaar.
Hoewel er zoals gezegd een aantal mensen zijn gevlucht en ik ook een paar keer de kans heb gehad om dat te doen ben ik blij dat ik toch ben gebleven. Ik vermoed dat als ik er op die manier tussenuit was geknepen, ik de rest van mijn leven bij elke hoek van de straat bang zou zijn geweest dat ik Deva Hanna weer tegen het lijf zou lopen. Ergens wist ik dat het van cruciaal belang was om mijn angsten onder ogen te zien en te doorleven. Deva Hanna had haar naam intussen veranderd in Kali Hati (Kali = de Hindoeïstische godin van de vernietiging van alles wat voos en verrot is; hati is het Maleise woord voor ‘hart’: de vernietigster met een hart). Nog later zou zij zich Hanna Magdalena laten noemen – haar werkelijke geboortenamen.
De dood van dichtbij
In de winter tussen de beide driemaandelijkse retraites (1988/1989) besloot ik niet met de groep mee naar India te gaan maar in Nederland te blijven en Deva Hanna – die een aantal weken in mijn huis had gebivakkeerd en daar de scepter zwaaide – drong niet aan. Die winter stierf mijn moeder en ik was dankbaar dat ik daar, samen met mijn beide zussen en broer, bij heb kunnen zijn. Het was de eerste keer dat ik de overgang van leven naar dood van dichtbij meemaakte. Een wonderbaarlijke ervaring, waardoor een begin van het besef daagde dat wij niet ons lichaam zijn, maar iets ongrijpbaars en eeuwigs, dat er een tijdje over kan beschikken. Deva Hanna beoogde onder de naam ‘The Golden Cross’– de spirituele component van het Zwitserse Rode Kruis – een ‘reizende ashram’ te vormen die de wereld moest verlichten en waaraan wij ons levenslang zouden committeren. Ik had mijn twijfels, maar voelde mij ook vereerd en had niet de moed om af te haken.
Vóór mijn tweede retraite in India, in de winter van 1989/1990, had ik het merendeel van mijn spullen al verhuisd naar de boerderij in de Betuwe waar Deva ‘s zomers verbleef als ze in Nederland was. Na terugkeer in Nederland zou ik dan de huur van mijn atelierwoning in Arnhem opzeggen. Echter, de dag na onze terugkeer uit India, eind maart 1990, kondigde Hanna Magdalena tijdens het welkomstdiner in de boerderij plotseling aan dat ik (nog) geen deel kon uitmaken van deze mobiele kloostergemeenschap, omdat ik mij niet voor 100% kon overgeven aan haar missie, die vereiste dat je alle banden verbrak met iedereen buiten onze groep. Ik kon dus mijn spullen weer inpakken en vertrekken!
Enerzijds was het een opluchting om verlost te zijn van het ‘regime’. Maar aan de andere kant voelde dit toch ook als een falen. In de zes maanden daarna verzonk ik dan ook in wat men wel ‘de zwarte nacht van de ziel’ noemt. Ik zat weer in mijn atelier in Klarendal, zonder relatie, zonder vrienden (die hadden zich allemaal teruggetrokken omdat ze dachten dat ik lid was geworden van een gevaarlijke sekte) en zonder familie. Ook mijn zussen en broer hadden zich gedistantieerd van een zus ‘die de weg kwijt was’. Met mijn vader had ik nog steeds geen contact. Ik had geen idee wie ik was en wat ik verder met mijn leven aanmoest. Mijn dierbare meester Osho was die winter overleden, mijn moeder was dood en Luuk, die ik wel af en toe weer zag, was in de rouw: de moeder van zijn beide dochters was door een verkeersongeluk om het leven gekomen en zijn geliefde Ankie had hem (inderdaad na tweeëneenhalf jaar!) verlaten.
A Course in Miracles
In deze uitzichtloze eenzaamheid wierp ik mij op de Course in Miracles, aan de bestudering waarvan we in India met Deva Hanna waren begonnen. Het is een hedendaagse interpretatie van het Christus-principe, dat vanuit deze visie huist in ieder van ons. Er staan 365 praktische oefeningen in, één voor elke dag van het jaar, die kunnen leiden tot een verschuiving van perspectief van waaruit het mogelijk wordt om onvoorwaardelijke liefde te ervaren. Ik heb er anderhalf jaar over gedaan om ze allemaal toe te passen. Wat mij er het meest van is bijgebleven is dat niets in zichzelf enige betekenis heeft en dat “I have given everything I see all the meaning that is has for me”.
Af en toe bracht ik nog een weekend door in de commune op de boerderij in Ingen. Hanna Magdalena wilde zien of ik inmiddels ‘rijp’ was om alsnog toe te treden tot haar reizende gemeenschap. Steeds ging ik er met een enigszins beklemd gevoel naartoe en hoewel het fijn was om daar mijn ‘loopgravenmaatjes’ weer eens te zien kon ik niet echt meer de aansluiting vinden en was ik blij als ik weer in de auto naar Arnhem zat.
Het breekpunt kwam na een gesprek dat ik had met ‘channel’ en harpist Joel Andrews uit Californië, aan wie ik mijn dilemma voorlegde. “Deze vrouw heeft heel wat inzichten en wijsheid verworven”, zei hij. “Ze heeft echter nog een weg te gaan zolang ze zichzelf ziet als de ultieme verlosser. Die ene procent scepsis die je steeds hebt gevoeld heeft je behouden voor het pad dat jij zelf moet bewandelen.”
Ik was geraakt en er viel een last van mij af. Het was alsof ik mij nu pas los kon maken van het energieveld van deze krachtige persoonlijkheid.
Het Afscheid
En zo nam ik begin december 1990 afscheid van haar. Ik was overigens niet de enige. Via een vriend die ik bij haar had geïntroduceerd had Hanna Magdalena kennis genomen van de ‘Avatar Course’, een in Florida ontwikkelde methodiek voor het herzien van je denkpatronen. Zij besloot dat het voor al haar adepten op de boerderij goed zou zijn om zich die methodiek eigen te maken. En dus had zij een Avatar Master uitgenodigd om de negendaagse training aan huis te geven. Waar zij niet op had gerekend was, dat de training alle deelnemers uit hun Hanna-hypnose wekte, waarna niemand meer ontvankelijk bleek voor haar ‘regime’. Successievelijk besloot iedereen zich van haar groep los te maken en zijn/haar eigen weg te gaan.
En zo kwam de voorspelling van mijn – weliswaar indirecte – ‘verraad’ toch nog uit. Half december vertrok Hanna alleen naar India, diep geschokt en gedesillusioneerd, met ditmaal niemand om haar koffers te dragen. In het verre Khajuraho voegde ze zich bij een handjevol adepten die daarginds op haar wachtten – en die geen Avatar training hadden gevolgd. Met hen ging zij verder met haar leringen, haar liedjes en haar reizende ashram.
Bhagwan is nooit naar Khajuraho gekomen en ook niet haar echtgenoot geworden. Hij stierf zoals ik al vertelde in 1990 in Poona, ten tijde van onze laatste driemaandelijkse retraite. Hanna verklaarde dat hij waarschijnlijk de dood had verkozen boven een confrontatie met haar… Sinds 1989 is Hanna mij nog twee keer in Arnhem komen bezoeken: in 1996 en in 2003. De eerste keer was er nog een tikkeltje angst en reserve. De tweede keer kon ik haar spontaan omhelzen, met liefde in de ogen kijken en alle goeds wensen op haar pad. Daarna heb ik haar nooit meer gezien.
Voorjaar 2011 hoorde ik dat ze op Las Palmas was overleden.
Arnhem, Yoyo van der Kooy
The post PSEUDO-VERLICHTING EN HAAR SLACHTOFFERS appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post DE IDOOLHOF: verdwaald tussen idealen, idolen en illusies appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Van Morrison zong het al op één van zijn prachtige albums: “No guru, no method, no teacher.” Laat je niets wijsmaken, er is maar één basis en dat is je eigen hart. Toch heeft bijna elke mens behoefte aan een voorbeeld. Velen blijven eeuwig kinderen, op zoek naar die ene liefhebbende, ideale ouder. Vrouwen zoeken vaders in hun mannen en mannen willen hun moeder terugzien in hun partners, maar dan ideaal natuurlijk. Peter Pan blijft dan onvolwassen eeuwig Kapitein Haak uitdagen.
In de tussentijd staan de 06-hulplijnen roodgloeiend, de contactrubrieken puilen uit en de relatiestoelendans versnelt in tempo. De wereld schreeuwt om bonafide idolen, maar bij nader inzien blijken we gewoon verdwaald tussen de gewone mensen. Aan de ingang van de idoolhof blijft Satan echter vrolijk kaartjes verkopen. Opgroeien, ouder worden is zo simpel nog niet. Waar zijn de rolmodellen, de voorbeelden, de ankerpunten? Als jongetje van elf droomde ik van een huwelijk met Prinses Irene en later was ik zwaar kalververliefd op filmster Romy Schneider. Frans de Munck, bijgenaamd de Zwarte Panter keepte in 1961 in het voetbaldoel van het Utrechtse D.O.S. en ik schreeuwde verhit mee met het supporterslegioen bij elke lange, lange doeltrap. Wat een doelman! Ik bewonderde Bob Dylan enorm en later draaide ik Beatles en Stones grijs.
“Idolen,” zei psycholoog Kans Korteweg eens, “zijn de uitstulpsels van de massa, waarin die zichzelf aanbidt.” Filmgoden, muziekhelden en sportsterren zijn onze eerste idolen en ze blijven een onvoorstelbare kracht houden. O.J. Simpson, de voormalige topbasketbalster die van moord verdacht werd, trok een bewonderend miljoenenpubliek naar de TV. Er kwamen steunbetuigingen voor zijn gedrag, begrip en getuigen voor en tegen. Er waren spontane aanbiedingen van zelfs overduidelijk meinedige verklaringen, die dit idool van talloze sportfans hadden moeten ontlasten.
Heftige zanger Prince was voor mij zelf meer een idool, maar de favoriet van mijn toen 9-jarige zoon was Michael Jackson. Dit wereldvreemde wonderkind hing indertijd in postervorm in ontelbare kinderkamers, boven de bedden van hun alleenstaande moeders en op de wc’s van sommige vaders, die achteraf liever gay wilden zijn.
“Pappa, Michael Jackson kàn niets lelijks naar een kind gedaan hebben, hè?” vroeg mijn nageslacht vertwijfeld. Zijn held door het slijk? Dat mocht niet en nooit. Het conflict vroeg om een lange, gedetailleerde uitleg en dat bevredigde hem. Zijn eigen echte idool, zijn vader, had het verklaard met begrip voor alle partijen: “Michael Jackson had een probleem, namelijk van beroemd en rijk zijn. Hij wou ook wel eens wat gezelligheid en dan bleef er wel eens iemand bij hem slapen. En misschien hadden ze wel eens een wedstrijd vèr pissen gedaan, zoals wij ook wel eens deden in de douche van het zwembad. En het kan zijn, dat Michael misschien ruzie had gekregen, zoals wij ook wel eens hebben. Maar dan erger. Met een paar klappen of zo. En die jongen van 13 jaar had wraak willen nemen en veel geld willen hebben van Michael. Om terug te pesten. Want de mensen vinden van alles vies, helemaal als je beroemd ben. Snap je? Zo gaat dat in de wereld, David.”
Hij snapte het. Het idool was weer een gewoon mens geworden, driftig en met lol in gore spelletjes. En gewone mensen mogen tenminste weer fouten maken of pech hebben.
ZOEKENDE MENS
De zoekende mens leent tijdelijk van heksen, tovenaars, idolen, coryfeeën en enkele redelijk verlichte lieden allerlei meningen, visies en filosofieën, totdat hij zijn eigen weten tegenkomt. Ondertussen mag men niet teveel onaardigs over het betrokken idool zeggen. Dat wordt niet zelden als een persoonlijke aanval gezien. De nagedachtenis van J.F. Kennedy nam als geslachtofferde figuur steeds mythischer proporties aan en Brigitte Bardot mocht eigenlijk nooit ouder worden. De Indiase goeroe Sai Baba bleef lang de onaantastbare, perfecte heilige, ondanks het precaire feit dat vlak naast zijn slaapkamer de moordenaar van zijn penningmeester door de politie werd doodgeschoten.
De pausen zijn heilig van zichzelf en iemand als de theosofische leraar Krishnamurti werd heilig gemaakt met het verhaal dat hij ’s morgens vroeg alleen maar blòemen bracht aan het bed van de vrouw van één van zijn groepsgenoten. Jomanda Onderwater genas in Tiel mensen onder toepassing van hypnotische trances en omdat er daardoor wonderbaarlijke dingen gebeurden, was direct alles goed wat ze deed.
“Alles wat van ver komt, is lekker,” zei mijn grootmoeder al. Onder dat motto ontplooien zich ook steeds meer gechannnelde Wijze Entiteiten. Ik werd er soms flink huiverig van. Omdat die informatie van Meester Wappa, Broeder Andreas of het Ashstar Commando, ergens `uit het hiernamaals’ of van de Pleiaden kwam, zou hij wáár moeten zijn?
De leidster van de Theosofische Beweging, Madame Blavatsky, is terecht haast heilig verklaard, omdat ze waarschuwde tegen het fenomeen van `etherroof’ waarbij onstoffelijke wezens zogenaamde etherische fosfor en andere lekkernijen aftappen van levende lieden om zo hun eigen astrale bestaan te kunnen verlengen. Op het podium wordt een kunstje vertoond, maar de zaal betaalt. Dat gebeurt al gauw letterlijk. De toneelhypnotiseur krijgt drie mensen korter of langere tijd van het roken af, maar daar gaat het hèm niet om. Hij denkt aan de duizend mensen in de zaal, die vijftien piek voor hun toegangskaartje betaald hebben. Op die manier willen vast ook allerlei plaaggeesten graag wat kennis kwijt of wat mysterieuze operaties verrichten. Alles heeft echter zijn prijs, stoffelijk of onstoffelijk. Dit heelal draait om geven en nemen of je dichtbij kijkt of ver af.
OSHO RAJNEESH
Lang geleden zocht ik het ook ver weg. In mijn wilde dagen, van 1979 tot 1981, woonde ik dus, volop genietend, in de internationale Indiase ashram van Bhagwan Shree Rajneesh, later Osho genoemd. Iedere avond was er een energy darshan in die tijd. De aanbeden Meester van Meesters, zoals hij zich zelf graag noemde, ontving zijn discipelen in zijn betegelde achtertuin en deed boeiende energetische experimenten. Hij verbond met zijn vingers en voeten chakra’s en andere lichaamsdelen van zijn door opzwepende muziek en eigen verlangen in trance gebrachte toegewijden, die sanyassins werden genoemd. De mooiste meiden van de commune dansten extatisch om het gebeuren heen en dan ging plots het licht uit. En als het weer aanging, leunde Bhagwan tevreden achteruit en veegde zijn vingers met Kleenex af. Raar vond ik dat wel. Zweethanden?
Totdat één van de `mediums’ zoals die dames genoemd werden, in tranen haar onthutste beklag bij me deed. In het donker had haar idool twee vingers in haar vagina gestopt. Ze was er van geschrokken en had het later doorverteld. Het gerucht kwam niet ver. Direct had de ashrambazin haar een ultimatum gesteld: ze kon met het eerste vliegtuig terug van Poona naar Duitsland als ze niet spoorslags haar roddelende mond hield. Wist ze dan niet dat dat een spirituele gewoonte van de Meester was? Zo werd er namelijk meer seksuele energie opgewekt en dáár ging het om. Daarom mochten de mediums geen ondergoed dragen, had ze dat niet zelf kunnen snappen? Nee, nee, daar had ze nooit aan gedacht en ze wou niet dat er in haar zonder toestemming werd rondgesopt. Haar idool was ineens een gewone man voor haar geworden, die te ruw en te begerig had aangevoeld. Ze heeft heel lang moeten huilen, maar misschien is ze nog steeds sanyassin.
Die zelfde achtertuin is nu overdekt, met marmer en glas tot een wonderschoon mausoleum omgetoverd, waar na zijn overlijden Bhagwans urn bewaard wordt. Op zijn eigen instructie ontstond er een nieuwe kerk, de Church of Rajneeshism. De meester leende zelf een nieuwe naam: Osho, de aanspreektitel van een Zenmeester. Hij omschreef nauwkeurig hoe zijn kerkgangers voortaan gekleed moesten gaan, wat de kleur moest zijn van de ashramgebouwen (zwart) en hoeveel uur er per dag video gekeken moest worden. Video’s van ZIJN toespraken vanzelf. Hè? Diezelfde man hoorde ik in 1980 nog zeggen, dat wij, His People, na zijn dood anoniem zouden moeten onderduiken in de stroom van de wereld en dat we geen enkele relikwie van hem mochten bewaren?
HUMORISTISCHE SPREKER
Osho was beslist een begenadigd en uiterst humoristisch spreker. Zijn inzicht in de menselijke psychologie was fenomenaal, maar hij heeft er, met opzet of niet, alles aan gedaan om zijn eigen idoolpositie te ondergraven. Op macht, luxe en erkenning belust liet hij zijn Amerikaanse modelstad in Oregon, de grootste New Age commune ooit ter wereld opgebouwd, crimineel en beleidsmatig ondermijnen. Nòg steeds vinden zijn trouw gebleven discipelen dat het om een `device’ ging, een bewustmakende techniek. De ideale vader wordt immers alles vergeven.
In mijn eigen blinde troostbehoefte (mijn vader stierf toen ik 12 was) dacht ik lang hem ontlastend mee. Ik had immers niet onaanzienlijke bedragen aan de Rajneesh Stichting gedoneerd? En ik was dol op die man, hoewel ook bang voor zijn magische trukendoos. Zijn vermogen tot volksverlakkerij had ik wel al eerder van heel dichtbij moeten aanzien.
In 1981 werd één van Bhagwans lijfwachten, Swami Vimal Kirti tijdens een karatetraining in de vroege ochtend radicaal in de borst getrapt. In paniek bracht men hem naar het ashramhospitaal, waar onherstelbare schade werd vastgesteld. Ook de wc-ontstopper op de borst hielp niet meer. Daarop kwam er een pijnlijk circus op gang. Een vervolging wegens dood door schuld zou de ashram enorme schade doen. Bovendien was Kirti ook nog eens geboren als Welf, Prins van Hannover en verwant aan het Engelse koningshuis. Twee Indiase specialisten werd omgekocht, ineens was er officieel sprake van een hartaanval. Bhagwan bezocht Kirti in het nabije Ruby Hall ziekenhuis, waar de onfortuinlijke aristocraat heengebracht was. Bhagwan nam het hartaanvalverhaal moeiteloos over en uiteraard werd Kirti in zijn laatste uren Verlicht verklaard door zijn meester. De crematie werd een schitterend feest en de overgekomen Duitse familie werd moeiteloos ingepakt met honderdduizend rozenblaadjes en klassieke muziek over de ashramspeakers. Van een autopsie was geen sprake. Hoe zou men dat durven vragen? Ik had een vriendin, een verpleegster, die dienst had gedaan in het ziekenhuisje die ochtend. De haar opgelegde zwijgplicht over het werkelijke gebeuren kon ze niet aan. Ze moest er met iemand over praten. Op mijn beurt heb ik er ook lang mijn mond over gehouden. De zoon verraadt zijn vader niet gauw.
POONA’S ERFENIS
Na de dood van de meester in januari 1990 was er echter sprake van een erfenis. In zo’n geval dienen de nabestaanden de gehele boedel over te nemen, de baten èn de lasten. De neo-sannyas beweging heeft snel vooral de baten naar zich toegehaald en de schulden laten liggen. Emotionele waarheden of geldzaken, op beide terreinen lagen er helaas toch nog wat vuiltjes uit het verleden. Een Rajneeshbank heeft in 1985 mijn Amerikaanse tegoed van $ 613 verdonkeremaand. Ik was maar één van de kleinste schuldeisers, maar enige toelichting of uitleg is er nooit gevolgd, ook niet aan de grote verliezers. Na het faillissement zette de meester zijn zaak gewoon opnieuw op de vroegere stek in India op.
Jarenlang kwelde ik mezelf door mijn zelfonderzoek naar mijn relatie met die man. Ooit stelden NRC/Handelsblad-reclameposters met betrekking tot Rajneesh de vraag: Profeet of Profiteur? De zoon van toen heeft inmiddels op beide beelden `Ja’ moeten knikken. Mijn vader heeft goede en slechte kanten, zo moest ik erkennen. En zo zal ik ze ook in mijzelf moeten leren aanvaarden. Het voordeel van dat nare leerproces was niettemin helder. Door me voor hem te buigen, me over te geven en uit zijn handen ritueel een kralenketting met zijn foto, de `mala’ te ontvangen, plus een duimafdruk op mijn voorhoofd heb ik me opengesteld voor een symbolische Goddelijke Autoriteit. Ik wilde mijn jong gestorven vader beter leren kennen middels een levende plaatsvervanger. Ik heb toen, in februari 1979, `Ja’ gezegd en acht jaar later weer `Nee’ toen de maat vol was. Zo kon de jongen zelf man worden. De band met de vader-tovenaar, met het aanbeden idool, werd verbroken toen ik de mala in mijn open haard verbrandde. Of Rajneesh werkelijk verlicht was of niet en wat verlichting überhaupt is, maakt niet meer uit. Ik moest mijn idool voeten in de aarde geven, terwijl zijn hoofd in de wolken hing.
Naderhand heb ik diverse mensen ontmoet, die zichzelf als verlicht therapeut of verlicht leraar presenteren. Ik heb ook veel video’s van de internationale spirituele cracks gezien en hun lezingen of workshops bijgewoond. Ze zijn Het gewoon, zeggen ze. Of ze zijn ER. Klaar. Ze hoeven niks meer, behalve anderen helpen. De meesten hebben echter met Osho gemeen dat ze niet tegen kritiek kunnen. Wie doorvraagt over hun persoonlijke seksleven, over hun geldzucht, manies of fobie, maakt hen driftig. De criticus wordt de deur gewezen, soms zelfs met geweld.
CRITERIA VOOR VALS OF VERLICHT
En zo kan de zoeker eindelijk wat criteria opstellen voor zijn idolen. Zo’n vals idool vleit je, dat is Fase 1. Als je eenmaal een beetje in zijn of haar ban bent, krijg je te horen hoe bijzonder je bent, hoe slim het van je is om juist aan de voeten van déze teacher te komen. Dan weet je nog niet, dat de valse meester altijd in alles gelijk heeft of weet te krijgen. In Fase 2 worden je beloften gedaan: dat je tot een uitverkoren volk gaat behoren, dat je, als je maar hard genoeg werkt (cursus koopt of training volgt), je iets zal bereiken en kunnen, iets dat je Speciaal gaat maken. Er worden je in Fase 3 dezelfde magische vaardigheden in het vooruitzicht gesteld zoals de meester ook al lijkt te hebben. Onthechting, innerlijke vrede en geen relatiestress meer (iedereen houdt dan namelijk van je). Je gaat een betere toekomst visualiseren, je gaat rijk worden en gerespecteerd. Bij de ene meester heten het siddhi’s, bij de andere discreaties, een derde zal transformaties beloven. Fase 4 is pijnlijker: de bedreiging. Als je niet doet, wat je idool vraagt, zit je `in je kop’ of verstrikt in je ego en uiteindelijk gaat er straf volgen. Sancties, verbanning of vervloeking.
”Als jij dit therapieproject verlaat, ga je een zekere dood tegemoet. Je zult jezelf ombrengen uit schuldgevoel,” schreeuwde een beruchte Zwitserse quasi-therapeute me toe, toen ik me weer eens in mijn zoektocht, nu naar het wezen van mijn drie jaar daarvoor gestorven moeder, had laten verleiden tot een ingrijpend therapeutisch experiment. Hanna Boeschenstein heette ze, een kanjer van een wijf met een uitstraling van de Oermoeder zelve. Haar charisma en haar briljantie deden het wonder heel makkelijk. Ze had bovendien een paar dozijn erg aardige discipelen. Ik werd verleid door de sfeer in haar Nederlandse commune, weer een gelukkige familie! Haar `Making Friends’ project klonk zeer overtuigend. Drie maanden in de Indiase bush bij Khajuraho (de plaats met de magische Tantra-tempels) om onder haar leiding aan jezelf te sleutelen. Duur was het wel, maar dat is een bekende verborgen verleider. Duur moet wel goed zijn. Eenmaal aangekomen moesten de veertien deelnemers paspoort, ticket en geld inleveren, zogenaamd ter collectieve beveiliging. Iets in mij waarschuwde me toen al. Ik gaf niet alles af. Daarna brak inderdaad de hel los onder het mom van werken aan ons egoverlies. Om mij `open’ te maken bleek alles te mogen. Weinig slaap, vernederingen, uithongering en andere boeiende meditatieve technieken. Het echte werk begon met een overdosis alcohol, maar dat bracht me alleen aan het schaterlachen. Toen volgde er een overdosis XTC. Dat greep dieper in. Toen ik weerloos onder de invloed was, begon Hanna, gesteund door haar co-therapeuten me allerlei zwarts te verwijten, inclusief mijn misdragingen uit vorige levens: ik was één van de ergste Florentijnse Medici’s geweest in 1500-zoveel! Ik was een duivel, een beest, ik mocht mijn zoon nooit meer onder ogen komen, ik had schade aan tientallen vrouwen toegebracht, ik kon maar beter zelfmoord plegen. Daarna werd ik het bos ingestuurd, alleen, om over mijn zonden na te denken.
U leest dit verhaal waarschijnlijk met een toenemende afschuw. Hoe kan een normaal mens zich zo te pakken laten nemen? Ik voelde me zelf wèl normaal. Ik bleef kijken, hield ik mezelf voor. Ondertussen had mijn therapeute geen enkele eerbied meer voor individuele grenzen. Mijn karma? Het zal best. De zoektocht naar de waarheid brengt ons ook naar de zwartste krochten van de ziel en in alle denkbare aardse hellen. Peter Pan was zijn schaduw kwijt en Wendy moest hem weer aannaaien… Wat heb ik later geluid bij die film Hook! Allemaal archetypisch leed in de vader-zoon relatie.
NET GEEN ZELFMOORD
Ik pleegde geen zelfmoord. Nee, ik vond iets nuttigs op de bodem van mijn put. Daar lag het inzicht dat het niet uitmaakt, wat een ander van mij vindt of in mij ziet. Ik ben gewoon ik. En voor mijzelf ben ik de moeite waard. De volgende dag was ik er getuige van hoe Hanna zich liet overschaduwen door het godinnenaspect van Kali, de wreekster. Deze Hindoeïstische godin wordt afgebeeld met een halsketting van onthoofde mannen, symboliek voor de demonen in je eigen ziel. Hanna, die zichzelf gedurig beriep op haar Verlichting enkele jaren eerder, was van plan die in onze zielen stevig aan te pakken. De sfeer werd er niet beter op en het eten ook niet. Slechts bananen en wortels kregen de onwilligen, die zich nog steeds niet konden overgeven.
Hoe gek het ook klinkt, ik hield toch ook van Hanna. In haar stille momenten was ze zo sensitief en liefdevol dat ik totaal toegewijd haar voeten weer kon masseren. Mijn idool liet me dan weer zien, hoe mooi mijn moeder kòn zijn en hoe ik dat vreselijk gemist heb en tekort kwam. Haar wreedheid kende evenmin grenzen. Binnen Hanna’s religieuze paranoia moest ineens een bijtende pup in een groepsritueel gedood worden. Dat stomme hondje was plotseling het symbool geworden van alle mannelijke agressiviteit. Pipo werd verdronken, het duurde vijf minuten voor het lijfje onder water in Roberts handen stillag. Hij was Hanna’s discipel nummer Een en hij zou alles doen en laten om haar liefde maar te behouden. Hoewel ze vijftien jaar ouder was, beminde hij haar veelvuldig en enthousiast en beschreef daarna die helende ervaring aan ons. Als ik maar meer mijn best deed in ons concentratiekampje, werd ook mij dat voorrecht in het vooruitzicht gesteld. Die seksuele slavendienst trok mij onvoldoende aan, zo ver was ik nog niet gezonken. Dat Robert zich op een noodlottige avond door de hele groep bont en blauw moest laten slaan om dichter bij zijn gevoel te komen, was voor mij de druppel die mijn emmer deed overlopen. Of was het puur lijfsbehoud? Toen zijn billen volkomen zwart zagen van de bloeduitstortingen, schreeuwde Hanna me toe dat ik de volgende was: “Scheissdreck!”
Mijn vluchtkoffertje stond echter al stiekem klaar, ik had nog genoeg roepies en het adres van de Nederlandse ambassade in Bombay. Het was volle maan en ik rende die vijf kilometer naar de grote weg. In de vroege ochtend werd ik opgepikt door een vrolijk beschilderde Indiase truck. De chauffeur wou niet eens geld van me aannemen, zo goed voelde hij waarschijnlijk mijn verweesde gevoelens aan. Mijn moeder had me verraden, maar ik had mezelf net op tijd uit haar handen weten te redden. Thuis gekomen ben ik ook. Bang was ik onderweg beslist wel. Bang voor haar vervloeking en bang dat ik toch ergens een spirituele fout had gemaakt. Je weet immers maar nooit in dit mysterieuze leven? Voor je het weet is goed ineens kwaad en omgekeerd. Vandaag krijgt het kind een kus en morgen een klap…
REDDING ZOEKEN
In minder extreme zin dan ik hebben talloze anderen hun eigen therapeutische redding gezocht. Hun innerlijke kind is verwond geraakt, hun geïnternaliseerde vader- en moederbeelden zijn onvolledig, vervormd en verwarrend. Nieuwe ervaringen rijten de oude wonden weer open. Liefdesrelaties zijn favoriet in dit proces, maar ieder idool kan dezelfde functie vervullen. Wie blijft steken in zijn of haar beschuldigende vinger naar die ander, blijft echter sterven van verdriet en pijn. De wond mòet open, zodat het pus eruit kan. Daarna kan hij echt dicht. Littekens zullen je nog wel herinneren aan het verleden en soms bij slecht weer jeuken. In zo’n dieptepunt valt mij wel eens een bruikbaar liedje in, dat ik dan zing: “Alleen de liefde wil ik dienen, de liefde alleen, geen andere heer wil ik meer om me heen, alleen de liefde, de liefde alleen.”
Het was leuk geweest als mijn eigen Nederlandse idool-kandidaat van vroeger Herman Brood dat eens op de TV had kunnen brengen. Misschien had ik zelf dan ook zijn foto boven mijn bureau gehangen. Zomaar. Voor de lol.
Peter den Haring
(Gepubliceerd in het tijdschrift Prana in 1999)
The post DE IDOOLHOF: verdwaald tussen idealen, idolen en illusies appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post Nieuwe opleiding Familie Opstellingen 2020 appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post Nieuwe opleiding Familie Opstellingen 2020 appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post KARMISCHE CYCLI VAN SATURNUS appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Een beetje vakliteratuur voor astrologen kan soms ook nieuwsgierige amateurs boeien. Dit verhaal gaat over voorspellende astrologie en met name over de invloed van Saturnus in bepaalde levensfasen. Het is eerder (verkort) gepubliceerd in het Astrofocus, een astrologisch vakblad. In iemands geboortehoroscoop staan altijd twee punten die informatie geven over je vorige leven en je karmische opdracht in dit leven. Dat is de as van de zogeheten Zuidelijke en Noordelijke Maansknoop.
Laat me eens even wat vaktechnisch jargon over je uitstorten. Veel astrologen gebruiken de posities van de Progressieve Manen als leidraad om het stapsgewijze inzichtelijke bewegen van Zuid- naar Noordknoop te duiden. Bijna iedereen kijkt aandachtig naar het vierkant van de transitoire Pluto met de geboorte Pluto. Iemand gaat tussen 34 en 37 jaar onmiskenbaar voelen, weten, handelend in de richting van het karmische doel. Maar lukt dat ook? Wat remt er dan eventueel nog?
Goed, een retrograde, (teruglopende) Mercurius vertraagt, net zoals een Maan in moeizame aspecten en al die opposities moeten ondertussen ook nog uitgeleefd worden. Alle narigheid zou in je volle volwassenheid zo’n beetje bekend moeten zijn. Ik heb best wel wat cliënten gehad, die hun schaduwkanten aanvankelijk kunstig onder de tafel hielden. Ze probeerden, uit angst voor de waarheid, zich doof, blind en gek voor te doen naar hun omgeving die hen met die blinde vlekken probeerde te confronteren.
De astroloog moet het dan allemaal tactisch en liefdevol uitleggen. Ik heb veel troost kunnen bieden met de opmerking dat je nooit verder bent dan je bent en kan zijn, gelet op al die verschillende opdrachten in zo’n horoscoop. “Als je het maar allemaal VOOR je dood kunt snappen!” Dat geeft ruimte in de tijd.
VADERTJE TIJD: SATURNUS
Daarmee kom ik op een bruikbaar handvat qua tijd: de planeet Saturnus. Hij spreekt vanuit je horoscoop over verantwoordelijkheid, over ernst, gezag, leiding, structuur en afstandelijkheid. Saturnus beweegt langzaam; hij doet er bijna dertig jaar over om weer op dezelfde plek te geraken waar hij stond bij je geboorte. Die cyclus delen de astrologen op in vier stukken, die allemaal een eigen crisis veroorzaken. Wij noemen dat een transitoire cycli van 7 jaar en 8 maanden en de positie in het betrokken Huis (een bepaalde levensgebied) bepalen grotendeels of iemands karmische groeiproces krachtig ondersteund of juist afgeremd wordt.
Bij het eerste transitoire vierkant moet het kind zich gaan losmaken van de inprentingen door de ouders, na de eerste transitoire oppositie op de leeftijd van 15, 16 jaar moet je besluiten nemen aangaande je beroep, de verhouding tot je ouders en je seksuele voorkeuren. Als je Uranusstand dan helpt om lekker te puberen, dan krijg je een voorsprong. Doe je veel in het verborgene (12e Huis posities, veel retrograde planeten) dan kan zich de eerste karmische vertraging nestelen in het brein.
Rond je 23ste slaat het vierkant weer toe, je kunt je niet langer op onvolwassenen speelsigheid beroepen, je bent echt kind-af! Is je opleiding echt wat je wil? Waar en hoe wil je eigenlijk wonen? Ben je eigenlijk al wel toe aan een vaste partner?
Saturnus opnieuw op zijn uitgangspunt op 29, 30 jaar moet een eind aan alle speculatie maken. Definitief volwassen, dus moet je ophouden met het simpelweg navolgen van autoriteiten uit je verleden. Je dient de emotionele aanwijzingen van je ouders, leraren en exen los te laten en beter passende intuïtieve doelen na te streven. Een behulpzame Neptunus is in deze periode van vitaal belang. Als je nu dwaalwegen inslaat, wordt ook het zicht op de Maansknopen akelig vertroebeld. Ik benoem altijd al de noodzaak van het schoonmaken en houden van je aura bij alle onhandige Neptunus-contacten Wie heb je als voorbeeld, als rolmodel opgesteld? En is dat nog wel bruikbaar? Je ego heeft een opruimbeurt nodig, maar wie denkt dat hij pas succesvol is als directeur van de ING-bank met een jaarsalaris van een miljoen, tja, die gaat het nog zwaar krijgen.
Wie echter bij het volgende vierkant van Saturnus rond het 37-38ste levensjaar, inhoudelijk de karmische beweging van Zuid naar Noord mist, die botst ook catastrofaal op het gelijktijdige transitoire vierkant van Pluto met de geboorte Pluto. Niks transformatie, niks verandering van al die gewoontepatronen. Bovendien is de Noordknoop in die 37 jaar weer nagenoeg op de dezelfde plaats in de Radix uitgekomen: meestal globale, industriële maar ook persoonlijke crisismomenten. En? Jij durft niet? Je snapt ook niet wat de bedoeling is? De boot wordt gemist, men is de focus kwijt, versnippering en wanhoop ligt op de loer, men wordt geleefd door de omgeving en de automatische piloot staat op volle toeren te werken.
ECHTSCHEIDING & BURN OUT
Er volgen jaren waarin de echtscheidingskermis schrijnend draait, waarin de kinderen niets meer van je willen weten, waarin de burn out en de borst- of longkanker elke dag kan toeslaan. Sportschool en porno helpen misschien nog een beetje, maar het lijf zucht diep onder de psychische lasten.
De oppositie van Saturnus met zichzelf tussen 44 en 46 jaar verklaart dan de enorme belangstelling ineens voor ons vak. Iemand moet houvast bieden. Het droevige blijft dat vrouwen veel eerder dan mannen die stap zetten. In mijn praktijk is het percentage vrouwen vergeleken met mannelijke consultanten 65:35%. Vrouwen delen hun goede ervaringen op sociale media, mannen schamen zich vaak voor hun hulpvraag. Maar men krijgt wat men verdient, c.q. nodig heeft… Dus ook de voorspelbare dip. Alles gaat gelukkig voorbij, de lol EN het leed.
Wat ben ik ondertussen trots op het verwekken van een dochter met Saturnus in een driehoek naar haar Maan-Neptunus conjunctie. Karmisch komt het allemaal goed, schatje!
The post KARMISCHE CYCLI VAN SATURNUS appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post Slachtoffers, daders en astrale lifters appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Fysiek aanwezige tegenslag kan ons flink ontmoedigen, soms onderdompelen in martelaarschap. Het is fijn als er een schuldige aangewezen kan worden, de Dader. Het wordt allemaal flink wat complexer bij geestelijke aanvaringen.
In de zeer populaire slachtofferstand wijzen veel mensen naar iemand die hen van alles zou hebben aangedaan. Sommigen zijn helaas bang gemaakte of zelfbenoemde martelaars, er van overtuigd dat hun problemen te wijten zijn aan tekortkomingen van anderen, aan kwade trouw van iemand of erger nog: door op hen uitgeoefende zwarte magie. Vanuit een karmisch perspectief moet zo iemand gewezen worden op de eigen verantwoordelijkheid. Al ben jij een kampioen in het buiten jezelf leggen van de schuldvraag, dat gedrag lost de kwelling, de pijn of het probleem echter nooit op.
“Waarom moet mij dit altijd overkomen?!” schreeuwde mij ooit een cliënt toe. De waarom-vragen horen natuurlijk (jammer dan) thuis bij God, maar bij gebrek aan betrouwbare boodschappers naar de Hemelse Zijde komt er dan bij een echte vraag om hulp, naar we hopen, een therapeut of astroloog om de hoek kijken. Bijna altijd spelen er namelijk verdrongen schaduwkanten. Iemand onderdrukt bijvoorbeeld de eigen agressie maar lokt met bepaald zuigend gedrag wel agressie uit. Dan ineens zijn de rapen gaar en wordt de aanvaller gek gemept, want dan is het plotseling zelfverdediging.
Ik analyseerde ooit een horoscoop van een vrouw met zeer problematische Mars-aspecten in het 5e Huis met Venus en Saturnus in Schorpioen. Dat duidt doorgaans op heftige seksuele verlangens, die echter moeizaam worden weggestopt en innerlijk veroordeeld. Plotseling reageerde de betrokkene woedend op mijn opmerking dat je met zo’n stand zult moeten leren hoe je die energie weer vrijmaakt en hoe je weer van seks zou kunnen genieten. Ze bleek vanaf vrij jonge leeftijd te zijn ‘misbruikt’ door een hele rits mannen. Die etiketteerde zij nog steeds eenzijdig als beesten en psychopaten. Mijn waarneming vond zij schandalig en niet professioneel. Ze had zichzelf helaas voorgoed als slachtoffer neergezet om de bittere conclusie te vermijden dat zij zelf zulke situaties had opgezocht om daar juist haar karmische les van te leren.
In talloze relaties spiegelen de partners bovendien elkaars blinde vlekken, positieve en vooral negatieve kanten. De ander vergroot iets uit. Jij durft niet avontuurlijker en vrijer te leven terwijl dat wel in je horoscoop staat? Ga het dan niet gek vinden dat je altijd overspelige partners aantrekt. Jij haat hem/haar maar je blijft samen omdat je verkapt jaloers bent op zijn/haar Uranische zucht naar verandering en nieuws… Ach.
Zo ken ik tientallen voorbeelden. “Alles wat je zegt, ben je zelf!” jennen kleine kinderen elkaar soms. De zogenaamde dader is niet zelden een vriend uit een vorig leven die jou helpt door het vergroten van jouw onbewuste problemen om er uiteindelijk voor te zorgen, dat jij inzicht krijgt waar juist jouw shit zit. Niet leuk maar wel waar!
ASTRALE LIFTERS
Tot zover hadden we het over fysiek aanwezige tegenslag. Het wordt allemaal wat complexer bij geestelijke aanvaringen. Bij rokers is dat al zeker maar verder heeft ieders geest zo nu en dan (of vaak) last van de dagelijkse vervuiling met oordelen, zorgen, angsten en oude negatieve overtuigingen. Mensen met een ernstige overgevoeligheid horen daarna ook nog eens stemmen in het hoofd. In de hypnotherapie horen we slachtoffers met van alles geconfronteerd worden: opdrachten, nare verlangens, beschuldigingen, fysiek voelbare bestraffingen, demonische gekte. De reguliere conclusies zijn doorgaans rigide: wanen, hallucinaties en schizofrene stoornissen. Zware medicatie schijnt dan de enige oplossing, De cliënt wordt zo suf gemaakt, dat hij/zij helemaal niks meer waarneemt of voelt, laat staan de stem van die dooie oma of van die opa waarnaar hij ooit vernoemd was. Het ‘slachtoffer’ is echter bijna zonder uitzondering ooit een bepaalde deal, een geestelijke overeenkomst met zo’n lifter aangegaan. Het in de steek gelaten, getraumatiseerde kind heeft bijvoorbeeld diep wanhopig om astrale hulp gevraagd of gebeden en toen is er een geest/entiteit/dood familielid in dat open auragat gesprongen. Mogelijk heeft dat aanvankelijk gewerkt en heeft het kind er steun door ervaren.
Op latere leeftijd heb je waarschijnlijk niet zoveel meer aan de vroeger wijze of nuttige raad van die lifter in je hoofd. Of misschien vraagt die lifter ongezonde wederdiensten? Het is het sprookje van Repelsteeltje die de molenaarsdochter helpt met het spinnen van goud uit stro voor de koning, maar die later haar eerste kindje opeist als betaling. Jouw lifter laat je dus rare dingen doen? Jouw lifter kan je gedachten sturen? Maar wie ben jij dan zelf? Wat wil jij zelf? Of heb je gewoon de weg van de minste weerstand gekozen en daarmee een eeuwige slachtofferrol? Meestal moet die noodlottige band tussen de partijen met behulp van een hypnotherapeut al onderhandelend worden losgemaakt.
Een meer specifieke oplossing ligt in de techniek aura schoonmaken. Wie niet oefent en regelmatig de truc toepast, die blijft zeker lifters houden. Helaas, elk mens heeft een eigen, vaak karmisch bepaald tempo. Ik gun daarom iedereen zijn/haar eigen, persoonlijke lijden. Collectief hebben we het toch al niet makkelijk (klimaatgezeik, sociale ongelijkheid, 5G en Thierry Baudet…).
The post Slachtoffers, daders en astrale lifters appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>The post Is dat God, die bloedoffers vraagt? Of is leven een bewustzijnsexperiment? appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>Spiritueel georiënteerde mensen proberen door een niet aflatende nieuwsgierigheid een hoger, verfijnder bewustzijn te ontwikkelen. Is dat nodig? Want IS er eigenlijk een Hogere Macht die de aardse business bestiert? Of worden we geregeerd door reptielachtige buitenaardsen? Of toch door een pervers aardewezen, een rode elementaal? Zo eentje die geilt op bloedoffers, vroeg te beginnen met een besnijdenis?
Van de lezen van het Bijbelse Oude Testament wordt men niet blij. ’t Is vooral moord en doodslag. Wie is toch met dat idee begonnen?
Even eerst wat opgewekte esoterische gedachten over ons bestaan. De schepping, dit enorme permanent uitdijende universum, kent geen buiten en is een ‘perpetuum mobile’ (een eeuwig bewegen zonder externe energiebron). Miljarden sterrenstelsels, allen roterend om een zwart gat in hun centrum, draaien om elkaar en in elkaar. Ze vergaan, hun puin wordt door het zwaartekrachtprincipe weer samengevoegd tot nieuwe sterren en planeten. Zo boven zo beneden. De spiritueel georiënteerde mens hoopt/gelooft/weet dat de ziel van de mens rondreist, als klein nieuwsgierig onderzoekertje, scouting for God, voelend, waarnemend hoe alles met alles is verbonden, eeuwig recyclend en eeuwig uitdijend in bewustzijn. Zijn ervaringen ondersteunen allemaal een Veel Groter Bewustzijn. Een Goddelijk Iets verzamelt, creëert en vermaakt zich. Net als in het grote geheel is de inhoud aan energie plus materie in de menselijke zielsopslag constant, maar altijd in actie. Die verplaatsingen worden in onze geest creatief bijgehouden. Tijdelijk zijn lichaam en geest (ziel) Eén, zoals het wezen van de Schepper onzichtbaar opgaat in het geheel, verweven met het innerlijk. Er wordt ervaren en weer losgelaten. Innerlijk ontstaat er verfijning van bewustzijn, uiterlijk wordt de chaos schijnbaar groter. Het uitdijen van het heelal versnelt steeds omdat haar zwaartekracht sneller afneemt dan de expansiekracht van de ruimte. Op termijn ‘eten’ de zwarte gaten elkaar op en vindt er een nieuwe oerknal plaats. Zo zou het ook kunnen gaan met het menselijk verlangen naar Heel worden, naar Eenheid, naar wedergeboorte. De schepping is door zijn aard tijdloos en actief statisch. De mens maakt het gebeuren leuk en avontuurlijk door zijn nieuwsgierigheid, wellust en zijn relativerende gevoel voor humor. Welkom, op deze planeet! Er is plek zat. Tenminste? Is er echt een Hogere Macht die de aardse business bestiert?
BOZE GOD
De God uit het Oude Joodse Testament geeft niet een prettig meedogend voorbeeld aan zijn dienaren. Hij gaat uit zijn dak als iemand iets pikt of naïef handelt, zoals de arme Uzza die per ongeluk de Heilige Ark aanraakt (zie 1 Kronieken 13.10) en paf, wordt doodgeslagen. Ene Aaron en Mirjam betwisten het exclusieve gezag van Mozes om met God te communiceren, die met hen in een wolk meereist na de uittocht uit Egypte. God daalt af en straft Mirjam. ‘ Mensje wordt meteen melaats. Dat zal de critici een lesje leren! Op http://www.bijbelstudie.net/bijbelstudie/articles/17370/1/-Bijbelteksten-over-het-onderwerp-toorn-van-God/Page1.html staan zo nog tientallen pittige anekdotes. Hup, vuur, ziekte, verbanning en uitroeiing. Is hier een Hogere Universele Macht aan het woord? Eerder lijkt het een uiting van een rode elementaal (een aardewezen) die bloedoffers (besnijdenissen en de uitroeiing van alle andersdenkende volkeren in de buurt) vraagt om zijn egocentrische, astrale spel te kunnen blijven spelen. Of misschien was die God uit het Oude Testament gewoon een vroege, asociale astronaut, zoals er in de moderne UFO-literatuur zoveel voorkomen: genadeloze en moraalloze lui met een reptielenbrein die geboeid waren door genetische experimenten en alle ongehoorzamen meteen maar efficiënt ten voorbeeld stelden en uitroeiden. Zoek mijn artikel maar op over de door astronauten op dociliteit en vriendelijkheid doorgefokte Homo Sapiens.
Wie nader onderzoek op dit punt wil doen, kan eens kijken naar wat Bram Vermeulen al lang geleden uitlegde over onze evolutie in relatie tot buitenaardse expedities van zogenaamde ‘Goden.’ Het verhaal staat op http://www.youtube.com/watch?v=tsUS_Ox5GPA&feature=share.
DOOD AAN DE ONGELOVIGEN!
De Bijbeltekst 1 Samuel 15:3 blijft altijd een handige richtlijn voor de ware Jood en Christen: “En God zei tegen Saul: “Ga nu en val de Amalekieten aan en vernietig hen allen en alles wat van hen is. Spaar niemand, breng allen ter dood: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.” Verlichte lieden roepen dan altijd dat je die heilige boeken selectief moet lezen. Helaas, deze soort heiligheid is niet besteed aan de grote massa voor wie deze leefregels ooit opgesteld zijn. Verdeel en heers, maak jezelf speciaal en maak brandstapels voor de boeken en de schrijvers die ons onwelgevallig zijn! Laat ons internet controleren en jouw telefoon aftappen! Dood aan de zelfstandig denkenden! Sluit de rebellen op! Hack hun websites (ook al eens gebeurd met Tijdgeest-Magazine.nl). Maar waar gaat die extreme polariteit naar toe?
’t Is tegenwoordig puriteins-christelijk Amerika (ook al allemaal besneden) versus Turkije en Rusland, exclusief Joods Israël tegen Syrië, Iran en tegen alle niet-Joden, achterlijk islamitisch Pakistan tegen India en Nederland, enzovoorts. Meisjes besnijden, vrouwen vernederen en lekker stoer bombarderen en dreigen, liegen, ritselen en verdraaien van informatie, het maakt zelden zaken beter en daarop kan de tegenpartij ook ongeremd de gang gaan. Aanslagen, cyberaanvallen en handelsoorlogen, alles mag en kan ook. Zo worden generaties martelaren voor De Goede Zaak gecreëerd die ook voor hùn volk willen sterven.
BEWUSTZIJNSEXPERIMENT
Qua experiment met bewustzijnsverruiming en het innovatief stimuleren van karmische creativiteit mag Alles, ook dit eindeloze politieke en oorlogszuchtige armworstelen. Vooruit, wij weten dat dit allemaal een spel is, maar laten we niet blind meespelen. We zullen actief de liefde moeten praktiseren in onze nabije omgeving. En ondertussen moeten we ook bidden om mondiaal inzicht. En hopen dat de kat en de hond elkaar toch ooit vinden! En vrouwen en mannen in echte liefde!
The post Is dat God, die bloedoffers vraagt? Of is leven een bewustzijnsexperiment? appeared first on Tijdgeest Magazine.
]]>